De Arts Index van Groot Brittannië staat op 111. Daarmee staat de culturele AEX van een land dat zich graag de culturele nummer 1 van de wereld noemt, vier punten lager dan vorig jaar, maar nog altijd een puntje hoger dan in 2012, het jaar waarin ook in Engeland de overheid begon te snijden in de subsidies. De ‘National Campaign for the Arts’, die de index sinds 2008 heeft ingesteld, constateert een flinke groei in publieksinkomsten, een stijging van de werkgelegenheid en een toename van de inkomsten via de National Lottery. Die positieve ontwikkelingen wegen dus grotendeels op tegen een val van de overheidssubsidie van 30 punten.
Is daarmee aangetoond dat bezuinigen op cultuursubsidies niet gevaarlijk is? Het tegendeel is waar, stelt de organisatie van de Arts Index. In het onderzoek bleek namelijk dat vrijwel alle culturele instellingen de afgelopen drie jaar hebben ingeteerd op hun reserves. Die liggen inmiddels 17 punten lager dan twee jaar geleden, en de daling lijkt steeds sneller te gaan. En we weten allemaal hoe gevaarlijk dat is. Daarnaast was de National Lottery in 2013 nog steeds niet bekomen van de enorme winsten die konden worden uitgekeerd als gevolg van de Olympische Spelen. De stijging is 35 punten op de index ten opzichte van 2012, maar is daarna met 72 punten gedaald. Dat zou iedereen schrik aan moeten jagen.
Het gevolg van die ‘groei’ is bovendien dat een groot aantal instellingen die kunnen worden gerekend tot de Britse basisinfrastructuur (grote musea en theaters) dit jaar voor 100% van hun subsidie afhankelijk zullen worden van de opbrengsten van die Britse Staatsloterij. Geld dat op geen enkele manier gegarandeerd is, en dus geen enkele zekerheid biedt. Want afhankelijk van de goklust van de Britten. Dit is des te onrustbarender omdat de bereidheid van het bedrijfsleven om in kunst te investeren nog steeds 30 punten onder het startgetal uit 2008 ligt.
Iets waar men zich ook zorgen over maakt is de stijging van de ticketprijzen van met name de theaters. Die zijn vaak verdubbeld, of meer. Zo steeg het inkomen uit tickets met 12 punten, maar daalde het aantal volwassen theaterbezoekers met 1 punt. Theater wordt dus duurder en exclusiever: “We hebben al een theatersector die het minst afhankelijk is van overheidsgeld in heel Europa.” verklaart voorzitter Samuel West. “Wat we niet willen is een theatersector die onbetaalbaar is voor een aanzienlijk deel van de bevolking.”
[Tweet ““We willen geen theatersector die onbetaalbaar is voor een groot deel van de bevolking.””]Veel zorgen maakt men zich in Engeland ook om de daling van het aantal studenten in de kunst- en creatieve vakken. Dat aandeel nam met 10 punten af, waarmee er in de toekomst weleens een tekort zou kunnen onstaan. Volgens de opstellers van de index blijven overheidsinvesteringen daarom noodzakelijk. Omdat bij uitblijven van groei Engeland zijn positie als culturele wereldleider weleens kwijt zou kunnen raken.