Het zijn heren op leeftijd en dus met een geschiedenis. Grijs of bebrild of kaal – of met een combinatie van deze drie. Hun muziek heeft ze overal gebracht. En nu zitten ze in een bomvol Carre: het Orchestre El Gusto. Tot hun eigen genoegen, want zij bedanken het publiek te zijn gekomen. De musici uit de kashba van Algiers spelen de muziek zoals die
klonk in de nauwe steegjes en winkeltjes in de jaren vijftig. Muziek van joden, Moslims, Noord-Afrikanen en Europeanen, die chaabi (letterlijk:volks) wordt genoemd. Het is de volksmuziek van de jaren vijftig, waarin je invloeden uit Andalusië (gitaar, flamenco) en Noord-Afrika hoort en Berberkenmerken (Berber beats) ontwaart. De revolutie en onafhankelijkheidsoorlog in de jaren vijftig en zestig maakte de muziek monddood. Moslims en joden speelden eerst broederlijk samen, maar na jaren vijftig vluchtten joodse musici naar Frankrijk. Door het verbod op roken en drinken, waardoor ook de barretjes in de kashba verdwenen, raakte de chaabi ontheemd.
Film
Maar toen stapte de Iers/Algerijnse filmster Safinez Bousbia een winkeltje in de kashba binnen en hoorde het verhaal van het populaire orkest uit de jaren vijftig. Zij zocht de musici van het orkest allemaal op, bracht ze bij elkaar en maakte de film El Gusto. Door het eclatante filmsucces zijn de bejaarden nu met hun orkest op tournee en zitten ze in Amsterdam. De chaabi herleeft. Het is niet voor niets dat El Gusto vaak in een adem met de Buena Vista Social Club wordt genoemd.
Ze hebben hun strijk- en tokkelinstrumenten meegenomen als de viool, luit, kanun (hakkebord), cello, mandoline, bas. En niet te vergeten hun ritmesectie met de bongo, def en tar (tamboerijn), darabuka. Fluit, accordeon en de vleugel maken het compleet. En met al deze instrumenten laat dit 25-koppige orkest de chaabi herleven. De oudsten – allemaal tachtigers – zitten vooraan en vanaf de eerste minuut swingt het. Na het eerste nummer gaan de jasjes uit. Ook al versta je geen Arabisch of Berber, de warme klanken en stemmen raken diep. De muziek van El Gusto waait als een warme woestijnwind de zaal in en desondanks bezorgt de muziek je kippenvel. Deze muziek komt van ver, zingen ze zelf. Het is geen disco of Rythm and blues, maar erop zingen en dansen is niet moeilijk. Ze krijgen de hele zaal mee. Die is grotendeels gevuld met Holland Festival publiek. Maar Noord-Afrikanen onder hen roeren zich door de musici in het Arabisch toe te roepen.
Trots
Het is trots, heimwee en verlangen, wat de Noord-Afrikanen op het podium uitstralen. Fier zijn ze op hun land en de betoverende muziek die ze met zoveel intensiteit spelen. Maar ook verlangen ze naar de muziek van vroeger, die zo lang het zwijgen is opgelegd. ‘On m’appelle l’oriental, le chanteur sentimental,’ zingt grijs gelokte Luc Cherki met zijn charmante glimlach. Ze zijn overal geweest: Rue de la Revolution en la Place des armees. En dat is de kern van El Gusto. Het professionele orkest uit Algerije is door de geschiedenis uiteen gevallen. Waar hun leven ze ook bracht, de muziek ging altijd mee. En dat hun muziek nu herleeft, vervult ze met trots. Dit is de victorie van de chaabi. Geen wonder dat de gemutste accordeonist Mohamed Ferkioui er graag op danst, met Robert Castel. Het oogt wat stram en krom, maar de hele zaal danst mee.
Dan pakt mandolinespeler Abdelmadjid Meskou zijn stok. Het is tijd voor de krasse knarren om op te stappen. Het concert in Londen wacht. Zelf krijgen ze er eigenlijk geen genoeg van. ‘Ik heb de indruk dat u een erg mooie avond hebt gehad,’ zegt violist Robert Castel. ‘Maar ik weet zeker dat wij een veel betere avond hadden dan jullie.’’ Nou, laten we zeggen: quitte gespeeld.