Twee tegenpolen waren komen bovendrijven. Zou de VPRO IDFA Award voor beste lange documentaire naar een persoonlijk gekleurde auteursfilm gaan, of naar een doortimmerd relaas over een grote kwestie? Naar Alan Berliners opmerkelijke portret van de aan Alzheimer lijdende dichter Edwin Honig, of naar Dror Morehs fascinerende inkijkje in de Israëlische geheime dienst?
In die laatste film, The Gatekeepers, zien we het Palestijnse conflict door de ogen van een zestal voormalige leiders van de organisatie die aan de frontlinie van Israëls war on terror staat. In tegenstelling tot wat je mogelijk zou verwachten tonen ze zich opmerkelijk pragmatisch en zelfs liberaal. Een visie uit onverdachte hoek, gemonteerd tot een meeslepend verhaal dat, nu het allemaal weer hoogst actueel is, met de grootste spoed door een omroep moet worden aangekocht.
Toch is het meer een gedreven journalistiek product dan een documentaire die een duidelijke handtekening van de maker draagt. Dat is wel het geval met de vanavond bekend gemaakte winnaar, First Cousin Once Removed van Alan Berliner. Eerder had hij al eens zijn eigen slaapproblemen tot onderwerp van Wide Awake gemaakt. Ook in First Cousin Once Removed is zijn uitgangspunt heel persoonlijk. Hij gaat op bezoek bij zijn verre oom en vroegere mentor Edwin Honig, ooit een door velen zeer bewonderde en succesvolle dichter, vertaler, literair criticus en universitair docent. Maar nu heeft Alzheimer zijn geheugen grotendeels weggevaagd. Toch flakkert er af en toe nog een dichterlijke ingeving op, alsof dat zich het moeilijkste laat uitroeien.
Volgens de jury heeft Berliner op intelligente, inventieve en poëtische wijze een prachtige, ontroerende en artistieke film gemaakt. Dat is inderdaad een redelijk accurate karakterisering. Daar zou nog aan toegevoegd zou kunnen worden dat Berliners bewondering en persoonlijke band een onbevangen benadering niet in de weg hebben gestaan. Nieuwsgierigheid en een open houding winnen het van voorgekookte sentimenten. Zo verbloemt hij niet dat Honig ook een zeer onaangenaam mens kon zijn, maar ja, ook daar weet hij niets meer van. Zo wordt het niet alleen een aangrijpend, tragikomisch en soms wrang persoonlijk portret, maar tegelijkertijd een essay over het belang van herinneren en vergeten.
Israël kwam overigens toch nog aan de orde. De Israëlisch-Nederlandse filmmaakster Esther Hertog sleepte zowel de debuutprijs als de prijs voor beste Nederlandse documentaire in de wacht met Soldier on the Roof. Drie jaar verbleef ze met regelmaat in een joodse settlement in het verder door Palestijnen bevolkte Hebron. Ze observeerde er het dagelijks leven, wat een sprekende impressie oplevert van de overtuigingen en doelstellingen van de orthodoxe joden aldaar. Een verkorte versie was afgelopen maandag al bij de VPRO te zien.
Opvallend is dat John Appels sterke openingsfilm Wrong Time Wrong Place, die zowel aan de internationale als de Nederlandse competitie deelnam, in beide categorieën zelfs geen nominatie kreeg.
Voor de overige winnaars van de zes competities zie www.idfa.nl
Hoewel het festival nog tot en met zondag loopt verwacht IDFA minimaal 200.000 bezoeken, een kleine groei ten opzichte van vorig jaar. Het aantal (inter)nationale gasten steeg tot 2.720. Ruim 6.000 scholieren uit het basis- en voortgezet onderwijs bezochten de schoolvoorstellingen.