Klassieke muziek is elitair, de meeste dirigenten en orkestleden hebben geen flauw benul wat ze aan het doen zijn en het publiek snapt er al helemaal niks van. Gesubsidieerde kunst moet toegankelijk voor een groot publiek zijn én maatschappelijk geëngageerd. Voorts ben ik van mening dat The Joshua Tree misschien wel de beste plaat ooit is. Was getekend, Hero Brinkman in HP/De Tijd.
Heel slim plaatste HP/De Tijd de meest provocerende uitspraken online, en al snel kwamen de voorspelbare reacties. Brinkman snapt niks van dirigeren, hoort zelf het verschil tussen Mahler en Sibelius niet, natuurlijk zijn er wel veel mensen die met plezier naar Radio4 luisteren en ga zo maar door.
Stuk voor stuk begrijpelijk. En Brinkman zal het allemaal grinnikend gelezen hebben: ha, daar gaan ze weer, al die cultuurgekkies, ze trappen er allemaal weer in.
Want wie roeren zich? De liefhebbers van klassieke muziek natuurlijk. De rest van Nederland denkt, ja, dat is ook zo, het is elitair en ik snap er ook geen hout van. En dat dirigeren? Dat kan toch iedereen met een paar lessen, zo leerde Maestro.
Zo framet Brinkman er weer lustig op los. Voor iemand die voor de Amsterdamse recherche werkt, lijkt Brinkman opmerkelijk slecht in verzamelen van feiten, laat staan daar nuchter naar te kijken. Zo verzucht hij: “En als je naar het Concertgebouworkest wilt, ben je zo honderdtachtig euro kwijt voor een kaartje. Dan denk ik: als zo’n kaartje toch al zo duur is, dan kun je er net zo goed vijftig euro bovenop gooien en de subsidiekraan dichtgooien.”
Dat je zelfs voor een van de duurste concerten van het Concertgebouworkest niet meer dan 122,50 hoeft te betalen en je zelfs dan voor 30 euro ook al naar binnen kunt, ach. Feiten zijn volkomen onbelangrijk voor de politicus Brinkman. Hij wil ook helemaal geen inhoudelijke discussie, dat levert toch niets op. Dat heeft hij maar al te goed geleerd in zijn tijd bij de PVV. Je maakt een zooi onzinnige opmerkingen over dirigenten en het onwetende publiek, daar vallen mensen over, schieten zelfs in de verdediging over het belang voor subsidie voor het Concertgebouworkest, maar wat blijft hangen is: waarom kunnen die rijke elitaire bezoekers niet een paar tientjes meer betalen.
Brinkman doet het heel slim: hij valt bewust met onjuiste getallen het Concertgebouworkest aan, waarvan veel mensen toch al denken dat het voor de elite is. Hij zegt niets over musea (erkent ruiterlijk beeldende kunst ligt me niet zo), opera en andere orkesten, maar creëert behendig een klimaat waarin mensen denken: ja, het is ook te gek voor woorden. Kunst moet breed toegankelijk zijn en een beetje engagement mag ook wel!
Het is verleidelijk Brinkman belachelijk te maken en zijn pleidooi voor geëngageerde kunst lijkt zo uit de koker van de PvdA uit de jaren zeventig te komen. Hero Brinkman papegaait er sowieso lustig op los. Had Halbe Zijlstra het over Metallica? Dan begin ik over U2 en Simple Minds. Vroeg Arno Rutte excuses van een hele sector, dan zeg ik dat cultuur heel belangrijk is, maar wel geëngageerd en breed toegankelijk moet zijn.
En wie is Brinkman nou helemaal? Nadat hij uit de PVV stapte en als eenmansfractie verder ging behaalde hij in 2012 geen enkele zetel. Dat zal hem met zijn vooralsnog naamloze nieuwe partij ook niet lukken. Maar negeren en Brinkmans betoog afdoen als louter populistische kroegpraat is te gemakkelijk. De onderliggende boodschap is immers duidelijk: minder subsidie voor wat Brinkman denkt dat de kiezer als elitaire cultuur ziet. En in aanloop naar verkiezingen waarbij elke partij wanhopig op zoek is naar die paar stemmen meer, wordt die boodschap maar al te graag overgenomen door andere partijen. PVV en VVD staan te trappelen en de verantwoordelijke PvdA-minister zwalkt van het ene advies naar het andere.
Rest de vraag of Hero Brinkman zelf erin is geluisd door HP/De Tijd, want het kan toch geen toeval zijn dat zijn ‘culturele agenda’ uitgerekend in het themanummer Lof der zatheid is geplaatst?