Dat wordt voer voor kamerstukken-exegeten, al is de vraag of het iets gaat uitmaken. Maar Halbe Zijlstra zegt dat hij niet heeft gezegd dat de BTW-maatregel ‘niet de meest voldragen maatregel uit het regeerakkoord was.’ Al stond dat dus wel in dat interview met hem in NRC Handelsblad van 8 juli 2011. Destijds vond iedereen dat een grappige knieval voor de redelijkheid door de doorgaans nogal hard en zonder achtergrondkennis opererende verandermanager Zijlstra. Immers: ook de jeugdige politiespecialist en VVD‘er Bart de Liefde had in de kamer gezegd dat het verhogen van de BTW op kunst van 6% naar 19% niet bevorderlijk was voor het ondernemerschap in de sector. Dus dat Zijlstra ermee kwam: aardig. Ook al was hij te laat natuurlijk: ding was al door de kamer. Dat draait niemand terug.
Dan krijg je de vragen. De kamervragen. Van Boris van der Ham (D66) en Mariko Peters (Groen Links): ‘Wat we moeten met ‘onvoldragen maatregelen’?’ En dan gaat het in het antwoord dus om de woordkeus. En dat we zinnen anders moeten lezen dat dat ze er staan. Van der Ham noemde de onvoldragen maatregel een ‘beleidsbeslissing’. Stom natuurlijk, want dat is iets anders dan een maatregel. Dus is het niet waar. En Mariko Peters krijgt het antwoord dat dat ‘niet meest voldragen’ helemaal niet sloeg op de maatregel, maar op de manier waarop de staatssecretaris die over het voetlicht had gebracht:
“In het interview heb ik de analyse gemaakt dat het verhogen van het BTW-tarief mij niet heeft geholpen bij het vinden van draagvlak voor de bezuinigingen. In mijn interview staat overigens niet dat het verhogen van het BTW-tarief een ‘niet voldragen’ beleidsbeslissing was.”
Enfin: ‘niet voldragen’ is wat anders dan ‘niet de meest voldragen’. En maatregelen zijn geen beleidsbeslissingen. Woorden, woorden, woorden, zou Hamlet zeggen. En dat ze aardiger wilden gaan praten over kunst, moeten we volgens het kabinet ook niet te zwaar nemen. Het schijnt, zo lazen we in de brief van Zijlstra, dat de staatssecretaris en de MinPres regelmatig boos zijn geweest. En dat ze daar spijt van hebben.
“Het kabinet hecht aan debat op basis van inhoudelijke argumenten en feiten, met respect voor ieders positie. Dat kan overigens goed gepaard gaan met een gedachtewisseling die op het scherpst van de snede wordt gevoerd. Maar als de toon heftig en emotioneel wordt kan het voorkomen dat de aandacht voor de inhoud onderbelicht raakt. Dat betreur ik.”
Aldus de staatssecretaris: ik was emotioneel en had daardoor even geen oog voor de inhoud. Kan de beste overkomen. Met de nadruk op ‘kan’.
Met deze brief gaat het in ieder geval niet snel beter worden tussen de doortastende stas en zijn sector.