Stel je een ouderwets gedistingeerde komedie voor, maar dan gefilmd met moderne vaart, in de kleurrijke en barokke stijl van een rijk gedetailleerd stripverhaal vol complotten en ontsnappingen, afgerond met een parfum van melancholie. Dan kom je in de buurt van The Grand Budapest Hotel, de nieuwe film van Wes Anderson (The Royal Tenenbaums, Fantastic Mr Fox, Moonrise Kingdom) Het Filmfestival Berlijn (6 – 16 februari) verzekerde zich hiermee van een opening met een feestelijke en toch onconventionele uitstraling.
Qua excentriciteit zal dit avontuur van de concierge (Ralph Fiennes) van een deftig hotel uit de jaren dertig tijdens deze 64e Berlinale waarschijnlijk niet overtroffen worden. Wat betreft vormgeving en verbeeldingskracht is het een van Andersons meest ver doorgevoerde oefeningen. Voor het verhaal liet hij zich inspireren door het werk van de Oostenrijkse schrijver Stefan Zweig, maar met evenveel recht kan je stellen dat hij zich hier ontpopt als een moderne volgeling van de eerste filmtovenaar Georges Méliès. Zelf noemde Anderson op de persconferentie Sanley Kubrick als een van zijn helden, maar daarmee zijn de verwijzingen en inspiratiebronnen nog lang niet uitgeput. Ook historische, want het speelt zich af in een fictief midden-europees staatje in de jaren dertig dat te maken krijgt met oorlogszuchtige buren die sterk aan de nazi’s doen denken. Het is nogal veel allemaal, en misschien zelfs wel te veel van het goede. Want het is fantastisch om te zien hoe Anderson opnieuw vol overgave zijn eigen unieke wereld weet te scheppen, maar heb je tenslotte wel genoeg in handen als de roes voorbij is?
Wel moet je toegeven dat het plezier in het filmmaken eraf spat. Zoals op de geanimeerde persconferentie duidelijk werd weet hij bij zijn ploeg tijdens de opnamen een familiegevoel op te roepen. Op de vraag hoe hij zo’n uniek gezelschap acteurs (Ralph Fiennes, Jude Law, Edward Norton, Tilda Swinton en veel meer) voor zijn karretje weet te spannen antwoordde Bill Murray: “Omdat hij ons lange werkdagen en een karig loon belooft.”
In zijn eentje heeft Anderson daarmee deze Berlinale al een groot deel van de aanwezige sterren en bekende acteurs geleverd. Nu ja, omdat The Monuments Men aan de competitie is toegevoegd komt George Clooney ook. Verder zijn er dit jaar weinig competitiefilms die op voorhand de nieuwsgierigheid prikkelen, al hoeven weinig bekende namen natuurlijk niet te betekenen dat er geen mooie ontdekkingen bij zitten. En de toevoeging (buiten mededinging) aan het competitieprogramma van de lange versie van Lars von Triers al ruimschoots in de schijnwerpers gezette Nymphomaniac I (de director’s cut met meer seks) lijkt vooral een knieval voor Von Triers marketingmachine.
De competitie heeft dit jaar een sterk Europees accent, al ontbreekt Oost-Europa. Ook is er geen Nederlandse competitiefilm, maar in de bijprogramma’s is ons land heel behoorlijk vertegenwoordigd. Supernova van Tamar van de Dop en Above Us All van Eugenie Jansen zijn geselecteerd voor de jeugdsectie en gaan in Berlijn in première. Het nieuwsgierigmakende Last Hijack van Tommy Pallotta en Femke Wolting (het verhaal van een Somalische piraat in een mengvorm van docu en animatie) opent de sectie Panorama Dokumente. Eveneens geselecteerd zijn Midden in de Winternacht, Finn en diverse korte films en coproducties. Marwan Kenzari (Wolf) is de Nederlandse Shooting Star, een van de tien jonge talenten die in Berlijn in de schijnwerpers worden gezet.