Afgelopen week was in Londen de Frieze Art Week. Een week die wordt gezien als één groot spectakelstuk voor de hedendaagse kunst. Dit jaar voor de 15de keer. De verzamelaars, de liefhebbers en de markt, iedereen komt bijeen. Bovendien wordt de Frieze Art Fair internationaal gezien als één van de belangrijkste indicatoren voor de markt in hedendaagse kunst.
Van milimeters naar vierkante meters
Frieze -als tijdschrift- ooit opgericht door kunstcritici heeft zich met zijn kunstbeurzen inmiddels in de top van de markt genesteld. Frieze was lange tijd de beurs waar je op zoek kon naar de laatste trends en de nieuwe opkomende namen in de hedendaagse kunst. De plek waar het puikje aan verzamelaars zich verdringt om hun collectie aan te vullen. De plek waar de door top galerieën geselecteerde nieuwe lichting ‘pijngrensverleggende’ kunst wordt gepresenteerd.
Regent Park als kunstpaleis
In Regent Park is Frieze inmiddels uitgegroeid tot een compleet dorp. Een kunstcircus dat neerstrijkt in het park. Verdeelt over twee locaties, de ‘Art Fair’ en de ‘Frieze Masters’ -daar wordt oude met moderne kunst gepresenteerd- en het tussenliggende tijdelijke beeldenpark. Beide beurshallen worden opgebouwd over het golvende parklandschap. Toch hebben de beurzen de beschikken over een bijna volledig gelijkvloers beursparcours. Ondanks de drukte heerst er een serene atmosfeer. De beursstands zijn redelijk groot in omvang en de indeling is overzichtelijk en licht.
Kunst hotspot
Tijdens de Frieze Art Week wordt Londen echt even de kunst hotspot van de wereld. Vooral omdat er dan in Londen gelijktijdig nog tal van andere kunst-evenementen worden georganiseerd. Elke instelling of platform probeert van het momentum gebruik te maken. De stad is gevuld met kunst, kunstkopers en kunstverkopers. Iedereen wil een steen of steentje bijdragen. Kortom Londen is tijdens Frieze Art Week echt even het middelpunt van de hedendaagse kunst-scene.
Alweer die ‘oudjes’
Is de 15de Frieze een indicatie over hoe de markt voor hedendaagse kunst er vandaag bij staat? Je mag stellen dat dit jaar de galeries het koperspubliek niet over de knie hebben gelegd. Wat betreft aanbod en prijsstelling waren het hier vooral de ‘oudjes’ die met prijzen tot circa 1 tot 1,5 miljoen kopers over de brug wisten te trekken. We stellen vast dat kopers niet overvraagd werden en de meeste getoonde werken van een bescheiden afmeting waren: “Small and proven beautiful”.
Met het brede aanbod speelden de handelaren dit keer op ‘safe’ na de tegenvallende resultaten van 2016. Daarmee werd het positief gestemd koperspubliek verleid tot veel impulsaankopen. Tijdens de preview dag hadden de kooplustigen bij sommige galerieën al flink toegeslagen.
‘Jong’ is veel minder uitgesproken
Een positief gestemde beurs dus die zwaar dreef op de bewezen kwaliteit van het aanbod. In het ‘Focus’ deel van de beurs waar jongere galerieën hun aanbod presenteerden, werd veel minder geprofiteerd van de positieve stemming. Hun aanbod was ook minder uitgesproken en minder overtuigend. Mogelijk deels passend bij het onduidelijke karakter van de huidige hedendaagse kunst. Gepresenteerd werk paste vooral in de structuur van de bestaande disciplines. Weinig presentaties toonde bijvoorbeeld video of multimedia werk. Ontwikkelingen lijken hier alle kanten uit te bewegen. Een teneur van een breder algemeen tijdsbeeld, dat niet alleen de kunst van vandaag beheerst. Kijk maar naar het gesteggel rond de vorderingen, of het juist uitblijven daarvan, van de Brexit-onderhandelingen. Het ‘in limbo zijn’ kun je zo zien als een beeld van de huidige tijd.
