Het Nederlands, dames en heren, is zo’n beetje de moeilijkste taal van de wereld en elke commissie die daar verbetering in wil aanbrengen maakt het alleen maar erger. Dat vind ik als professioneel taalgebruiker al jaren, en het is nu gelukkig bevestigd door mensen die er echt verstand van hebben: vertalers.
De eerste dag van het Internationaal Literatuurfestival Utrecht (ILFU) was hun dag en het was een hele leuke dag. Vol met aardige mensen uit Estland, Roemenië, Amerika, Japan, China en andere uithoeken van de wereld die allemaal razend enthousiast naar Nederlanders komen luisteren. Omdat het hun vak is: ons vertalen.
Grappenmaker
Dat vertalers vaak zulke aardige mensen zijn is echter ook een probleem. Dat betoogde Tim Parks, zelf schrijver maar ook vertaler, bij zijn openingsspeech. Schrijvers zijn namelijk helemaal niet aardig. Schrijvers zijn er vaak op uit om hun lezer het leven moeilijk te maken. En dan zijn er dus van die aardige vertalers die dat – in bijvoorbeeld het Italiaans – voor de lezer willen verhelderen. Het gevolg is dat de vertaling helemaal niets meer met het oorspronkelijke boek te maken heeft, maar dat hoort ook een beetje bij de literatuur.
[bol_product_links block_id=”bol_59158894d9553_selected-products” products=”9200000046134203,9200000025901043,9200000071824782,1001004008563574″ name=”ilfu” sub_id=”tim parks” link_color=”003399″ subtitle_color=”000000″ pricetype_color=”000000″ price_color=”CC3300″ deliverytime_color=”009900″ background_color=”FFFFFF” border_color=”D2D2D2″ width=”590″ cols=”2″ show_bol_logo=”0″ show_price=”1″ show_rating=”1″ show_deliverytime=”1″ link_target=”1″ image_size=”1″ admin_preview=”1″]Parks is een begenadigd spreker en heerlijk Britse grappenmaker. Zulke openingsspeeches heb je nodig bij een festival dat met al die vrolijke literair vertalers een opvallend jeugdige en betrokken publieksgroep binnen had gehaald. Nerds ook. Maar dat is voor de niet ingewijde buitenstaander eigenlijk alleen maar leuker.
Rondschooieren
Wel jammer, bij deze openingsavond, was het gebrek aan ‘vrije ruimte’. TivoliVredenburg mag dan het mooiste uitzicht van het land hebben en Cloud 9 een heel prettige maat: veel gelegenheid tot rondschooieren was er niet. De programma-onderdelen sloten precies op elkaar aan. Er is geen foyer met zitjes, zoals bijvoorbeeld wel aanwezig is in het Theater aan het Spui tijdens collegafestival Writers Unlimited in januari. Misschien is dat op de tweede avond, wanneer het hele circus noodgedwongen een verdieping lager plaatsvindt, beter geregeld.
Maar eigenlijk is er ook geen reden om programma-onderdelen te willen missen. Daarvoor is het allemaal te bijzonder. Zo waren er drie Nederlanders die Chinees vertaalden, van klassiek tot hypermodern. Buitengewoon amusant en ook leerzaam. Amusant om te horen hoe kort een kort verhaal in het Chinees is, vergeleken met de vertaling ervan in het Nederlands. We zitten ongeveer op een factor 10. Komt vooral omdat het Chinees een beeldtaal is, zonder grammatica, zonder tijden, zonder persoonsvormen. Die moet je er als vertaler allemaal bij maken, en dat geeft die berg ruis die wij spreken en schrijven noemen. Is een Chinees een minuut of tien aan het woord, weet dan dat hij zojuist zeven delen van Voskuils Het Bureau heeft voorgelezen.
[bol_product_links block_id=”bol_5915896e6ebe4_selected-products” products=”1001004007626259,666776840″ name=”ilfu” sub_id=”mark leenhouts” link_color=”003399″ subtitle_color=”000000″ pricetype_color=”000000″ price_color=”CC3300″ deliverytime_color=”009900″ background_color=”FFFFFF” border_color=”D2D2D2″ width=”590″ cols=”2″ show_bol_logo=”0″ show_price=”1″ show_rating=”1″ show_deliverytime=”1″ link_target=”1″ image_size=”1″ admin_preview=”1″]Bloedspetters
Dat vertalers aardig zijn zorgde er op de openingsavond ook voor dat een Translation Slam, bedoeld om elkaar is flink in de haren te vliegen met mierenneukerij over vertalingen van gedichten, uitliep op een uiterst onderhoudend conversation piece. Geen bloedspetters, geen stemverheffing maar wel weer een oefening in met vertalers meekijken naar de taal die wij dagelijks onbewust gebruiken.
[bol_product_links block_id=”bol_591589ec63a27_selected-products” products=”9200000057347325,9200000060183660″ name=”ilfu” sub_id=”binsbergen” link_color=”003399″ subtitle_color=”000000″ pricetype_color=”000000″ price_color=”CC3300″ deliverytime_color=”009900″ background_color=”FFFFFF” border_color=”D2D2D2″ width=”590″ cols=”2″ show_bol_logo=”0″ show_price=”1″ show_rating=”1″ show_deliverytime=”1″ link_target=”1″ image_size=”1″ admin_preview=”1″]Dat bleek ook bij het gesprek dat onze eigen bestsellerauteur Herman Koch voerde met drie van zijn vertalers. Zij vertaalden Het Diner In het Ests, het Catalaans en het Amerikaans en het gesprek leverde grappige inzichten op. Zo is het voor een spaanse vertaling heel lastig om de Nederlandse smoes ‘dat de brug openstond’ voor Spaanstalige lezers duidelijk te maken. In Spanje zijn namelijk geen bruggen die open kunnen.
Bakfietsmoeders
Het bracht Herman Koch tot de bekentenis dat hij soms twijfelde over het gebruiken van typisch Nederlandse begrippen als ‘bakfietsmoeder’, omdat het buitenland dan inmiddels wel vertrouwd is met het begrip cargobike, maar dat het nog steeds vreemd is om daar kinderen in te transporteren.
Nou èn, zul je zeggen. En dat is dus precies het probleem. Mocht je denken dat het woord ‘gezellig’ al zogenaamd onvertaalbaar en dus typisch Nederlands was, het zinnetje ‘Nou èn?’ is nog veel typischer Nederlands, net als ‘Toch?’. We zijn dus best uniek. En dat is weer iets om best trots op te zijn, toch?