Meteen naar de inhoud

Jeroen Willems (1962 – 2012)

De grootste artiest van Nederland is dood. Kan gebeuren. Maar mag ik dan ook hartgrondig vloeken? Want Jeroen Willems is onvervangbaar.

Als journalist ken je de riedel: van acteurs boven de zestig, of van anderszins breekbare statuur heb je een necrootje klaarliggen. Ben je bekend en voldoe je aan de eisen, reken er maar op dat je vrienden en bekenden al door een verslaggever van een willekeurig medium zijn benaderd om iets moois over je te zeggen. En anders staan ze in het adresboekje van de vakspecialist bij de radio of krant, om te bellen zodra je laatste adem is uitgeblazen. Mooie ‘afleggingen’ krijg je daarvan, want zo heet dat in medialand: ‘wil je die-en-die even afleggen?’ zegt de chef tegen de medewerker.

Ik hoef Jeroen Willems niet af te leggen. Er is zelfs geen enkele reden om er nu een stukje over te schrijven, want waarom zou ik? Geen opdrachtgever die erom vraagt. De nabestaanden – en dat is zo’n beetje de hele Nederlandse theatersector – troost je er niet mee, en zij vragen er ook al niet om. Persoonlijk heb ik Jeroen Willems ook niet gekend. Wel veel van zijn vrienden, en ik stond menigmaal in de kroeg met de man die door zijn ook al veel te vroeg gestorven vader de liefde voor toneel kreeg bijgebracht: Fred Goessens.

Ik zou hier Jeroen Willems kunnen bedanken voor mijn carrière, want die heb ik, zonder dat hij het wist, aan hem te danken. Ik kon in 1996 een proefrecensie schrijven voor De Volkskrant en koos daarvoor het stuk M = Medea, Monoloog en Moord uit, op muziek van Louis Andriessen en geregisseerd door Paul Koek en Johan Simons. Een – naar ik later begreep – typisch Hollandia-stuk: op een locatie waar overdag alleen maar gespierde mannen zonder humor zwaar werk verrichtten (De Scheveningse Visafslag) brachten zij de allervrijste kunst (De Volharding en Louis Andriessen), met dus de beste artiest van Nederland.

Dat was toen al te zien.

Maar wat maakt iemand tot de allerbeste artiest van Nederland? Of van Europa, want feitelijk was er in deze uithoek van de wereld geen tweede te vinden met de kwaliteit van Jeroen Willems. Ik heb bijna alles van de man gezien, en een simpele opsomming van al zijn glansrollen zou niet volstaan. Er zijn immers meer vijfsterren-acteurs en actrices in Nederland, maar die zijn geen van allen Jeroen Willems. Want waarmee schokte hij me in dat Schevenings Medeastuk, of in de bizarre monoloog Twee Stemmen, waarin hij de morbiditeit van het grootkapitaal perfect vertolkte, en waarom ontroerde hij me dieper dan Jacques Brel zelf ooit zou hebben gekund in zijn vertolking van diens mooiste liedjes in het speciaal voor hem gemaakte programma van Rob Ligthert en Peer Wittenbols in Arnhem?

En waarom is de voorstelling met Monteverdi’s Madrigalen door de Leidse Veenfabriek nog steeds een van de meest intense theatervoorstellingen uit mijn leven? Waarom kon ik het door hem ingesproken luisterboek van ‘Extreem Luid en Ongelooflijk Dichtbij’ niet uitzetten?

Het is te simpel om te zeggen dat Jeroen Willems zijn rollen leefde. Het is een cliché, en hoe prettig ook, dat is te weinig eer. Ik moet misschien zeggen dat Jeroen Willems de perfecte suggestie wist te wekken dat hij zelf door zijn rollen en vertolkingen veranderd werd, maar toch zichzelf wenste te blijven. En die strijd, die voelbaar is in alle grote vertolkingen, en die iedere toeschouwer met zich mee naar huis neemt omdat hij die zelf ook voelt, kon Jeroen Willems als geen ander aangaan en voelbaar maken. Hij was een kampioen in de persoonlijke strijd om het overleven, en zoals alle echte helden, moest hij misschien daarom wel jong sterven.

Maar 50 is godverdomme veel te jong, ook al ben je een held.

De Chef Kunst van De Volkskrant hoonde mijn proefrecensie van dat Scheveningse stuk omdat ik in de laatste regel durfde te zeggen dat ik na afloop als een ander mens naar buiten stapte. Volgens hem kon dan niet met toneel. Ik twijfel nog steeds, maar hoef mijn gelijk ook niet meer te halen. Die chef stierf een paar jaar gelden veel te jong, en nu is Jeroen Willems dood.

Soms is het kut om te overleven. Maar het leven dat ik leid is door Jeroen Willems ingrijpend veranderd, en dat pakt niemand meer van me af.

Wijbrand Schaap

Cultuurjournalist sinds 1996. Werkte als toneelrecensent, columnist en verslaggever voor Algemeen Dagblad, Utrechts Nieuwsblad, Rotterdams Dagblad, Parool en regionale kranten via de Geassocieerde Pers Diensten. Interviews voor TheaterMaker, Theaterkrant Magazine, Ons Erfdeel, Boekman. Podcastmaker, experimenteert graag met nieuwe media. Cultuurpers heet het geesteskind dat ik in 2009 op de wereld zette. Levenspartner van Suzanne Brink huisgenoot van Edje, Fonzie en Rufus. Zoek en vind mij op Mastodon.Bekijk alle berichten van deze auteur

Privé Lidmaatschap (maand)
5€ / Maand
Voor natuurlijke personen en ZZP’ers.
Geen storende banners
Een speciale nieuwsbrief
Eigen mastodon-account
Toegang tot onze archieven
Klein Lidmaatschap (maand)
18€ / Maand
Voor culturele instellingen met een omzet/subsidie van minder dan 250.000 euro per jaar
Geen storende banners
Een premium nieuwsbrief
Al onze podcasts
Eigen Mastodonaccount
Toegang tot archieven
Zelf persberichten (laten) plaatsen
Extra aandacht in berichtgeving
Groot Lidmaatschap (maand)
36€ / Maand
Voor culturele instellingen met een omzet/subsidie van meer dan 250.000 euro per jaar.
Geen storende banners
Een speciale nieuwsbrief
Eigen Mastodonaccount
Toegang tot archieven
Deel persberichten met ons publiek
Extra aandacht in berichtgeving
Premium Nieuwsbrief (substack)
5 proefabonnementen
Al onze podcasts

Betalingen geschieden via iDeal, Paypal, Creditcard, Bancontact of Automatische Incasso. Wilt u liever handmatig betalen, op basis van een factuur vooraf, rekenen we 10€ administratiekosten

*Alleen bij een jaarlidmaatschap of na 12 maandelijkse betalingen

nl_NLNederlands