Editie 2025 van het animatiefestival Kaboom opent met de inmiddels vertrouwde animatiewandeling in Utrecht en in Amsterdam met de Japanse competitiefilm Totto-Chan. Er is speciale aandacht voor Belgische animatie en de befaamde Masaaki Yuasa is dit jaar artist in focus. Maar als je op de website het programma aanklikt staat er iets heel anders bovenaan: Festivalthema: provocatie. Dat is nieuwsgierigmakend genoeg voor een zoomgesprek met artistiek directeur Aneta Ozorek.
Waarom en hoezo provocatie als thema?
“In de eerste plaats gebeurt er op dit moment natuurlijk geweldig veel in de wereld, en kunstenaars reageren daarop. Volgens ons zijn animatoren daar ook heel gevoelig voor. Kan provocerende kunst meehelpen bij sociale veranderingen of niet? Dat soort vragen speelden mee. Volgens ons zijn artistieke statements en films die aspecten van de samenleving raken nog steeds relevant voor de kunstenaars.”
“Een voorbeeld is de film 404 page not found van Gina Kamentsky die we op het laatste moment nog aan het programma hebben toegevoegd. Ze is een trans-kunstenaar uit de Verenigde Staten die een heel boze korte film heeft gemaakt over de politiek van Trump tegen transgenders.”
“Een tweede motief dat meespeelde is dat het zestig jaar geleden is dat de Provo-beweging in Amsterdam opkwam. Die is van grote invloed geweest in deze altijd al opstandige stad waar veel meningen een plek vinden. Hebben die acties van toen ook nu nog iets te zeggen? Waartegen zou Provo nu protesteren en provoceren, vroegen wij ons af. Die herinnering aan Provo zit niet expliciet in het programma, maar speelde wel een rol.”
Opstandige vrouwen
“Zo kwam het allemaal bij elkaar, en we besloten er een speciaal aspect uit te lichten: provocerende vrouwen. Vrouwen die zich niet gedragen zoals wordt verwacht. Opstandige vrouwen, boze vrouwen, dat wordt door sommigen nog steeds als een provocatie gezien. We hebben een viertal lange films gekozen waarin zulke vrouwen een rol spelen.”

Als eerste noemt Ozorek Belladonna of Sadness, een herontdekte Japanse klassieker uit 1973, over een boerenmeisje dat een pact met de duivel sluit om zich te wreken op de mannen die haar hebben misbruikt en verstoten. De tweede is ook een klassieker: het autobiografisch geïnspireerde Persepolis van Marjane Satrapi, over een rebelse puber in Iran die in botsing komt met het regime van Khomeini. Een gerestaureerde versie in 4K-resolutie wordt binnenkort opnieuw uitgebracht.
Spijtmoeders
In de recente taboedoorbrekende Nederlandse documentaire Spijtmoeders vertellen drie moedige vrouwen over hun worsteling met het moederschap. Maker Milou Gevers besloot de vrouwen te beschermen door hun beeld te vervangen door poppen, gecombineerd met creatieve animaties die de innerlijke verscheurdheid van de vrouwen verbeelden.

De vierde in het provocatie-kwartet van Kaboom is het rebelse meisje in de Japanse animatie Totto-Chan, de openingsfilm van het Amsterdamse deel van Kaboom. Een meisje dat nu al laat zien dat ze gaat opgroeien tot iemand die het altijd voor de zwakkeren zal opnemen, en die haar ongenoegens niet onder stoelen of banken zal steken. We zien een sterke, opstandige vrouw in wording.
“Dat het relevant is dit soort films te vertonen zagen we onlangs nog toen op de internationale Vrouwendag wel zo’n 20.000 vrouwen op de Dam bij elkaar kwamen om actie te voeren voor vrouwenrechten in een tijd waarin de politiek weer de verkeerde kant op gaat”, voegt Ozorek daaraan toe.
Maar moet je in een tijd van toenemende polarisatie wel provoceren?
“Ja, dat is een vraag waar we ons in de discussies vooraf ook mee bezig hebben gehouden. Maar de films die we laten zien tonen provocatie als een manier om te protesteren tegen onrechtvaardigheid. Uitblijven van reacties van kunstenaars zou in deze tijd moeilijk te begrijpen zijn. De reactie die een provocatie oproept kan een aanzet zijn tot een discussie die minder verhit is, die mensen rond de tafel brengt. Soms moet je iets scherp stellen om de deur naar gesprekken te openen.”
Protestborden
“Met Provo in gedachten speelden we ook met de vraag hoe provocerend we zelf als festival willen zijn. Zo kwamen we op het idee om een aantal kunstenaars te vragen om een animatie-protest te organiseren. Op de openingsdag in Eye zullen onze vrijwilligers voorafgaand aan de voorstelling met een protestbord in de rij gaan staan, zodat iedere rij wachtenden een kleine demonstratie wordt. In Utrecht zijn ze er ook tijdens de Opening Walk, maar omdat het dan al donker is zal dat minder opvallen.”

