Veel dansstudenten hebben een eenzijdig beeld van wat een succesvolle danscarrière inhoudt. Namelijk: dansen bij het dansgezelschap van je dromen, in een theater, op een podium. Dat vertelt Ulrika Kinn Svensson, artistiek adviseur van de Fontys Dansacademie in Tilburg tijdens Inclusive Dance Event. Maar wegens de zwakke arbeids- en inkomenspositie, mede door wegvallende subsidies, gaat die droom niet altijd op. Er is te weinig werk voor te veel dansers. Bovendien kijken de meeste dansers niet uit naar het moment dat hun danscarrière voorbij is en zij zich moeten laten omscholen, bijvoorbeeld met ondersteuning van Omscholing Dansers Nederland.
Dansacademies uit Tilburg, Antwerpen en Praag – die meedoen aan onderzoeksproject Inclusive: The Transferable Skills of the Dance Artist – vragen zich af hoe hun studenten zich een leven lang bezig kunnen houden met de danskunst. Welke vaardigheden hebben zij die ook in andere sectoren waardevol zijn? En wat is de meerwaarde van de danskunstenaar voor de maatschappij? Zie hier het belang van de de discussie rondom ‘transferable skills’, want wat leer je nu eigenlijk als je leert dansen?
Transferable skills
“Dancers don’t realize how much they know. As a dancer, you can make a valuable impact on society, but all we used to think about as ballet dancers, in terms of impact, was the loudness of the clapping after a performance.” – Andrew Greenwood, oprichter van de stichting Dance & Creative Wellness
Wat zijn de transferable skills van de danskunstenaar? In welke andere sectoren kunnen dansdocenten en choreografen straks aan het werk – buiten de dansstudio? En hoe kunnen dansacademies hun studenten het beste voorbereiden op het werkveld van de toekomst – waarvan ze geen idee hebben hoe die eruit zal zien? Deze vragen werden verkend, beantwoord en opnieuw bevraagd tijdens het Inclusive Dance Event op dinsdag 23 mei in Tilburg.
Herma Tuunter, managing director van de Fontys Dansacademie in Tilburg, opent de dag met een lezing over ’transferable skills’. Ze verwijst daarin naar het populaire onderzoek omtrent ‘21st century skills’. Naar verwachting hebben werknemers in 2020 andere vaardigheden nodig dan nu. De top drie vaardigheden bestaat uit: ‘complex problem solving’, ‘critical thinking’ en ‘creativity’. Vaardigheden die iedereen die danst continu gebruikt (of op zijn minst ontwikkelt), maar opvallend genoeg worden deze cognitieve vaardigheden verder niet besproken. Ik sluit me dan ook aan bij commentaar van dansdramaturg Guy Cools: “Transferable skills are learned in every dance class. What is needed is an awareness that this is happening!”
Emotionele intelligentie
Met name ‘emotional intelligence’, een andere vaardigheid uit de top tien van ‘21st century skills’, wordt aangehaald als indicator van de relevantie van dans. Tuunter beschrijft dans als “a training ground to re-develop the social skills that are needed in other sectors”. Dansers zijn goed in het creëren van ‘community’, oftewel: het versterken van de (lokale) gemeenschap. Dansers zijn wereldverbeteraars.
Eén van de sectoren waar deze ‘emotional intelligence’ nodig zou zijn is het bedrijfsleven. In de workshop “corporate body practice” van danser Laurent Delom de Mézerac doen we oefeningen in non-verbale communicatie, waarbij er steeds een volger en een leider is. Het is al snel duidelijk wie de dansers zijn en wie de academici. De dansers zijn beter in het geven (en ontvangen) van heldere signalen, maar tijdens de discussie aan het einde van de workshop zijn ze het minst mondig.
Relevantie verwoorden
Dansers blijken helaas vaak minder goed in het verwoorden van de relevantie van hun vaardigheden. Hier maak ik mij zorgen over. Want je kunt zelf wel ervaren hebben wat de waarde is van dans, maar als je het niet kunt verwoorden en verkopen… dan begin je straks alsnog aan een tweede carrière! Bovendien moeten dansers niet alleen kunnen verwoorden wat hun ‘transferable skills’ zijn. Het is ook belangrijk te kunnen verwoorden wat de relevantie en waarde van dans (als podiumkunst) zelf is. Tenminste, als dansers beter betaald willen worden.
