Geen liefde zonder machtsverhoudingen. En dat al helemaal niet wanneer die liefde zich afspeelt in een koninklijke slaapkamer. Die slaapkamer is nu het decor voor een tragische driehoeksverhouding tussen een koning, zijn minnaar en zijn vrouw in Lessons in Love and Violence, de derde opera van de Engelse componist Georges Benjamin en toneelschrijver Martin Crimp.
Het Elizabethaanse drama Edward II (1593) van Christopher Marlowe vormde het vertrekpunt van deze indrukwekkende productie over het spanningsveld tussen liefde en politieke macht. Vanaf 25 juni is Lessons in Love and Violence tijdens het Holland Festival zes maal te zien in het Muziektheater in Amsterdam, met het Radio Filharmonisch Orkest onder leiding van de componist zelf en sopraan Barbara Hannigan als leading lady.
Poëzie van de liefde
Crimps heeft zijn libretto gericht op de essentie van de waargebeurde geschiedenis van koning Edward II van Engeland (1284 – 1327) en de moord op diens favoriete minnaar Piers Gaveston. Die werd vanwege zijn hebzucht en zijn enorme invloed op de koning door het volk werd gevreesd en gehaat. Door zijn obsessie voor Gaveston verwaarloost de koning zijn gezin en zijn onderdanen. Het land bevindt zich op de rand van hongersnood en er dreigt opstand onder de burgers, maar Edward wil alleen maar de liefde bedrijven en in vrede genieten van muziek en poëzie.
Als zijn militaire adviseur Mortimer hem daarop aanvalt, zingt de koning: ‘Defer to my friend and advisor Gaveston. Let us spend money on poertry and music. Or would you rather we preferred for our entertainment human blood and the machinery of killing?’[ref] Praat liever met mijn vriend en adviseur Gaveston. Laten we geld uitgeven aan poëzie en muziek. Of had je liever dat we voor ons vermaak de voorkeur gaven aan menselijk bloed en de machinerie van het doden?[/ref]
De Koning houdt oprecht van Isabel en zijn beide kinderen, maar de liefde voor Gaveston is sterker. Mortimer ziet alle vormen van liefde als ‘vergif’ en beschuldigt hem van decadent en politiek onverantwoordelijk gedrag. Als de Koning onder invloed van Gaveston ineens besluit Mortimer te verbannen, zet hij een reeks rampzalige gebeurtenissen in gang die niet alleen Gaveston, maar ook de Koning en Mortimer met de dood moeten bekopen. Hij wordt opgevolgd door zijn zoon, die intussen zijn lessen in liefde en geweld wel heeft geleerd. Isabel wordt de hoek in gedreven en ziet handenwringend toe hoe ze al haar macht is kwijtgeraakt, terwijl haar zoon de orde in het land herstelt.
Dode vissen
Hitchcock is er niets bij, wordt me duidelijk als ik op 18 mei een opvoering van Lessons in Love and Violence bijwoon in Covent Garden in Londen. Op het balkon zit Bernard Haitink, die er voor zijn leeftijd nog goed uitziet. Het toneel is omgebouwd tot een eigentijdse slaapkamer, die het publiek tijdens de voorstelling vanuit steeds wisselende invalshoeken te zien krijgt. Aan de muur hangt een reusachtig aquarium met levende vissen. Een paar scènes verderop zijn de vissen dood en liggen er in het aquarium alleen nog maar stenen, die eruit zien als dood koraal.
De opera duurt anderhalf uur en is opgebouwd uit zeven scènes, die muzikaal worden opgediend in lange, nauwelijks onderbroken spanningsbogen, waarbij het naderende onheil de luisteraar steeds tastbaarder en grimmiger naar de keel grijpt. De vijf solisten – Koning (bariton Stéphane Degout), Isabel (sopraan Barbara Hannigan), Gaveston/Vreemdeling (bariton Gyula Orendt), Mortimer (tenor Peter Hoare) en Jongen/Jonge koning (tenor Samuel Boden) – leven zich professioneel en met passie uit in schrille en golvende melismas, expressieve dialogen en soms momenten van tedere lyriek of sombere overpeinzingen.
Weerloos
Er klinkt meer dreiging dan vrede, meer dood dan leven, meer geweld dan liefde in de muziek door. Maar Benjamins noten drukken op cruciale momenten ook oprechtheid en een bijna weerloze kwetsbaarheid uit. Wanneer Gaveston de hand van de koning leest, voorspellen niet de gezongen woorden maar vooral de orkestrale passages de op handen zijnde dood.
De muziek als storyteller van een vervreemdend libretto, waarin de tekst is teruggedrongen tot haar naakte kern. Die krijgt juist daarom in zijn bijtende intimiteit een mythologische betekenis. Dat effect wordt versterkt door het sobere decor en de modern gestileerde kostuums van Vicki Mortimer, de belichting van James Farncombe, de beweging van Jospeh Alford en de sterke, rauwe regie van Katie Mitchell, met wie Crimp en Benjamin graag samenwerken.
Doden kunnen niet beminnen
Aangrijpend mooi en zelfs even romantisch – daar waar het orkest is uitgedund tot twee violen en twee altviolen – klinkt de door Barbara Hannigan schitterend gezongen vierde scène, waarin ze wanhopig probeert de liefde van de koning terug te winnen. Vergeefs, want hij luistert niet naar haar en is alleen maar bezig met zijn woede en verdriet over de moord op Gaveston. ‘Then stay in the dark’, werpt ze haar onbereikbare echtgenoot toe: ‘Play king alone here in the dark. We will leave you the box of toys.’
