Hollanders in huis heet de nieuwe tentoonstelling in het Mauritshuis, en dan krab je je even achter de oren: het Mauritshuis richt zich toch altijd op schilderkunst uit de Nederlanden? Ditmaal gaat het echter om Hollandse meesters uit de Britse Royal Collection. De keus viel op topkwaliteit genrestukken, waaronder beroemde als De muziekles van Johannes Vermeer. Hun tijdelijke komst naar Den Haag droeg bovendien bij aan lopend onderzoek naar het werk van Jan Steen.
Genrestukken verbeelden taferelen uit het dagelijks leven, in dit geval het dagelijks leven in de zeventiende eeuw. De schilderijen zijn gemaakt voor woonhuizen, maar belandden in paleizen: in de gigantische verzameling van het Britse koningshuis. ‘A match made in heaven,’ noemt directeur Emilie Gordenker van het Mauritshuis de tentoonstelling: ook de collectie van het Mauritshuis was ooit van ons koningshuis. Daarnaast zijn beide collecties gevestigd in paleizen (het Mauritshuis was een stadspaleis) en waren enkele stukken van het Mauritshuis ooit onderdeel van de Royal Collection. Eén daarvan, De jonge moeder van Gerrit Dou, is nu op de tentoonstelling te zien.
Dutch Gift
Het kan raar lopen in de geschiedenis van schilderijen. De Nederlanden schonken de Engelse koning Charles II in 1660 een grote collectie schilderijen, waaronder twee Nederlandse. Toen de Hollandse stadhouder Willem III in 1688 ook koning van Engeland werd, kwam die collectie inclusief deze Dutch Gift in zijn eigendom. Voor zijn schilderijengalerij op paleis Het Loo haalde hij een aantal schilderijen naar Nederland. Die doeken gingen nooit meer terug.
‘Dat noemen wij dan weer gekscherend The English Gift,’ zegt Desmond Shawe-Taylor. Als surveyor (curator) van de Royal Collection houdt hij toezicht op de gigantische verzameling, die onder andere 7000 schilderijen bevat, 500 tekeningen van Leonardo Da Vinci en veel kunstnijverheid. Ook zorgt hij ervoor dat werken uit de collectie regelmatig op tentoonstellingen te zien zijn, in en buiten het Verenigd Koninkrijk. Bij de tentoonstelling in het Mauritshuis was hij nauw betrokken. Samen met het museum zocht hij de mooiste genrestukken uit.
Wat de grap lijkt, is de grap
Voor ons eenentwintigste-eeuwers zijn de voorstellingen soms moeilijk te begrijpen. Een gebroken pijp op de grond, een man en vrouw die samen musiceren, een uil op de rand van een bootje – wat betekenen al die symbolen? We moeten het onszelf niet te moeilijk maken, adviseert Shawe-Taylor: ‘Wat op het schilderij de grap lijkt te zijn, is waarschijnlijk ook de grap.’ De schilderijen bevatten vaak een moraal, maar ook die ziet hij eerder met een knipoog dan met opgeheven vinger.
Jan Steen-onderzoek
De vijf uitgeleende werken van Jan Steen zijn vóór aanvang van de tentoonstelling grondig onderzocht. Het Mauritshuis doet al jaren materiaalonderzoek[hints]met medewerking van laboratoria van Shell.[/hints]. ‘Er is veel onzekerheid over Steens oeuvre, omdat hij maar ongeveer één op de tien werken dateerde,’ zegt conservator Ariane van Suchtelen. ‘Daarom is de chronologie van zijn werk moeilijk te bepalen.’
Gelukkig verhuisde Jan Steen nog vaker dan de schilderijen uit de Royal Collection. Hij woonde in Delft, Den Haag, Haarlem en tot drie maal toe in Leiden. Daarom zoekt men nu in piepkleine verfmonstertjes naar schildersmaterialen die duidelijk afkomstig zijn van ambachtslieden uit één van die woonplaatsen. In de ene stad werd bijvoorbeeld de verfstof smalt anders gemengd dan in de andere. ‘In Leiden was Steen bevriend met Frans van Mieris,’ weet Van Suchtelen. ‘Dan kijken we op welke schilderijen van Steen er vergelijkbare materialen voorkomen als op die van Van Mieris uit die periode. We maken een statistische database, waarin we zo veel mogelijk patronen proberen te vinden. Zo hopen we de ongedateerde schilderijen beter te plaatsen.’
Experimenteel
Zo vaak als mogelijk is onderzoekt het Mauritshuis naast de vijftien eigen werken ook die uit andere collecties. De Royal Collection is blij met het onderzoek naar hun vijf schilderijen. Shawe-Taylor: ‘Er is hier veel kennis aanwezig, en we hebben niet de tijd en middelen om het zelf te doen.’
Van Suchtelen benadrukt dat het onderzoek werk in uitvoering is en van een experimenteel karakter. ‘Wat we doen is niet eerder op deze manier gedaan, dus er is weinig onderzoeksmateriaal om op voort te bouwen.’ Toch zijn er alvast leuke vondsten te melden: zo kwamen bij het onderzoek hier en daar onderliggende tekeningen te voorschijn.
Koninklijk bezoek
Voor wie dit allemaal nog niet genoeg is komt Catherine, de Hertogin van Cambridge, de tentoonstelling op 11 oktober bekijken. Helemaal nieuw is de collectie overigens niet voor haar: Catherine studeerde kunstgeschiedenis aan de University of St Andrews.
Hollanders in huis: Vermeer en tijdgenoten uit de Britse Royal Collection, te zien in het Mauritshuis. Verlengd tot en met 5 februari 2017