In de jaren zestig begon Louis van Gasteren (1922-2016) al aan ‘Nema Aviona za Zagreb‘. Pas veertig jaar later voltooide hij deze film door koppige volharding alsnog. Toen Van Gasteren vier jaar geleden dit autobiografische werkstuk in EYE ten doop hield zag ik daar een man die fysiek misschien niet meer de sterkste was, maar die het publiek nog altijd met genoegen trakteerde op scherpe en uitdagende uitspraken. Het is dat hij op 10 mei is overleden, anders was hij ongetwijfeld een enthousiast supporter van het Brandend Kalf geworden.
Deze zoon van een artiestenechtpaar was aanvankelijk elektricien maar vond alsnog zijn roeping als filmer en producent, bohemien en beeldend kunstenaar. Bijna had ik geschreven ‘documentairemaker’, maar hij maakte ook enkele speelfilms en ik vermoed dat hij zichzelf liever cineast noemde. Kunstenaar in de omgang met de werkelijkheid. Klassieke wortels, eigengereide uitvoering. Iemand die je niet ging interviewen zonder een mooi flesje goede witte wijn mee te brengen.
In het hoofd van Van Gasteren
NPO 2 vertoont vanavond (13 mei) ‘Hans, het leven voor de dood‘, Van Gasterens portret van de dichter-componist Hans van Sweden die in 1964 op 24-jarige leeftijd een einde aan zijn leven maakte. Een voortreffelijk portret, bekroond met een Gouden Kalf en de prijs van de Nederlandse filmkritiek. Misschien wel Van Gasterens beste film. Maar wat moeten we zien om de maker zelf beter te leren kennen?
In de eerste plaats natuurlijk ‘Nema Aviona za Zagreb’. Een associatief zelfportret vol anekdotes, kwajongensstreken, bespiegelingen en herinneringen. Een ware blik in het hoofd van Van Gasteren, die in die tijd naam maakte met onder meer het veelbesproken ‘Omdat mijn fiets daar stond‘. Deze korte film over het optreden van de Amsterdamse politie werd in 1966 verboden voor openbare vertoning. Als dat geen mooi wapenfeit is!
Oorlog
Terugblikkend realiseer ik me dat eigenlijk een heel groot deel van zijn omvangrijke oeuvre op een al dan niet indirecte manier iets zegt over Van Gasteren zelf. Heel anders dan bovengenoemde titels, maar even typerend is het destijds omstreden ‘Begrijp je nu waarom ik huil?‘ (1969). Van Gasteren laat daarin zien hoe een concentratiekampoverlevende een therapeutische behandeling met LSD ondergaat.
De oorlog is van Gasteren zelf ook – op een andere manier weliswaar – blijven achtervolgen. Toen ik hem in 2002 interviewde stelde hij: “Dat ik ‘Begrijp je nu waarom ik huil?’ heb gemaakt, was een kwestie van identificatie. Je kunt wel zeggen, einde van de oorlog, over tot de orde van de dag, maar dan blijft er toch, in mijn geval, een liquidatie van iemand die voor mijn bescheiden verzetsgroep gevaar opleverde. Dat zijn keuzen die er niet om liegen. Dan ga je toch later door fasen heen waarin je je afvraagt: heb ik het hoogste offer wel gebracht, had ik niet in het kamp moeten komen, had ik niet dood moeten zijn?”
In de jaren negentig leidde die kwestie nog tot veel rumoer en de nodige, onder meer door Van Gasteren aangespannen rechtszaken.
Protest
De oorlog en de jaren zestig dus. Want, zo snappen we inmiddels wel, ook het maken van het indringende portret en tijdsbeeld ‘Hans, het leven voor de dood’ had veel te maken met identificatie, met Van Gasterens omhelzing van het roerige protest van die tijd. Hierover merkte hij op: “Het gaat niet alleen over Hans van Sweden, maar heeft ook te maken met mijn eigen leven, met de teloorgang van idealen, met de rollen die we spelen. Ik scheer daarin mijn baard en snor af. Ik had een snor met een krul waarin ik eens een parel had gelijmd zodat het leek alsof ik permanent huilde. Dat was het verzet tegen de calvinist in mezelf. Maar wat een povere vertoning. Daar had ik op dat moment absoluut genoeg van.”
Om een en ander af te ronden met de overpeinzing: “Het ideaalbeeld van de mens is vastgelegd in religies en politieke ideologieën, maar daar komt allemaal geen bliksem van terecht. Sinds wij met een neocortex zijn opgezadeld is het afgelopen met de menselijke soort.”
Nee, een optimistisch baasje was Van Gasteren niet. Bij de pakken neerzitten deed hij evenmin. Hij kon ook van onvervalste bewondering getuigen, zoals voor de ingenieurs die in de negentiende eeuw Hollandse waterwerken in Japan introduceerden (‘In een Japanse stroomversnelling‘).
Schelmenstreekje
En mocht u soms het gevoel bekruipen dat Van Gasteren wel eens een pedante zeurpiet was, dan verandert dat weer moeiteloos in het tegendeel na het zien van ‘Do You Get It nr. 4‘. In deze kleine klassieker verandert een ogenschijnlijk argeloze opname van een dorpsstraatje op Sardinië ongemerkt in een briljant opgezette kijkoefening. Vanaf het balkon van zijn hotel laat Van Gasteren zijn oog misprijzend dwalen over het alledaagse gescharrel van de dorpelingen, en besluit dat het beter kan. Na afloop vragen we ons vertwijfeld af wat nu de werkelijkheid was, en waar we in de maling zijn genomen. Zo is hij dus ook. De speelse Van Gasteren die ons aan het nadenken zet over echt en onecht, over de zogenaamde realiteit, over manipulatie door de filmmaker en interpretatie door de kijker. Een even onverwacht als subliem schelmenstreekje.