Jetse Batelaan is een van de grootste theatervernieuwers van deze nog jonge eeuw. Zijn ster rees in 2003, met een voorstelling waarin vijf unieke acteurs de werkelijkheid theater maakten, en omgekeerd. Nu, 13 jaar later, is Batelaan al een tijdje de baas van een van ‘s lands beste jeugdtheatergezelschappen en verlegt hij de grenzen van die bedrijfstak opnieuw. En dat allemaal op een uiterst prettig schurende manier. Net als na zijn eerste werk, kijk je na het zien van ‘Hoe de grote mensen weggingen en wat er daarna gebeurde’ anders tegen het theater aan. En het leven, natuurlijk. Wat wil je nog meer.
In de voorstelling, die op vrijdag 12 augustus in Tilburg in première ging als een van de hoogtepunten van Festival Boulevard, verlaten de professionele acteurs halverwege het toneel. Het middeleeuwse dorpje dat als decor is opgebouwd, en dat weer heel erg lijkt op het boerderijtje dat we aan het begin van het festival zagen in Zvizdal (o, heerlijk toeval op een festival), is leeg, op de tot dan toe alleen gesuggereerde kinderen na.
Koptelefoons
Via een slimme, onopvallende werving zijn een tiental kinderen uit het publiek vooraf aan de voorstelling voorzien van koptelefoons. Zij staan nu op uit de zaal, lopen weg bij hun ouders en klimmen op het toneel. Zij laten ons zien wat er precies met de kinderen gebeurde toen de grote mensen weggingen uit dat dorpje. Ze bedenken dat niet zelf, maar voeren de handelingen uit die hen via de koptelefoons worden opgedragen.
Wat tot dat moment nog lijkt op een grappige vondst, verandert in de laatste drie kwartier van het stuk in iets dat veel meer zegt over generaties en verandering dan een gewoon toneelstuk zou kunnen. De kinderen nemen de boel over, verstoren de wereld die hun ouders hebben achtergelaten en kunnen uiteindelijk zelfstandig opnieuw beginnen.
Misbruik?
Kinderen op het toneel, daar verliest ieder serieus acterend mens het van. Hun onbevangenheid en schaamteloosheid trekt de aandacht, en elk volwassen mens is biologisch gedwongen tot totale overgave voor de uitstraling van kinderen, zoals dat ook geldt voor puppy’s en kittens. Maakt Jetse Batelaan dus misbruik van dat gegeven, door kinderen op te voeren die zich niet bewust zijn van het effect waarvoor ze worden ingezet? Eerder dit festival was er een recensent die weigerde een waardeoordeel te geven over de voorstelling MONA, waarin een twaalfjarige de tekst van Griet Op de Beeck’s bestseller uitsprak. Ook dat kind zou zich niet bewust zijn van de impact op zichzelf en op het publiek van haar optreden.
Mijn repliek daarop is simpel: hoeveel volwassen, professionele toneelspelers zijn zich ten volle bewust van het effect van wat ze doen? Een heel klein percentage, vrees ik. Uiteindelijk zijn wij, de toeschouwers, altijd degenen die in ons hoofd het verhaal afmaken, zonder de verteller daar in te betrekken. In het theater, voor de televisie, of op het favoriete caféterras, waar we fantaseren over die rare mensen aan de overkant. Het leven is nu eenmaal zelf theater. En Batelaan maakt ons daar op een heel nieuwe manier bewust van.