Mede door de discussie omtrent ‘transferable skills’ willen de dansacademies bijdragen aan het succes en de ‘employability’ van hun studenten. Ze willen hen voorbereiden op een divers werkveld. Eén van de veranderingen die zij inzetten, is dat men in mindere mate verwacht dat mensen naar dans (het theater) komen, maar dat dansers ook zélf het contact met het publiek op moeten zoeken. Hetzij door ‘site-specific performance’, hetzij door lessen inclusiedans, waarbij ook mensen met een lichamelijke of geestelijke beperking welkom zijn. Het nieuwe adagium lijkt te zijn: dans is voor iedereen. Fontys trekt er veel nieuwe studenten mee aan, die de nieuwe benaderingswijze ‘the human approach’ noemen. Maar, als het werkveld verandert, moeten het curriculum en de toelatingseisen van dansacademies dan niet mee veranderen?
Persoonlijke motivatie
Of, zoals een deelnemer van het evenement zelf al aankaartte: “How inclusive is a dance academy, when they only accept flexible and able bodies? If there’s a paradigm shift in the work-field, don’t the entry requirements also need to change?” Dit is voor mij misschien wel het belangrijkste kritiekpunt van de dag. Fontys geeft aan studenten al anders te evalueren en hierbij rekening te houden met transferable skills. Maar om ook het dansonderwijs zelf inclusief – of humaner – te maken, is het nodig om tijdens audities persoonlijke motivatie en ambitie een hogere prioriteit te geven dan lichaamsbouw en danstechniek.
Zo merkt ook Dylan Holly, een andere student van Fontys, kritisch op dat hij wellicht geen perfect danserslichaam heeft, maar mentaal sterker is dan veel van zijn klasgenoten die feedback heel persoonlijk nemen. Hij geeft aan te dromen van een nieuw type dansonderwijs, met een gezondere mindset.
“When I look at the workplace, I see dancers who can take a beating and keep going. I don’t think this needs to happen! I want to build a school that encourages a healthy mindset around dance” – Dylan Holly, student Fontys Dansacademie
Interne dialoog
Een veelgehoorde term tijdens het Inclusive Dance Event is ‘dialoog’. Dit wordt omschreven als de mogelijkheid op een respectvolle manier met elkaar te praten zonder elkaar te overschreeuwen. Een waarde die gedurende de dag centraal blijkt te staan in de subcultuur van het dansonderwijs bij Fontys. Zelf ervaar ik ‘dialoog’ als het vermijden van confrontatie. Een dialoog is namelijk geen discussie.
Zo wordt er verteld dat dans van andere sectoren en disciplines kan leren en vice versa, maar mensen uit die ‘andere sectoren’ tref ik tijdens deze dag niet. Bovendien blijk ik één van de weinige buitenstaanders te zijn. Het merendeel van de deelnemers bestaat uit studenten en docenten van de Fontys dansacademie zelf. De dialoog die wordt gevoerd, voelt daarom voornamelijk als een interne dialoog.
Comfortzone
Greenwood, die zelf danslessen ontwikkeld voor mensen met Parkinson, MS en Alzheimer spoort het publiek aan te gaan waar we niet welkom zijn: “Have conversations with people outside of dance – such as the police academy – and listen to what they have to say. Only then can you see the relevance of your art form for others and can you make a difference!” Oftewel: verlaat je comfort zone.
De afronding van het onderzoeksproject Inclusive voelt dan ook niet als een finale, maar als het begin van een grootschalige verandering in het denken over dans en dansonderwijs. Volgens een alumnus van Fontys had de dialoog die nu begonnen is tien jaar geleden niet kunnen plaatsvinden. Dat is goed nieuws! De deur staat dus open voor confrontatie en innovatie, hetzij op een kiertje.