Op 20 november 1961 werd Michael Rockefeller opgegeten door Peppie de kannibaal. Het gebeurde op een modderige rivierbank in de Asmat, een moerasgebied aan de zuidkust van het huidige Papoea Nieuw Guinea. Schokkend genoeg, dat feit. Schokkend is ook dat niemand er officieel van op de hoogte is. Er zijn nooit daders aangewezen, niemand heeft bekend, maar er zijn wel vier stamhoofden terechtgesteld door de Nederlandse overheid. Volgens de officiële geschiedenisboeken en de Nederlandse regering is Michael Rockefeller overigens nog steeds vermist.
Zo’n verhaal en wat daar achter steekt, waar gebeurd maar te curieus om geloofwaardig te zijn, is typisch iets voor Leon Giesen. Dat vond tenminste de man achter Mondo Leone zelf al in de jaren negentig. Hij werkte toen nog bij de VPRO als programmamaker, maar stond op het punt om met een cameraploeg af te reizen naar het land van de – voormalige – koppensnellers. Politieke onrust in de regio en het gerucht dat nog niet elk lid van de lokale bevolking het koppensnellen had afgezworen, weerhielden hem destijds. Zo misten we toch een mooi verhaal, zoals dat van de Schat van Hitler, waarmee hij een paar jaar geleden iedereen verraste.
Groot was de blijdschap van Giesen dan ook toen hij ontdekte dat een Amerikaanse journalist zich nogal diepgaand in de zaak verdiept bleek te hebben. Deze Carl Hoffman, gelauwerd auteur voor onder meer de National Geographic Traveller, beet zich vast in het verhaal, omdat het tenslotte ging om een telg uit een zeer vooraanstaand Amerikaans gslacht: de Rockefellers. Voor de reconstructie van de gebeurtenissen voor, tijdens en na de ‘verdwijning’ van Michael Rockefeller, reisde hij de hele wereld over. Twee keer verbleef hij ook in de Asmat, als gast van de mensen die wisten wie de jonge antropoloog Rockefeller had opgegeten. Het leidde tot een indrukwekkend boek, dat ondanks het gedegen onderzoek en omvangrijke notenapparaat, leest als een avonturenroman: Savage Harvest.
Leon Giesen las het boek, was onder de indruk en nodigde Carl Hoffman thuis uit. Hij organiseerde een bescheiden fundraiser om Hoffmans vliegticket te kunnen betalen. Die fundraiser bestond uit een avond in de studio die Giesen sinds een paar jaar met Mondo Leone heeft, en waarin hij regelmatig sessies voor publiek houdt, weg van de theaters en concertzalen waar zijn Mondo Leone steeds meer naartoe gegroeid was.
Soundtrack
Leon Giesen vertelde zijn eigen verhaal, voordat Carl Hoffman aan het woord kwam. En, opdat deze intieme avond toch een beetje Mondo Leone zou worden, speelde Leon ook nog een stukje gitaar: de soundtrack van het droeve verhaal over het ellendige einde van een wat naïeve miljonairszoon, maar vooral ook het droeve verhaal van een stam die moet overleven in een wereld die totaal niet meer de hunne is.
Na afloop bleef het nog lang onrustig in de kleine studio van Leon. Je kon er praten met een kraamverzorgster, een vastgoedadviseur, een kunstenaar en een lokale televisiegrootheid. De drankjes kostten een euro. De diehards doken na afloop nog de kroeg in. De uitgever kon met een aardige opbrengst aan verkochte boeken naar huis. Het was fijn.
Vraag voor jou:
Een jaar geleden kondigde ik aan dat klein het nieuwe groot was. Ik baseerde dat op de ervaring dat ik steeds meer kunstenaars in alle disciplines zag experimenteren met ‘salon’-achtige manifestaties. Deze intieme Mondo Leone is er een goed voorbeeld van. En er komen inderdaad steeds meer kleine kunstevenementen, merken we hier in de mailbox. Zelfs, of misschien vooral, grote festivals experimenteren ermee. In de beeldende kunst, maar ook in de podiumkunsten.
Vertel ons over zulke pareltjes. In de comments hieronder.
Savage Harvest van Carl Hoffman is inmiddels ook in een Nederlandse vertaling te krijgen: Wreed Paradijs, vertaald door Chiel van Soelen en Pieter van der Veen. www.nieuwamsterdam.nl/hoffman