“Daarnaast presenteert de Groningse WERC Studio op de openingsdag in Eye een installatie in de foyer. Op de muur zien we het beeld van een stad geprojecteerd, en er is een betaalsysteem dat, als mensen er geld in stoppen, bommen op die stad laat vallen. Hoe meer geld, hoe meer bommen. Een directe illustratie van de manier waarop ons geld gebruikt wordt voor alle bommen die wereldwijd vallen.”
En kan naast de politiek ook de vorm van animaties provocerend zijn?
“Ja beslist. In het provocatie-programma zijn ook veel korte films opgenomen. Zo is er het blok Punk It Louder, met films die opstandig of provocerend zijn qua uiterlijk. Films die spelen met esthetische normen en verwachtingen. Zoals bijvoorbeeld 1st Day & Next Minute van de Deense Sara Koppel. Een helemaal op eigen kracht en buiten het systeem van fondsen gemaakte film. Een auteur die helemaal haar eigen ding doet in haar eigen ongepolijste stijl. Een andere is de Poolse animatie A Border Guard and His Dog van Pablo Martinez Ballarin. In een ruw geschetste, punky stijl en met een bizar gevoel voor humor reageert hij op de vluchtelingencrisis aan de Poolse grens.”
Kan het zijn dat animatie bij uitstek geschikt is voor rebelse kunst?
“Daar heb ik bij het werken aan deze editie veel over gedacht. Eigenlijk is het grappig hoe snel je een animatie-protest kan creëren met een medium dat eigenlijk heel traag is. Want voor je iets gemaakt hebt kan je zomaar een paar maanden verder zijn. Maar met de digitale ontwikkelingen wordt dat anders en zien we tegenwoordig heel veel animatie-reacties op alles wat er in de wereld gebeurt.”
“Er was een hele golf van Oekraïense animatie-gifs tegen Poetin, vaak heel grappig, speels en opstandig. Onderdeel van de digitale culturele strijd op internet, net als in het protest tegen de pro-life beweging. Zoals Poolse animatoren ook animaties maakten als protest tegen de beperking van het recht op abortus in Polen. Tegenwoordig kan animatie heel snel reageren.”
Propagande
“Maar ook als ik terugdenk aan de begintijd van animatie. Aanvankelijk was het vooral amusement, maar al snel werd het ook gebruikt als politiek medium, bijvoorbeeld om mensen aan te sporen bij het leger te gaan. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was het aan beide kanten een medium voor politiek en propaganda. Van den Vos Reynaerde is een antisemitische animatiefilm uit die tijd.”
“De kracht van animatie is dat het een universele taal spreekt. Door het gebruik van beeldtaal, symboliek en metaforen kan een animatie zich uitspreken tegen onderdrukking en dictatuur in het algemeen, in plaats van een specifieke dictator. Zo kan je meer universele verhalen vertellen, die even goed worden begrepen in China als in Rusland of Brazilië. Animatie is een van de meest universele talen om over politieke onderwerpen te spreken.”
En tot slot, wat zijn deze editie de programma-onderdelen waar Aneta Ozorek zich speciaal op verheugt?
“Ik ben een grote fan van het werk van de Japanse animator Masaaki Yuasa, dus ik kijk uit naar zijn masterclass en aansluitende vertoning van zijn iconische Jeu de l'esprit. Iets wat ik ook heel graag op het grote scherm wil zien is de korte film Ubu in de punk selectie Punk It Louder. Als je iedere dag meer in de war raakt door de het surrealisme van de realiteit, is het misschien tijd om naar deze bewerking van het theatrale spervuur van Alfred Jarry’s klassieke werk Ubu Roi te kijken.”
“En ik denk ook aan het panel dat we organiseren onder de titel Should We Screen This Old Racist Stuff?. De geschiedenis van de animatiefilm zit vol creatieve vondsten en memorabele figuren, maar er zijn ook raciale stereotypen. Kan je die nog vertonen, en zo ja, moet je het publiek daarvoor waarschuwen? En zo niet, wat dan te doen met deze erfenis? Na afloop van de discussie mag het publiek een uitspraak doen. Ik ben heel nieuwsgierig.”