Geen acteur te zien in de zaal van Theater de Veste in Delft. Alleen een huis met muren en dak van doorzichtig doek. Daar kunnen dertig mensen in. Op de wanden van de zaal daaromheen trekken geprojecteerde beelden in wervelende vaart voorbij. Dat is fascinerend: gewoonlijk, als je in een huisje zit, sluiten de muren je af van de omgeving, maar deze keer geven ze juist uitzicht op een wereld zo groot en prachtig als je nooit meemaakt in het gewone leven.
‘Mijn huis, de rest van de wereld en daarbuiten’ heet de installatie van beeldend theatermaakster Judith Nab. Vier jaar werkte ze in Leiden, Zürich, Almere en Frankfurt met kinderen en wetenschappers. Ze liet hen vertellen over het heelal, de diepste diepten van de zee en het binnenste van de aardbol, kortom, over onderwerpen zonder grens, onderwerpen die voor een groot deel onbekend zijn. Met het materiaal dat dit project opleverde, maakte ze een theaterinstallatie voor kinderen (8+), maar nadrukkelijk ook voor volwassenen. Tekeningen, animaties, video-opnames, diaprojecties, muziek, geluid en interviews zijn naadloos gecombineerd en nemen de toeschouwer op in een overweldigend universum. En alsof dat nog niet genoeg is, heeft Judith Nab onder dezelfde titel een boek samengesteld, met daarin nog meer teksten en tekeningen dan in de voorstelling te zien zijn.
Het is fantastisch te ontdekken dat de kinderen en wetenschappers met dezelfde verbeeldingskracht praten over gebieden waartoe de mens nog nooit heeft kunnen doordringen. Beide groepen tonen het vermogen vrij te denken, anders dan normaal, niet gebonden aan de beperkingen van wat alledaags, logisch en volgens de regels is. Natuurlijk wordt de fantasie van wetenschappers gestuurd door hun vakkennis, maar als ze niet konden speculeren en dromen, zouden ze niet veel verder komen met hun wetenschap.
En het blijkt dat de fantasieën van kinderen vaak verrassend aansluiten op wat in de werkelijke wereld wordt ontdekt. Ze bedenken een capsule waarmee mensen in de diepzee kunnen afdalen. Daar komen ze de meest fantastische zeebewoners tegen. In werkelijkheid dalen we inderdaad steeds dieper in de oceanen. Het leven dat we daar ontdekken is minstens zo bizar als wat de kinderen vrij in hun fantasie hebben laten opkomen. De natuur is net zo vindingrijk en onuitputtelijk als onze dromen.
Diep in de oceaan is het volstrekt donker. Nou, dan bedenken we toch gewoon vissen met lampjes. Die blijken dus werkelijk te bestaan. En ze lijken met hun scharnierende ledematen ook nog op de geavanceerde technologische toestellen die de mens ontwikkeld heeft.
Een jongen fantaseert dat hij de ruimte in vliegt met zijn gedachten als brandstof. Wie weet wat voor geniale oplossing er ooit nog eens uit zo’n fantasie voortkomt voor het energievraagstuk.
Als je de zaal verlaat, brand je van verlangen zelf ook je fantasie zo ver uit te laten waaieren. De mens doet voortdurend zijn best meer te weten te komen. Maar stel je voor dat we alles wisten! Ontdekkingen kunnen dan niet meer worden gedaan. En de fantasie zou dan leven als een dier in gevangenschap. Zou het ooit zover komen? Dat is het enige dat ik me niet kan voorstellen. We zullen altijd dromen. Je weet nooit van tevoren wat je droomt. Dus alles weten zullen we nooit. Ontdekkingen houden nooit op.
Theater De Veste, Delft, 8 t/m 20 juni
Meer informatie: www.judithnab.nl
Het boek is verkrijgbaar in de boekhandel