Op het Gala van het Nederlands Theater in de Amsterdamse Stadsschouwburg zijn gisteravond de belangrijkste toneelprijzen uitgereikt. Kees Hulst won de Louis d’Or voor de meest indrukwekkende mannelijke hoofdrol, de rol van Jörgen Hofmeester in’ Tirza’ bij het Nationale Toneel. Maria Kraakman won de Theo d’Or voor de meest indrukwekkende vrouwelijke dragende rol, Orlando in de gelijknamige productie van Toneelgroep Oostpool. Het stuk ‘Oog om Oog’, met onder meer Linda van Dyck en Victor Löw, won de AVRO Toneel Publieksprijs.
Maria Kraakman krijgt de prijs overhandigd door niemand minder dan de ‘grande dame’ van het Nederlands toneel, Ellen Vogel. Kraakman straalt en blijft stralen. ‘Het dringt nog steeds niet echt tot me door’, zegt ze na afloop. ‘Ik ben heel erg trots dat ik de prijs voor Orlando heb gekregen. Eens in de zoveel tijd val je samen met je rol, dat was nu het geval. Het kostte me totaal geen moeite om te spelen. Ik mocht mijn eigen fantasie aan het werk zetten. Dat was een feest. Ik vind mijn personages graag zelf uit.’
Ook Victor Löw en Kees Hulst voelen zich zeer vereerd. Tegelijkertijd staan zij ietwat ambivalent tegenover het grote ‘prijzencircus’. Hulst: ‘Hoe meer mensen het belangrijk vinden, hoe belangrijker het is. Ik werk niet om prijzen te winnen. Dit gebeuren staat ver van het wezen van theater maken af. Natuurlijk is het wel belangrijk dat de theaterwereld serieus wordt genomen. We zijn geen hobbyclubje. Daarom vind ik deze avond een goed initiatief. Maar het zegt mij niets dat ik deze prijs specifiek voor deze rol heb gekregen. Ik speel elke rol op de top van mijn kunnen.’
Löw sluit zich hier volledig bij aan: ‘Alles wat je doet is even belangrijk. Zo’n prijs zegt: ‘Dit is het’. Maar dan is de rest het dus niet? Iedere acteur heeft een eigen lat in zijn hoofd. Daar moet je aan vasthouden. Winnen staat goed op je cv, het is handig en het publiek houdt ervan. Daarom is deze uitreiking belangrijk. Daarnaast is winnen natuurlijk gewoon goed voor je ego. Als onzekere acteur met geldingsdrang – daar hebben we allemaal last van – is het een fijne bevestiging.’
Eerder die avond schrijden alle genomineerden in prachtige avondkledij over de rode loper, naar hun plek voorin de zaal. De zenuwen zijn voelbaar en de sfeer is wat plechtig. Tot gastvrouw Clairy Polak het podium betreedt met de woorden: ‘Zo hier voor u staand ben ik bloednerveus.’ Een groot applaus volgt. ‘Ik snap helemaal niet waarom dat een applaus verdient.’
Susanne Kennedy trapt de avond af met de ontvangst van de Erik Vos Prijs voor bijzonder talent onder de nieuwe lichting theatermakers. ‘Ik heb Erik Vos één keer ontmoet, toen ik in hetzelfde gebouw repeteerde als hij. Hij vroeg me of er nog soepkommen waren. Hij dacht dat ik de kantinejuffrouw was.’ Na Kennedy volgt de winnaar van de Arlecchino, Stefan de Walle. Hij wint deze prijs voor de meest indrukwekkende mannelijke bijdragende rol voor zijn rol van Lopachin in De Kersentuin bij het Nationale Toneel. De Colombina, prijs voor de meest indrukwekkende vrouwelijke bijdragende rol, gaat naar Nanette Edens voor haar rol in Amora bij het Zuidelijk Toneel. De eerste uitgebreide speech komt van theatercollectief Wunderbaum, dat de Prosceniumprijs wint. Volgens de jury hebben deze jonge theatermakers met hun lef, brutaliteit en talent een wezenlijke bijdrage geleverd aan het toneelklimaat. ‘De verrassing is voor ons compleet, maar toch hebben we iets voorbereid.’ Het collectief blijkt voor niet-hiërarchische samenwerkingsvormen en tegen een wildgroei van MBO-theaterscholen te zijn en stelt voor minder geld in de gezondheidszorg te stoppen en meer in theater. ‘Dood ga je toch.’
Gala van het Nederlands Theater. Stadsschouwburg Amsterdam, zondag 12 september.
Voor alle prijzen en winnaars, kijk op www.tf.nl.
Reacties zijn gesloten.