Met Henry van Itamar Serussi maakt Scapino Ballet Rotterdam een spannend statement. De kickoff van het jubileumseizoen is namelijk geen oubollige terugblik op 70 jaar dansgeschiedenis, maar staat midden in het heden en kijkt vooruit. Scapino doet dat met een relatief onbekende choreograaf die zijn eerste avondvullend werk levert, in een ongebruikelijke dansstijl.
Mars
Helemaal onbekend is de Israëliër Itamar Serrusi niet. Hij is al een jaar huischoreograaf bij Scapino Ballet Rotterdam. Daarvoor was hij zeer productief bij Danshuis Station Zuid. Hij heeft dus wat in zijn mars. Sterker nog: hij is een beetje een hype op dit moment en het hoeft niet lang te duren of hij krijgt zijn eigen gezelschap. Met Henry laat hij zien dat hij dat ook aan kan: er zit balans en eenheid in zijn eigenzinnige, communale werk. Bovendien schijnt de choreograaf als het nodig is in de studio te slapen, dus ook met zijn betrokkenheid zit het wel goed.
The morning after
Vijftien luchtig geklede dansers liggen in plukjes op een wit toneel. Een staat rechtop, hij waakt. Het lijkt op het strand van Eilat, of een Grieks party-eiland, de ochtend na een heftige nacht. Jean Gabriel Maury begint een krachtige solo, op industrial-ambient muziek van Richard van Kruysdijk. Langzaam staan meer dansers op en ontstaat er een collectieve, dreunende gemeenschap van beweging: in golven nemen de dansers er aan deel of stappen er weer uit.
De dans is on-Hollands [hints]In Dagblad Trouw is het volgende te lezen: “Al meer dan vijfentwintig jaar is Nederland een vruchtbare bodem voor Israëlische dansmakers. Van ‘oude rotten’ als Itzik Galili, tot een aantal jaar geleden met zijn Galili Dance een van de toonaangevende groepen in het Nederlandse dansbestel, tot bovengenoemde makers, én nieuwkomers als Mor Shani, artist in residence bij Dansateliers Rotterdam en bij ICK Amsterdam. Er blijkt een behoorlijk consistente danslijn te lopen vanuit Tel Aviv naar de Nederlandse dansklei. En het Nederlandse publiek blijkt bijzonder gevoelig voor de danstaal uit het beloofde land.”[/hints]: impulsief, geladen, en vanuit het bekken. Er is geen vocabulaire van gestileerde bewegingen of afgemeten passen. Je kunt hier als danser gewoon rondlopen, stilstaan, kruipen of springen en dat alles op een non-academische manier. Geen hang dus naar atletisch perfectionisme. Eigenlijk kijk je naar een danswerkplaats, op een groot podium, met een ensemble van ijzersterke dansers. Een verademing dat een in Nederland werkzame choreograaf op een groot podium de doctrine van ‘elke vierkante centimeter vullen met beweging’ doorbreekt.
De belichting sluit net zo nauw aan als de muziek. Want waar het geluid met een knal door zijn barrière heen breekt en een nieuwe fase inluidt, acteert een lichtbaan zelfstandig en stuurt de dansers aan.
Wanneer is dans dans?
Serussi bevraagt de conventionele ideeën over dans. Waarom moet er een plot zijn? Waarom moet alles tot in de puntjes geordend? Toch trekt hij bepaalde conclusies niet door. Want de dansers zijn weliswaar serieus bezig in een in zichzelf gekeerd universum van herinneringen, maar soms wenden ze zich tot het publiek. Dat maakt de dans minder gesloten. Zo verraadt hij dat hij wel degelijk iets aan het opvoeren is.
Henry past met zijn gedeconstrueerde, no-nonsense dans goed in deze tijd. Jonge dansers die zich met lef manifesteren en als los zand op elkaar reageren. Henry is dans die waar is. Niet per se af, pretentieus of volmaakt. Het gaat om het proces, de intensiteit van de beweging, de weg ergens naartoe.
Het woord ‘Ballet’ kan nu wel definitief uit de naam van het Scapino Ballet Rotterdam.
Bekijk hier het jubileumprogramma