De poëzievoordrachten vormen het hart van Poetry International festival. Anneke Brassinga, Laura Accerboni en Jeet Thayil lezen alle gedichten die ze voor het het Poetry international Festival hebben meegenomen. De vertalingen naar het Nederlands en/of Engels worden simultaan met de voordracht mee geprojecteerd, zodat u er geen woord van hoeft te missen. Voorafgaand aan hun voordracht worden de dichters kort geïntroduceerd. Presentatie: Tsead Bruinja.
Laura Accerboni’s (Italië, 1985) gedichten ogen als nuchtere analyses van gemoedstoestanden en waarnemingen, maar de onderkoelde toon die ze daarbij hanteert versterkt de dramatische lading van haar werk. De condition humaine op de snijtafel van het gemoed.
Jeet Thayil, een van de belangrijkste Engelstalige dichters van India, combineert een kosmopolitisch geluid met een pure, zeer persoonlijke stem. Het rauwe van zijn eigen drugsverleden verwoordt hij expliciet en ongecensureerd. In zijn gedichten voert Thayil je mee naar een intrigerende wereld die beurtelings herkenbaar is en dan weer mijlenver weg, van de grimmige drugsscene van New Delhi met z’n de duistere steegjes naar het weelderig landschap van zijn geboortestreek Kerala en de klanken van het Malayalam.
De onafwendbaarheden van het leven, de tijdelijkheid der dingen, het verlies, de misrekening, de illusie, ze zijn in Brassinga’s poëzie nooit ver weg. Bijzonder is dat ze deze existentiële orde niet in loodzware massieve zinnen giet, maar in zinnen die luchtig en vitaal zijn en die hilariteit niet schuwen. Brassinga’s gedichten voegen nieuwe waardevolle details aan onze wereld toe.