Om het 450e geboortejaar van William Shakespeare (1564-1616) te herdenken, maakte Krzysztof Pastor een avondvullende choreografie voor het Nationaal Ballet, losjes gebaseerd op The Tempest (1611). De voorstelling is onderdeel van het Holland Festival. Dramaturg Willem Bruls bewerkte Shakespeare’s laatste toneelstuk over de naar een eiland verbannen vorst Prospero en diens dochter Miranda tot een script waarin het verhaal vier keer wordt verteld, vanuit evenzoveel perspectieven. Het resultaat is betoverend.
In deze productie werkt Pastor samen met de Iraans/Amerikaanse videokunstenares Shirin Neshat, die met haar vaste partner Shoja Azari tekent voor verstilde, poëtische filmbeelden. Deze zijn volkomen organisch geïntegreerd met het fraaie toneel- en lichtplan van Jean Kalman en Elsa Ejchenrad. Het openingsbeeld is adembenemend: een man (Abbas Bakhtiari) zit op de grond tegen een kale boom, met op de achtergrond aanrollende golven: zijn eenzaamheid is bijna tastbaar.
Dan staat de man op, neemt een daf (Perzische lijsttrommel) ter hand en geeft een spetterende ouverture – Holland Symfonia zit zwijgend in de orkestbak. Het is ongelooflijk welk een scala aan klanken Bakhtiari aan het oeroude instrument weet te ontlokken: aardschokkende dreunen kondigen het naderende onheil aan; vuile sisklanken verbeelden de hypocrisie van de personages die elkaar vanuit puur eigenbelang beurtelings aantrekken of afstoten; lyrische druppelloopjes verwijzen naar de ontluikende liefde tussen Miranda en Ferdinand.
De eilandbewoners dragen zwierige, derwisjachtige rokken – blauw in het eerste deel, rood in het tweede, zwart in het derde en wit in het laatste deel. Nu eens zijn zij een oorlogszuchtig leger dat met dreigende stapsprongen de indringers belaagt, dan weer omringen zij als geesten liefdevol de toenaderingspogingen tussen Miranda en haar verschillende minnaars – anders dan in het origineel is zij behoorlijk promiscue.
Wie het script van tevoren niet gelezen heeft, zal soms moeite hebben te onderscheiden wie wie is, maar de dans is bijzonder expressief en de kostuums zijn prachtig. De filmbeelden tonen nu eens woeste golven, dan weer zandduinen begroeid met graspollen, waardoor je als toeschouwer zelf op het eenzame eiland lijkt te zijn beland. Sterk zijn de uit de zee opdoemende gestalten, die lijken te verwijzen naar de vluchtelingenproblematiek: ook Prospero en Miranda zijn immers uit Milaan verbannen en hebben hun toevlucht moeten zoeken op deze onherbergzame plek in de oceaan.
Ook de integratie van traditionele Perzische muziek (daf), oude muziek (Purcell, Tallis, Johnson, Locke) en hedendaagse gecomponeerde muziek van Michel van der Aa loopt uiterst soepel. Holland Symfonia toont zich onder leiding van dirigent Matthew Rowe van alle markten thuis. Je vraagt je op momenten af of de koperblazers met hun omfloerste klank misschien toch authentieke instrumenten ter hand hebben genomen. De soms fel dissonante muziek van Van der Aa wordt door Pastor vernuftig ingezet bij passages vol strijd en onbegrip.
Enige minpuntjes zijn de wat schrille stem van countertenor Dave ten Kate, en de soms al te expliciete videobeelden. Zo zien we bij een woeste oorlogsdans close-ups van blaffende honden en wordt tijdens een liefdesduet ingezoomd op een elkaar naakt liefkozend paar. Op deze momenten wordt de dans gereduceerd tot een voetnoot bij het beeld en verdwijnt de magie. Azari vertelde me na afloop dat er nog aan het beeldmateriaal geschaafd zou worden. Als deze passages vanavond bij de première alsnog plaats maken voor meer aan onze verbeelding overlatende fotografie, rest er maar één woord voor deze productie: perfect.
The Tempest gaat vanavond in première in het Muziektheater Amsterdam en loopt tot en met 29 juni.
Reacties zijn gesloten.