De jaarlijkse uitreiking van de International PEN-Awards tijdens de opening van Winternachten in Den Haag is nooit een echt gezellige toestand. Immers kan ieder jaar wel een van de gelauwerden niet zelf de prijs in ontvangst nemen. Omdat ze gevangen genomen is, omdat hij vermist is, of ziek. Dit jaar, donderdag 14 januari in het Theater aan het Spui, kon voor het eerst geen van de winnaars aanwezig zijn.
De Turkse journalist Can Dundar werd in november gearresteerd nadat hij onthuld had hoe de familie van president Erdogan wapens levert aan IS. Hij zit alweer 51 dagen vast. Zijn vrouw nam de prijs in ontvangst. Omar Hazek zou eerst wel komen. De Egyptische dichter en criticus van het Moubarak-regime zat vast wegens subversieve activiteiten, maar was inmiddels weer een paar weken vrij. Donderdagochtend 14 januari werd hij op het vliegveld van Alexandrië tegengehouden. Hij kon niet naar Den Haag vliegen om daar zijn PEN Award in ontvangst te nemen.
Het lot van de Egyptenaar is dan nog gunstig vergeleken bij dat van de derde winnaar. Van de Eritrese dichter Amanuel Asrat weet namelijk niemand nog of hij überhaupt in leven is, sinds hij in 2001 werd opgepakt. Zijn vriend Habtom Yohannes nam voor de verdwenen dichter de honneurs waar. Maar niet zonder een stevig verwijt naar de westerse collega’s van Asrat. Volgens Yohannes hebben die sinds 2001 niets gedaan om hun Eritrese collega vrij te krijgen. Er zijn geen acties geweest, geen boycots. In plaats daarvan lieten zij volgens de krachtig optredende Yohannes toe dat de Nederlandse regering 200 miljoen investeert in de corrupte dictatuur die Eritrea is. Hij was hier om de PEN Award in ontvangst te nemen, maar maakte duidelijk dat hij die vijftien jaar te laat vond komen.
Het is niet gebruikelijk om de gever van een prijs direct te wijzen op diens fouten, en dus ging het verwijt van Yohannes nadrukkelijk niet naar het bestuur van PEN International, maar naar de auteurs die er lid van waren. Een subtiel verschil, maar belangrijk genoeg om de organisatie die dit jaar onder vuur kwam te liggen wegens een conflict over een prijs voor Charlie Hebdo, niet helemaal verzuurd te laten raken. Manon Uphoff, voorzitter van PEN Nederland, kwam er nog kort op terug, door te stellen dat het westen de blik afwendt van alle schrijvers die wereldwijd echt zwaar onderdrukt zijn, terwijl hier, waar de vrijheid van meningsuiting nooit in gevaar is, een enkel incident tot wereldramp wordt opgeblazen.
Het zal nog wel even onrustig blijven, in schrijversland.