Vanaf vandaag toert de documentaire voorstelling Tagfish door Nederland. Het Belgisch theatercollectief Berlin maakt sinds 2004 fijnzinnige theaterinstallaties, spelend op de grens van documentaire en fictie, televisie en theater, actualiteit en eeuwigheid.
Tagfish gaat ogenschijnlijk over de perikelen rond de herontwikkeling van een stukje braakliggend kolenmijngebied bij Essen. Die Zeche Zollverein had al vóór de sluiting in 1986 een monumentale status en werd in 2001 tot UNESCO werelderfgoed uitgeroepen. Rem Koolhaas tekende het masterplan en tussen het stilgelegde staal, de rode baksteen, het beton en de her en der opschietende bosschages werd langzaam een ‘culturele zone‘ ingericht, bij theaterliefhebbers bekend vanwege het uitstekende theaterprogramma van Pact Zollverein en de Ruhrtriënnale.
Tagfish richt zich op een onderdeel van deze enorme omschakeling, het plan van communicatieprofessor en projectontwikkelaar Rempen, dat een slordige 140 miljoen vergt, te fourneren door de Saudi Hani Yamani. Het lijkt veel, maar binnen de herstructurering van het Ruhrgebied is het natuurlijk peanuts. En zo praten de projectontwikkelaar, de stedebouwkundige planner, de financiële controller en de architect er dan ook over.
Eigenlijk – al is het moeilijk toegeven – weet je als toeschouwer vanaf het begin dat dit verhaal te mooi is om waar te zijn: een sjeik die werelderfgoed koopt om te investeren in een wellness-hotel, een kunstacademie en een creatieve-bedrijfjes-verzamelpand? Als Berlin het politieke pokerspel had willen tonen, dan had ze echte pokeraars aan tafel gezet. Tagfish confronteert de toeschouwer met iets heel anders dan het politieke spel.
In een prachtige montage van documentaire beelden en kleine theatrale gestes, ensceneert Berlin de omgangsvormen van de mannen, zoals die echt bestaan, en niet alleen in de krant. Ze zijn bereid geweest hun jarenlange onderhandelingen met elkaar en naar men beweert ook met de sjeik nog eens uit de doeken te doen voor de camera van Berlin. De virtuele vergadering die zo onstaat, onder leiding van ene meneer Finger, is hilarisch. Tagfish is pokerjargon voor risicoloos spel en dat is wat de mannen doen.
Tagfish ridiculiseert niet zozeer de macht van bestuurders, als wel hun luchtfietserij. Door indruk op elkaar te maken met holle frases en dikke gebaren, door zichzelf en elkaar vreselijk serieus te nemen (zoals alleen mannen dat kunnen) houden ze het proces jarenlang gaande, zonder enig tastbaar resultaat. De leegte spreekt niet alleen uit hun taal. Ook uit het decor stijgt een vrolijke grafstemming op. Het brengt de anonimiteit van sjieke hotelketens en het klatergoud van casino’s in herinnering. Wat zich voordoet als documentaire, ontpopt zich zo langzaam als een hedendaags sprookje: er waren eens vijf mannen, zij hadden een fantastisch plan, maar een boze sjeik gooide roet in het eten.
Horror Vacui heet de serie waarvan Tagfish het eerste deel is. Vorig jaar was deel 3, Perhaps all the Dragons, te zien tijdens Festival de Keuze in Rotterdam. Voor de tour langs Den Bosch, Eindhoven, Utrecht, Almere en Rotterdam, zie de website van Berlin