In Detroit Dealers vermengt Wunderbaum een persoonlijk familieverhaal met de teloorgang van Detroit, ooit één van de meest invloedrijke industriële steden ter wereld, en filosofische overpeinzingen over de auto, als romantische metafoor van vooruitgang en de Amerikaanse Droom. De voorstelling zwalkt alle kanten uit.
Detroit Dealers is deels documentairefilm, jazzconcert, performance, spoken word poetry, rap battle, en theater. Deze overdosis aan ideeën is moeilijk te volgen, maar de voorstelling wordt gered door onverwachte muzikale virtuositeit.
Hoe ontregelend kan een theatervoorstelling beginnen? In de showroom van Automobielbedrijf Van Vloten gaan een drummer en saxofonist helemaal los in vlijmscherpte, opgefokte free jazz, terwijl twee Wunderbaumacteurs onderkoeld staan te swingen en het publiek de tribune beklimt. Een bezoeker glijdt uit, maakt een nare smak en bezeert zich zó, dat ze moet worden afgevoerd. De band blijft koelbloedig doorbeuken. Daarna begint Detroit Dealers pas echt, met een documentaire van 20 minuten.
Theatermaker Walter Bart reisde naar Detroit op zoek naar zijn verre familie en filmde samen met collega’s Maartje Remmers en Gerbrand Burger zijn zoektocht. In de voetstappen van Barts grootvader, autodealer Arie, die in de jaren vijftig op zakenreis in Detroit belandde. Arie deed goede zaken in The Motor City en op een eenzame avond keek hij nachtclubzangeres Florence diep in de ogen. Gevolg: een liefdesbaby. Zoveel jaar na dato besloot Walter als blanke Hollandse knul zijn Afro-Amerikaanse familie op te zoeken. Aldus het sympathieke begin van Detroit Dealers.
Bart raakte gefascineerd door Detroit. Ooit was The Motor City de heart & soul van de Amerikaanse auto-industrie. Nu is het een postkapitalistisch niemandsland. De grote bedrijven zijn vertrokken, de economie is ingestort, er is massale leegstand en armoede. Maar de achterblijvers, zoals zijn nichtje Rosemarie Wilson, zijn gewapend met een bijzondere levenslust en zelfredzaamheid. Rosemarie blijkt een ontzettend leuk mens te zijn, en ook als spoken word poet niet bang om op het podium te klimmen. Dus speelt ze mee in Detroit Dealers.
Dát is al interessant genoeg, zou je zeggen.
Helaas raakt het familieverhaal bijna bedolven in de Wunderbaumse ideeënstorm. Het lijkt alsof de makers alle indrukken en inzichten opgedaan tijdens de reis in één voorstelling hebben gepropt, en vervolgens thematisch hebben opgehangen aan ‘de auto’. Dus komen in Detroit Dealers battle raps vóór en tegen de auto voorbij, een fietsjihadi met clownsmasker die roept dat alle auto’s dood moeten, tot rare monologen waarin de auto in drie vrouwelijke droombeelden voorbijkomt – van sexy lustobject, via ranzige vervuiler, tot ecovriendelijk en hypermodern – belichaamt door Remmers in nauwsluitende stoeipakjes.
Gelukkig zorgt de muzikale compositie door Bo Koek, met vuur gespeeld door Jens Bouttery en Andrew Claes, voor genoeg onverwachte en spannende contrasten. Zo blijft Detroit Dealers toch boeien. Free jazz, elektronica, hip hop en glitch vloeien door elkaar heen. Ook blijkt Rosemarie naast haar felle raps en poety spits over een dijk van een zangstem te beschikken.
Aan het eind van Detroit Dealers spelen Rosemarie en Walter de eerste ontmoeting tussen hun beide grootouders – van afstand gefilmd, en in zwart wit tegen de zijmuren geprojecteerd. Florence vastberaden en zwoel, Arie nerveus en klungelig charmant. Prachtig gespeeld door beiden, met een ontwapenende flair. Van zulke scènes had ik er meer willen zien.
Reacties zijn gesloten.