Hoe bezoek je een kunstmuseum? Johan Idema, adviseur, cultureel ondernemer en pleitbezorger van vernieuwing in de kunstwereld, heeft daar een boek over geschreven: ‘How to visit an art museum’. Hij denkt dat er wel wat kan verbeteren en veranderen. En dat mensen na lezing van zijn boek hun museumbezoek anders en vooral beter ervaren. En natuurlijk: dat ook musea de bezoekers hierbij te hulp schieten. De drie museumdirecteuren die bij de presentatie van zijn boek waren, zijn uiteraard blij met een handreiking voor hun bezoekers, maar vinden dat het vooral is gericht op mensen die al geïnteresseerd zijn.
Tips
Terwijl Idema als doel heeft in contact te komen met het kunstwerk, willen musea juist in contact komen met hun publiek. Zij willen meer en andere bezoekers. Want wat is het geval? Tachtig procent van de Nederlanders voelt zich niet aangesproken door wat er gebeurt in de musea. Slechts twintig procent van de Nederlanders zijn (kunsthistorische) liefhebbers. En daar richt Idema zich met zijn boekje op. (In het Engels, want Idema denkt wereldwijd.) Hij denkt dat de bezoeker wel wat tips kan gebruiken om het museumbezoek te optimaliseren en het meer te laten zijn dan ‘een leuk middagje uit’ (zoals volgens onderzoek van het Cultureel Planbureau het gros van het publiek het ervaart). ‘Je kunt er veel meer uithalen met de juiste mindset, met kennis of ander gedrag.’ Idema geeft tips in zijn boek. Ga een gesprek aan is daar een van. ‘Spreek desnoods de suppoost aan. Suppoosten zijn de ogen van musea en vaak heel leuke mensen.’ Andere tips: ‘Luister naar muziek of ga met een kind van een jaar of zeven naar een museum. Die zijn enorm onbevangen en stellen leuke en goede vragen. Je zou eigenlijk een kind moeten kunnen huren.’
White cube
Zijn boek is ook een terechtwijzing voor kunstmusea. Want musea als ‘the white cube’ – met grote, witte en lege zalen, waar mensen soms alleen langs de kunstwerken wandelen – is dat ideaal? Een tempel met kunst dat de volle focus krijgt, met soms minimale informatie op tekstbordjes of juist ellenlange inleidingen aan de muur in te kleine lettertjes. Musea met te weinig bankjes. Zo groeit het publiek toch nooit?!
De drie museumdirecteuren zijn het daar niet mee eens. Cathelijne Broers (Nieuwe Kerk/Hermitage Amsterdam) denkt dat museumbezoekers het boek van Johan Idema zeker kunnen gebruiken. Het museum is er ook blij mee, want het komt zeker ten goede aan de ambitie om een groot en breed publiek te trekken. ‘Maar,’ zegt ze,’het boek is óók een ‘white cube’. Dit boek heeft een hoge drempel en is voor een publiek dat al naar musea komt en ik wil graag nóg meer bezoekers.’
Ook Ann Demeester (Frans Hals Museum/De Hallen in Haarlem) heeft het met een ‘dubbel oog’ gelezen. ‘Het is een goede handleiding voor de museumbezoeker, met goede tips. Maar het is een vooroordeel dat alle musea ‘white cubes’ zijn. Wij zijn meer een Wunderkammer, met ruimtes met sfeer, muziek en meubels. Wel is het een belangrijk boek. Maar het bewustzijn is er en er gebeurt al heel veel om de bezoekers een handreiking te geven. Soms is er allergie voor feitelijke uitleg. Maar daar is een museum voor. Een museum is ook een kenniscentrum.’ Ook het Cobra Museum is geen ‘white cube’, vindt Katja Weitering. ‘En bovendien zijn musea al gevorderd in het bereiken van publiek. Het is juist een uitdaging voor musea om meer kennis te krijgen van het publiek en beter met je bezoekers te communiceren.’
Museumdrempel
Maar hoe bereik je dat publiek? Ann Demeester heeft ervaren dat mensen op verschillende manieren informatie willen krijgen. De een wil het via een app, de ander leest graag tekstbordjes en weer een ander prefereert de audiotour. ‘Dus moet je het op zoveel mogelijk verschillende niveaus en manieren aanbieden,’ vindt zij.
En de museumdrempel moet gewoon zo laag mogelijk, vindt Cathelijne Broers: ‘Uit onderzoek blijkt dat het culturele topmerk van Nederland Marco Borsato is. Dat zegt iets over de gemiddelde Nederlander. Je moet van heel ver komen en je moet mensen verleiden om over de drempel te stappen.’ Katja Weitering beaamt dat de drempels van musea te hoog zijn: ‘’Wij krijgen gemiddeld vijf bussen per week met ouderen bij het Cobra Museum. Daar doen wij te weinig mee. En die groep groeit. Wat kunnen we meer uit dat bezoek halen, wat bijdraagt aan de kunstbeleving van die mensen? Daar ben ik nu mee bezig.’’
Kunstshow
Kortom, Idema en de musea hebben allebei andere doelstellingen, waarin de liefde voor kunst voorop staat. De auteur van het nieuwe boek streeft andere, rijkere kunstbeleving na en heeft daarom ook ‘De grote kunstshow’ mede georganiseerd. Beeldende kunst in de Stadsschouwburg in Amsterdam (zondag 30 november), die met theater tot leven worden gewekt. Om eens te laten zien én ervaren hoe je óók naar kunst kunt kijken.
Johan Idema: ‘’How to visit an art museum’’. Bis Publishers, 15 euro. www.bispublishers.nlDe Grote Kunstshow: zondag 30 november, 11.00, 14.00, 16.00 en 20.00 uur. www.ssba.nl