Wat valt er na een twaalf uur durende theatermarathon nog te zeggen? Dat het goed was? Goed. Dat kan. Dat het zeldzaam was? Ook waar. Dat het een regisseur van in de zeventig vergt om een Russische roman met zoveel rust te ensceneren, en dat het zulke fenomenale spelers vergt om het publiek 11 uur lang aan de niet al te comfortabele stoeltjes te kluisteren, met niet al te veel opwindende scènes en verrassende energie-explosies? Dat is dé waarheid van de dag. I Demoni, de Italiaanse toneelbewerking van Dostojevski’s revolutieroman Demonen, is de grootste theaterwaaghalzerij die ik ooit zag, en op het Holland festival kwamen de spelers en de paar honderd toeschouwers er glorieus mee weg.
We waren terug in de sfeer van de glorietijd van de Italiaanse film, toen genieën als Visconti, Fellini en Ettore Scola ons bioscoopbezoek bepaalden. Films als Tre Fratelli en Identificatzione di Una Donna van Scola, het epos Novecento van Bertolucci kwamen terug in de herinnering door de Italiaanse sfeer die de acteurs meebrachten voor dit verhaal over de doodsdrift van Russische revolutionairen aan het eind van de negentiende eeuw.
Veel meer dan een piano en wat onbestemd meubilair hadden de spelers niet ter beschikking om de meesterlijke taal van Dostojevski over te brengen.
De voorstelling had zijn dips, was rond het vijfde speeluur echt zwaar aan het inzakken, maar kwam in de laatste vier speeluren tot een fantastische climax, waarbij zelfs de grote epiloog, een door een prachtacteur uitgesproken stervensmonoloog, ons tot het slotapplaaus geboeid hield. Het meesterschap van regisseur Peter Stein spatte af van de massascènes, waar ondanks een schijnbare chaos op het toneel ieder woord te verstaan en iedere ontwikkeling te volgen was.
Zoiets maak je dus niet vaak meer mee. Dat je je in elfenhalf uur onontkoombaar in laat peperen dat het leven zinloos is, en dat het enige dat ons van zelfmoord afhoudt de wetenschap is dat sterven nog veel minder zin heeft.
Chapeau.
subliem
Reacties zijn gesloten.