Dat het niet goed ging bij Codarts, de Rotterdamse Hogeschool voor de Kunsten, was al bekend. Bestuursvoorzitter Jikkie van der Giessen moest in 2011 het veld ruimen nadat een beerput open was gegaan van malversaties, vriendjespolitiek en vermoedens van regelrechte fraude. De zaak was al grotendeels afgehandeld, maar de inspectie van het ministerie van OCW wilde nog weten om hoeveel geld het nou allemaal ging. Welnu: 175.000 euro kostte het zaakje: 25.370 euro onrechtmatig, en 150.000 euro ondoelmatig uitgegeven belastinggeld.
In haar samenvattende brief bij het onderzoek somt minister van cultuur Jet Bussemaker het op:
– een familielid van de voorzitter van het College van Bestuur heeft op basis van fictieve stukken in totaal € 20.000 ontvangen. Deze betaling is onrechtmatig;
– voor een persoonlijke opleiding, die zonder dienstverband met Codarts en niet in opdracht van Codarts is aangegaan, zijn kosten vergoed van € 5.370 aan een familielid van de voorzitter van het College van Bestuur. Deze betaling is onrechtmatig;
– voor het begeleiden van een studieloopbaantraject bij Codarts is – zonder het vooraf opvragen van meerdere offertes – een externe organisatie ingehuurd voor een bedrag van € 150.000. Deze betaling is ondoelmatig.
175.000 euro is natuurlijk geen 10 miljoen bonus aan een falende bankdirecteur, maar toch. De verrotte cultuur aan de top bij een zo grote kunsthogeschool is foute boel. De betrokken ontslagen bestuursvoorzitter heeft inmiddels het teveel ontvangen geld terugbetaald. Reden voor de minister om haar met een flinke reprimande een ambtelijke schop onder de derrière te geven, maar verder ook niet.
Zelf zegt ze het als volgt:
“De door de inspectie geconstateerde feiten vind ik zeer ernstig. Er is echter geen grond voor het opleggen van sancties aan Codarts. Wat de onrechtmatige betalingen betreft, geldt dat deze inmiddels door betrokkene zijn terugbetaald. Ook in verband met de geconstateerde ondoelmatigheid (studieloopbaantraject) leg ik, mede op advies van de inspectie, geen sanctie op.”
Dus jongens: nooit meer doen! Ook niet in Arnhem.