Na de openingsfilm Stand van de sterren was de tweede belangrijke première van een Nederlandse documentaire op IDFA die van Homeland. Bij de voorstelling in het Tuschinski-theater ging overigens het niet alleen om de Palestijnse zaak, want het het was natuurlijk ook een feestje ter ere van de 78-jarige regisseur George Sluizer (Spoorloos), misschien wel onze meest internationaal georiënteerde filmmaker. Een paar jaar geleden overleefde hij ternauwernood een slagaderbreuk, maar hij krabbelde weer overeind en wilde perse aan zijn tussen 1974 en 1983 gemaakte Palestijnse trilogie nog een vierde deel ter afronding toevoegen. Homeland werd vorige maand op het festival van Abu Dhabi bekroond als beste documentaire.
Deze hartekreet van Sluizer draait in het begin vooral om het warme weerzien met de nog in leven zijnde leden van de twee Palestijnse families – vluchtelingen, uitgeweken naar Beiroet – uit zijn eerdere films. Door hun verhaal krijgen we zicht op de achterliggende Palestijnse tragedie.
Die aanpak lijkt op die van Retel Helmrich in Stand van de sterren, maar met dit grote verschil dat Sluizer zich niet onzichtbaar heeft gemaakt. Hijzelf, nu een broze oude man op krukken of in een rolstoel, is in vrijwel iedere scène aanwezig. Hij ontmoet oude vrienden, maakt ongemakkelijke praatjes met Israëlische kolonisten en mijmert bij oude olijfbomen over het feit dat in het grijze verleden veel joden zich om belastingtechnische redenen tot de islam bekeerden.
Sluizer maakt ook direct duidelijk dat woede over het onrecht dat de Palestijnen is aangedaan zijn drijfveer is. Die helderheid valt te prijzen, maar dat neemt niet weg dat dit zeer persoonlijk getinte verslag voor een groot deel nogal braaf en voorspelbaar is. Het zijn ook wel veel mensen die Sluizer telkens moet omhelzen. De verdere uitstapjes naar Oost-Jeruzalem en de Westelijke Jordaanoever bevatten weinig nieuws voor wie de Palestijnse kwestie een beetje heeft gevolgd. Hoe schrijnend het ook is om te zien hoe een Israëlische cementfabriek zijn giftige dampen over Palestijns gebied laat waaien, maar de productie staakt zodra de wind richting Israël draait.
Al doende krijg je in Homeland overigens wel een goede samenvatting van het al sinds 1948 slepende conflict, en dan met name gezien vanuit het (volgens Sluizer) onderbelichte Palestijnse perspectief. Zijn pessimisme over een goede afloop illustreert hij met een reeks vaak uitermate cynische uitspraken van Israëlische regeringsfunctionarissen. Daar voegt hij zelf nog een provocerend geformuleerde aanval op de sinds 2006 in coma liggende ex-premier Sharon aan toe. Maar of dat nu zo verstandig was…