Sex Work
Gevoelens van wat ik dan noem een soort ‘heimwee naar vervlogen tijden’, werden nog eens versterkt door de speciale ‘insert’ met de in mijn ogen dwaze titel ‘Sex Work’. Een speciale presentatie rond het werk van vrouwelijke kunstenaars uit de jaren 70-tig van de vorige eeuw. Werk dat ontstaan is in de atmosfeer van die tijd. Werk dat de aandacht richt op de ‘nieuwe verworvenheden’ van de toen zo gevoelde seksuele vrijheid. Stuk voor stuk werk met een uitgesproken karakter en van een helderheid die je nu in de hedendaagse kunst maar zelden aantreft.
‘Sex Work: Feministic Art & Radical Politics’ is gecureerd door de onafhankelijke curator en onderzoeker Alison M. Gingeras. In de sectie staan negen solo presentaties van vrouwelijke kunstenaars. Kunstenaars die werkten aan de randen van de zich ontwikkelende feministische praktijk in de jaren 70 en ’80. Natuurlijk met aandacht voor één van mijn helden Dorothy Iannone. Verhelderend was de aangebrachte tijdslijn met in het oog lopende gebeurtenissen. Daarmee werd toegelicht wat het werk van deze kunstenaars in die tijd zoal niet losmaakte. Het explicite karakter veroorzaakte toen de nodige onrust. Iets wat vertoning of waardering voor deze werken sterk beperkte. Iannone laat dit mooi zien in haar werk ‘A Friends Exhibition’.
Nu -vijfenveertig jaar later- lijken we bijna weer net zo verknipt op zaken rond de uitbeelding van seksualiteit te reageren als toen. Een aantal van deze werken zal gelukkig nu wel hun weg naar museumcollecties vinden. Vanwege de herwaardering en om de eerder ontstaande hiaten op te vullen.
Vrouwen in de kunst
Vrouwelijke kunstenaars waren op deze editie gelukkig overduidelijk aanwezig en zo zag ik naast het werk van Iannone bijvoorbeeld prachtige werkjes van de helaas al overleden Anne Ryan en van de nog steeds ‘going strong’ old grande dame Betty Woodman. Tot mijn verrassing zag ik ook het werk van Mounira-Al-Solh, die ik eerder dit jaar met haar werk op de Documenta in Athene heb ontmoet.
Frieze Masters
Op de ‘Masters’ had ‘Waddington en Custot’ de moeite getroost om Peter Blake op een speciale wijze in het zonnetje te zetten. Door een deel van de Londense studio in zijn geheel naar de beursstand over te brengen. Prachtig hoe bezoekers op zo’n ‘atelierbezoek’ reageren.
Niet ver van deze stand vandaan hadden Luxembourg & Dayan/Gio Marconi een aantrekkelijke presentatie ingericht met het werk van Enrico Baj. Daarom alleen al was er op de Frieze Masters weer veel te zien, wat het de moeite waard maakte.
Nerveus makend?
De Frieze heeft een hoog Tefaf gehalte en weet een prettige atmosfeer te creëren in deze als tijdelijke beurshal opgezette presentaties. Op de Frieze Art Fair samen met de Frieze Masters waren er dit jaar zo’n 290 galerieën vertegenwoordigd. Bovendien een jaar met een aanbod, dat vooral steunde op het werk van bewezen kunstenaars. Wederom vooral de ‘oudjes’.
Een breed en in prijs sterk gevarieerd aanbod. Daarmee dit keer misschien een minder prikkelend maar wel nerveus makend aanbod. Een aanbod van fraai en al bewezen werk, kan hebberig gemaakte verzamelaars dwingen hun pijngrens te verleggen. Dat is dan vooral op basis van de pijn in de financiële komponent. Misschien was het ook een jaar waar er kansen waren voor de jongere toetreders, de ‘young collectioneurs’ om een pracht werkje te verschalken en dit toe te voegen aan hun collectie.
Kunst en markt
De huidige hedendaagse kunst zoekt een weg naar de koper. Want zonder de markt zijn er geen verdiensten en is er geen kans op een bestendigende kunstenaarspraktijk. Dit gezegd hebbend, is het nog maar te bezien of op deze beurs uitkomende, jonge galerieën zich met hun deelname aan de dure, high-profile kunstbeurs weten te handhaven. Zeker als het totale karakter van de Frieze behoudender wordt. Trekt de Frieze dan wel het juiste publiek dat deze nieuwe opkomende kunst wil verwerven? De Frieze zelf is een blijvertje gebleken. De Frieze heeft er wel een uitdaging bij gekregen, als het zijn eerdere verfrissende karakter wil behouden.