Het voelde een beetje als een déjà vu. Wes Andersons Isle of Dogs als start van de Berlinale. Het festival opende weliswaar nog niet eerder met een animatiefilm, maar het is wel de tweede keer in vier jaar dat Wes Anderson de aftrap mag verzorgen. The Grand Budapest Hotel was weliswaar geen animatie, maar wel zo’n bizarre, typische Anderson-wereld. Net als trouwens daarvoor de op Roald Dahl gebaseerde stopmotionanimatie Fantastic Mr. Fox. Met inmiddels vier films die in Berlijn in première gingen mag Anderson zich tot de stamgasten rekenen.
Een gefantaseerd Japan
Isle of Dogs ontstond, zo legde Anderson op de persconferentie uit, toen hij een idee over een troep naar een vuilnisbelt verbannen honden ging combineren met zijn liefde voor de Japanse cinema. Plus natuurlijk die andere liefde voor stopmotion-animatie en de volledig met modellen in elkaar geknutselde wereld van het Japanse jongetje Atari. Het maakt Isle of Dogs tot een feest voor het oog. Een even onbevangen als excentriek verhaal dat uit zijn voegen barst van originele details, laconieke dialogen en droge humor. Met een sterk gevoel voor ritme afwisselend snel en dromerig. Met soms het gevoel van een oude klassieker, soms een strip vol grafische vondsten. En altijd volstrekt anders van stijl dan de doorsnee Amerikaanse animatie.
Een ironische fabel rond een totalitaire Japanse burgemeester die alle honden naar een vuilniseiland heeft verbannen. Zijn twaalfjarige pleegzoon gaat zijn verdwenen hond Spot zoeken. Dat loopt uit op de spreekwoordelijke opstand der onderdrukten, gelardeerd met een vleugje schoonheid naast een leger van robothonden. Lastig na te vertellen, ook al omdat eigenlijk de details en de toon belangrijker zijn dan de verwikkelingen. Net als in Mr. Fox zijn de dieren aanstekelijk echt en vooral menselijk in hun gedragingen. Zij spreken Engels en zijn volstrekt herkenbaar en amusant. De mensen spreken Japans, doorgaans zonder ondertiteling. Dat alles omlijst met het opzwepende ritme van Japanse trommelaars.
Engagement
Tegelijkertijd is het een buitenbeentje in de competitie. Festivaldirecteur Dieter Kosslick stelt in een promotievideo dat “de Berlinale-competitie van dit jaar de wereld laat zien zoals die werkelijk is. Een wereld die complex, gelaagd en opwindend is.” MeToo ontbrak dan ook niet in de openingstoespraak van Minister van Cultuur Monika Grütters.
Nieuw is dat allemaal niet, want het festival laat zich al langer voorstaan op zijn engagement en het tonen van de roerige ontwikkelingen in de wereld. Niet altijd tot ieders tevredenheid overigens, want volgens sommigen gaat dat wel eens ten koste van de artistieke kwaliteit. Karakteristiek is de veel gehoorde opmerking dat de meest interessante films doorgaans niet in de competitie maar in het Forum-programma zijn te vinden.
Open brief
Discussie over het festivalprofiel ontstond onlangs naar aanleiding van een door ruim zeventig Duitse filmmakers ondertekende open brief. Kosslick zal het festival van 2019 nog leiden, maar als in de loop van dat jaar zijn contract afloopt neemt hij afscheid. Volgens de oproep van de filmmakers is dit een goede gelegenheid om het festival te vernieuwen en te stroomlijnen. Het moet weer op gelijke hoogte met Cannes en Venetië komen.
Die beknopte tekst van vijf zinnen is inmiddels al ruimschoots geïnterpreteerd als kritiek op het huidige festival. In veel gevallen tot ongenoegen van de ondertekenaars. En zeker ook van juryvoorzitter en prominent filmmaker Tom Tykwer (Lola rennt). Hij ondertekende de brief niet, wat me verstandig lijkt als je juryvoorzitter bent. Bij de jurypresentatie getuigde hij zonder omhaal van zijn liefde voor het festival en ziet de brief vooral als een aanbeveling om bij het aanstellen van een nieuwe directeur zeer gedegen en met oog voor de toekomst te werk te gaan. Het laatste woord is hier zeker nog niet gezegd. Komende dinsdag is dit het onderwerp van een door de vereniging van Duitse filmcritici georganiseerd debat.
Competitie
In de competitie om de Gouden Beer – 24 titels, waarvan 3 buiten mededinging – figureren betrekkelijk weinig bekende namen of Hollywoodsterren. We zien naast Wes Andersons animatie en nieuwe films van Gus van Sant, Steven Soderbergh en de altijd spannende Duitse filmmaker Christian Petzold vooral onbekenden. Plus een enkele arthouse-favoriet als Lav Diaz, Alex German Jr. of Philip Gröning. Inhoudelijk is de selectie heel divers. Van de reconstructie van een vliegtuigkaping in 7 Day in Entebbe tot het Romy Schneider-portret 3 Tage in Quiberon. De als hommage bedoelde erebeer gaat dit jaar naar de Amerikaanse acteur Willem Dafoe, recent nog in The Florida Project.
Nederland is dit jaar redelijk goed vertegenwoordigd met een tiental producties en co-producties, waaronder Dikkertje Dap. Meest in het oog springt Nanouk Leopolds Cobain, een aangrijpend, dicht op de huid gefilmd drama van een 15-jarige jongen die zijn zelfdestructieve moeder en haar ongeboren kind probeert te beschermen. Gaat in première in de jeugdsectie Generation 14Plus. De jonge Nederlandse acteur Jonas Smulders is een van de tien zogenaamde Shooting Stars die zich in Berlijn als veelbelovend talent aan de internationale filmwereld presenteren.
De Berlinale 2018 is van 15 – 25 februari.