Uiteindelijk blijkt het voor de homo calculus – en wie is dat niet, een ‘berekenend mens’ – toch vooral om de geldwaarde van kunstvoorwerpen te gaan, en pas daarna – soms een hele tijd later – om de schoonheid, de kunstzinnige waarde of de zeldzaamheid. Iedere aflevering van het televisieprogramma Tussen kunst en kitsch toont dit aan. Het geldt ook voor de tentoonstelling 30 jaar Tussen Kunst en Kitsch in 101 ontdekkingen, in het Amersfoortse museum Flehite, waar 101 kunstvoorwerpen te zien zijn. Aanleiding: het populaire programma bestaat dertig jaar.
De veertien kunstdeskundigen van het programma hebben de voorwerpen geselecteerd. Prettig in dit geval is dat prijzig meestal hand in hand gaat met het begrip fraai, of – smaken verschillen – op zijn minst met ‘bijzonder’. Zo is de stenen urn met daarin weer een glazen urn met botrestanten van een Romein beslist niet mooi, maar wel bijzonder en zeer zeldzaam. Dat verklaart de taxatiewaarde van 50.000 euro.
Een topper is het ronde schilderijtje van Pieter Brueghel de Jongere, begin zeventiende eeuw. De eigenaresse kocht het in 1950 voor honderd gulden. De waarde nu: ergens tussen de tachtig- en honderdduizend euro.De voorstelling: een man en een vrouw, buiten rustend bij een boom, op de achtergrond een kasteeltje.
Leuk zijn soms de bijbehorende verhalen zoals de zeldzame penkandelaar die bij de eigenares als wc-rolhouder dienst deed. Het ding is tienduizend euro waard. Of de blauwe karaf met inscriptie plus zilveren dop, gemaakt door Willem Jacobszoon van Heemskerck, in de zeventiende eeuw lakenhandelaar in Leiden. Bij de eigenaresse stond de karaf in een nisje op de schoorsteenmantel waar haar beide katten ‘regelmatig langs jakkerden’. Het breekbare voorwerp is op 70.000 euro getaxeerd.
Het leukst zijn natuurlijk de verhalen over voorwerpen die voor weinig op een rommelmarkt werden aangeschaft, of die al tientallen jaren op zolder stonden te verstoffen, en die bij nader inzien toch heel wat waard zijn. Daar zijn verschillende voorbeelden van.
Een ander topstuk, althans financieel, is een schilderij van Joseph Raphael (1869 – 1950 ). Het is een afbeelding van een huiselijk tafereel, met een meisje, staand in een teil, en een moeder die een kind de borst geeft. Het is in zeer simpele stijl geschilderd, dus daaraan kan het niet liggen dat het op 150.000 euro is getaxeerd. Maar de Amerikaan Raphael had grote invloed op de ontwikkeling van de Californische impressionisten. Dat maakt hem tot een belangrijke schakel.
Echt opmerkelijk is een Nkondi, een negentiende eeuws houten fetisjbeeld uit de Congo. Het absoluut niet mooie voorouderbeeld is volgeslagen met spijkers. In de catalogus hangt er een prijskaartje aan van 150.000 euro.
Naast gebruikelijke kunstvoorwerpen als tekeningen, schilderijen en beelden omvat de tentoonstelling klokken, meetinstrumenten, aardewerk, gebruiksvoorwerpen, sieraden en archeologische vondsten.
De tentoonstelling is ook aantrekkelijk door de grote variatie. Daarnaast valt er volop te genieten van de schoonheid van de kunstvoorwerpen en van de soms verbazend knappe techniek van ambachtskunstenaars.
De rijk geïllustreerde catalogus waarin alle voorwerpen met foto, achtergronden en eventuele bijbehorende anekdotes staan beschreven kost 19,95 euro.
Openingstijden:
Dinsdag t/m vrijdag: 11.00 – 17.00 uur, Zaterdag en zondag: 12.00 – 17.00 uur. Maandag gesloten. Op Koningsdag ook gesloten. Museumjaarkaart geldig, met een toeslag van 2 euro. De expositie duurt tot en met 12 juli.
Tekst en foto´s: Kees Quaadgras