En dan kun je dus zomaar het hoogtepunt van de eerste Winternacht missen omdat je het niet meer trekt om met een presentator mee te willen. De Vlaamse auteur Bart van Loo schijnt, aldus menig twitteraar, prachtige zinnen te hebben uitgesproken in het programma ‘Daar geef ik mijn leven voor’, maar dat was ver na twaalven en ik was toen al afgehaakt. De presentator van dienst, de op zichzelf uitstekend vertellende en zeer beminnelijke Anousha Nzume, wilde te graag diepte-interviews vastplakken aan de presentaties van de drie andere schrijvers op deze dagsluiting.
Haar gretigheid ging op zeker moment ook schrijfster Manon Uphoff te ver. De Utrechtse smeekte om van het podium af te mogen, maar werd door Nzume gedwongen te blijven, om nog en paar vragen te beantwoorden. Dat Uphoff zich vervolgens tot een enkele bekentenis over haar privéleven gedwongen voelde, was wellicht een overwinning voor de journalist in de presentator, maar verhoogde het goede gevoel van de avond niet echt.
Daar kon ook de zeer gevoelige en theatrale perfomance van de Curaçaose schrijver en verteller Roland Colastica weinig meer aan veranderen. Het bier in de toen nog wat lege foyer lonkte, waar het altijd vrolijk kijken is naar de pogingen van spreekstalmeester Francis Broekhuijsen om de bezoekers van dit warmbloedige literatuurfestival hun hoofd uit en hun lijf in te krijgen.
Eerder op de avond zag een andere presentator zich gedwongen om een onderdeel dat slechts voor 20 minuten materiaal bevatte, uit te breiden tot de in het programmaboek beloofde 50 minuten. Dichter en performer Rodaan Al Galidi ving het probleem op met improvisaties en extra opdrachten voor zijn optredende ‘slachtoffers’ in Who’s afraid of youth: middelbare scholieren die het resultaat van een gedichtenworkshop presenteerden. Het leverde een ontwapenende confrontatie op tussen de dichter, de pubers en hun begeleiders, waarbij het opvallend was hoe respectvol iedereen met elkaar omging. Want, zeg nou eerlijk, wat is er enger dan om als 17-jarige een zelfgeschreven liefdesgedicht voor te dragen voor een zaal vol leeftijdsgenoten? Sinds vrijdag 18 januari 2013 weten we het antwoord: datzelfde liefdesgedicht met een vleugje mediterrane pathetiek á la Rodaan nog eens te moeten doen.
Niemand haakte af, het plezier bleef, en het programma kon dankzij het improvisatietalent van Rodaan Al Galidi worden gerekt tot de precies de beoogde 50 minuten. Dat het niet gênant werd, is ook volledig op het conto te schrijven van deze Irakees-Nederlandse peformer, en het lef van de optredende jonge talenten.
Reacties zijn gesloten.