John Jansen zit gehurkt voor zijn immense printer. Hij houd zijn adem in, en zeer behoedzaam legt hij een stuk papier op precies de juiste plaats. De inlay voor de nieuwe cassette van de black metal-band Northward. Zwarte typografie op zwart karton. Monnikenwerk. Hij zucht opgelucht. “En daar moet ik er dus 88 van doen. Allemaal de hand. Snap je nou hoeveel uren er in zo’n tape zitten?”
Jansen – beeldend kunstenaar, ontwerper, uitgever – runt Zeitgeists Publishing. Een one man-label waarop hij eigenzinnig werk publiceert van geestverwanten uit de kunst, literatuur, metal, hardcore, drone, neofolk en andere undergroundmuziek. Allemaal handgemaakt met een prachtige, duistere vormgeving. En analoog, dus op cassette.
Jansen: “Ik zie het als een averechtse beweging tegen die hele digitale revolutie, waarbij alles steeds sneller en sneller gaat. Met Zeitgeists Publishing ga ik terug naar het handwerk. Ik vind het een eer om kunstenaars die ik enorm bewonder zo’n zorgvuldige vormgeving mee te geven. Zoals fotograaf Ryan Lowry en schrijver Max G. Morton, maar ook bands als Pandiscordian Necrogenesis of Natural Assembly. Moeite doen voor iets moois is niet erg.”
Jarenlang zag ik Jansen rondlopen in krochtige kraakpanden bij showtjes van obscure bands. We knikten elkaar toe, maar raakten op de één of andere manier nooit in gesprek. Tot voor kort. Janssen studeerde aan de Rietveld Academie en geeft les op de Akademie Vogue in Amsterdam, maar het meest is hij gevormd door de do-it-yourself-credo van de hardcorepunkscene.
Jansen: “In de hardcore heb ik geleerd om kritisch na te denken, over kunst, over muziek en over ethische zaken zoals dierenrechten en straight edge-levenswijze. Alles draaide om zelfontplooiing en zelfredzaamheid – als je iets wilde maken, dan deed je dat. En je trok je geen reet aan wat anderen erover zouden denken. Twee mensen hebben me daarbij enorm geholpen. Marcel Palyama van Coalition Records en Mark McCoy met zijn label Youth Attack. Allebei geweldige kunstenaars. In hun werk zie je dat het visuele ontzettend goed samengaat met de muziek, ze maken écht een soort gesamtkunst.”
“Samen met Palyama deed ik de vormgeving van een aantal punkmagazines, en we hadden het label Totalvernichtung // Todesstunde waarop we onze liefde voor sferische black metal konden uitleven. Dat label is niet meer actief, en ik begon Zeitgeists.”
“Ik ben altijd op zoek geweest naar zingeving, naar een heilig ideaal om in te geloven. Vroeger had ik sympathie voor bepaalde kanten van de veganistische hardline-beweging, en ik ben even bekeerd geweest tot het Christendom. Toch heb ik dat allemaal ook weer losgelaten.”
“Kunst is voor mij uiteindelijk dé manier om, hoe kleinschalig ook, onsterfelijk te worden. Als ik er niet meer ben dan zijn er nog steeds mijn tapes en magazines die blijven voortbestaan. Ik vind het een troostende gedachte dat ik zo voetsporen achterlaat in de tijd. Maar dat doe ik niet alleen. Alle kunstenaars die ik bewonder en uitdraag hebben een vergelijkbare spirit, een Geist, die een afdruk in de tijd nalaat. We zijn allemaal zeitgeists.”
Jansen is vooral ontwerper, maar maakt ook prachtig ontregelende collagekunst. In zijn verscheurde afbeeldingen van oldschool porno, bijna onherkenbaar vervormd met plakband en inktvegen, gaan geilheid en extase hand in hand. Oude exploitatie verandert in spirituele vervoering.
“Ik heb me vaak afgevraagd wat me zo aantrekt in die donkere thema’s. Ik heb helemaal niets met goths, maar bijna al m’n kleren zijn zwart. Toch ben ik gefascineerd door de duisternis. En ja, ik speel in mijn vormgeving graag met de dwingende kracht van ‘foute’ esthetiek. Dat is bewust. Maar de mensen die me kennen weten dat het een sick joke is – ik, als linkse kunstenaar met zo’n cassette in een oplage van 88 stuks.