Een ander muzikaal hoogtepunt vormt de zesde scène, waarin de Koning bezocht wordt door Vreemdeling – een transformatie van de vermoorde Gaveston – en zich realiseert dat hij al dood is. ‘How am I going to die?’, vraagt de koning. ‘How?’, zingt Vreemdeling: ‘Don’t you see: The Thread is already broken. You are already dead.’ De Koning kan niet meer voelen en niet meer denken. ‘Love me. Burn me. Make me alive’, smeekt de Koning wanhopig en eenzaam. Vreemdeling: ‘The dead cannot love.’
Oneindige spanning
Dat George Benjamin ooit de lievelingsleerling van Olivier Messiaen was, is aan zijn muziek niet of nauwelijks te horen. Zijn nieuwe opera wekt eerder associaties met elementen uit het muzikale idioom van componisten als Schönberg en Berg, Britten en Ligeti, maar dan wel gefilterd door Benjamins onmiskenbare eigen sound.
Wanneer ik hem de ochtend na de voorstelling vraag waarom er geen sporen van Messiaen in zijn opera te horen zijn, reageert Benjamin verheugd: ‘Nu maak je me heel gelukkig! Messiaen wilde zijn studenten vrij maken, zodat ze hun eigen muziektaal zouden ontwikkelen en hun eigen weg zouden gaan. Ik probeer niet met opzet uit de buurt van Messiaen te blijven, maar mijn muziek verklankt een hele andere wereld, zowel wat betreft de techniek als de expressie ervan. Maar ik zou geen enkele noot zo hebben kunnen schrijven, als hij niet mijn leraar was geweest.’
Luister
‘Messiaen heeft me in veel opzichten diepgaand beïnvloed. Hij heeft mijn innerlijke gehoor gevormd en me ervan doordrongen hoe belangrijk het is om volledig helder en exact te zijn. “Luister, luister, luister….Luister met precisie”, zei hij altijd.’
‘Ook heeft hij me gevoel voor structuur en het belang van de juiste proporties bijgebracht. Ik werk niet met duidelijk begrensde melodieën, tunes of leitmotieven, maar ik maak wel veel gebruik van melismas (het ‘uitstrekken’ van een lettergreep over een aantal noten) en de bijzondere klank van bepaalde instrumenten. In Lessons in Love and Violence kleur ik de psychologie van de karakters met de warme klank van de altviolen, twee harpen, bassethoorn, cymbaal en Iraanse trommels. Met getalsverhoudingen in de structuur, harmonie, polyritmiek en andere technieken bouw ik in deze tragedie een spanning op waar nooit een eind aan komt.’
Uitdaging
Al toen hij een jongetje was, wist Benjamin dat hij later opera’s wilde gaan componeren. Maar het lukte hem nooit om een goede librettoschrijver te vinden. Totdat een vriend hem in aanraking bracht met het werk van toneelschrijver Martin Crimp. ‘Door de exactheid van zijn taalgebruik, die ingedikte helderheid van de woorden en dat vervreemdende van zijn teksten, was ik meteen verkocht. Ik wil verrast worden door een tekst, uitgedaagd worden door de inhoud en de manier waarop het verhaal verteld wordt. Dat heb ik nodig om zelf geïnspireerde muziek te kunnen schrijven.’
‘Na Into the Hill (2006) en Written on Skin (2012), is Lessons in Love and Violence onze derde samenwerking. Steeds weer hebben we andere invalshoeken gekozen, want we willen onszelf niet kopiëren. Martin en ik houden allebei niet van maniërismen. Het helpt dat hij behalve schrijver ook een goede musicus is. Hij kan uitstekend pianospelen. We spelen af en toe samen pianoduetten en als ik een scène af heb, stuur ik die naar hem op. Dan weet ik dat Martin mijn muziek aan de piano gaat uitproberen, maar we praten er vrijwel nooit over. Wel praten we regelmatig over de betekenis van het stuk, de psychologie van de karakters en de duiding van de woorden.’
Isolement
Benjamin heeft bijna drie jaar aan de partituur van Lessons in Love and Violence gewerkt, terwijl het Martin Crimp een jaar heeft gekost om het libretto te schrijven. Dat hij daarbij net als bij Into the Hill en Written on Skin opnieuw uitging van een eeuwenoude geschiedenis, is zeker geen toeval. Crimp: ‘Voor mij als schrijver is het verleden een soort speeltuin, waar mijn verbeelding zich vrij kan bewegen en waar ik kan ontsnappen aan het 24/7 maar voortdenderende nieuws. Het verleden is als een mythologische ruimte, die ik kan bezetten. Wat deden de Griekse toneelschrijvers anders dan almaar opnieuw verhalen vertellen uit het mythologische verleden, waarop ze nieuwe variaties bedachten die door het publiek werden herkend?’
‘Ook Lessons in Love and Violence is een tragedie, waarin een persoon met een machtspositie niet kan ontsnappen aan zijn noodlot om te moeten sterven voor de liefde, of dat nu liefde voor een man of voor een vrouw is. Dat lot is ook Gaveston beschoren, voor wie alles om zijn liefde voor de koning draait. Dat is zijn geluk en zijn gevangenis, vandaar dat hij soms nagels bijt en aan de muur krabt.’
Ziener
‘Zowel de koning als Gaveston zijn eenzaam en geïsoleerd. ‘Like you I am the king of a stone palace’, zing Gaveston: ‘Like you I am always alone.’ Beide mannen zijn voorbestemd elkaar te ontmoeten, maar samen hebben ze geen echte plek in deze wereld en hun geobsedeerde liefdesrelatie leidt onherroepelijk tot de dood. De koning verzaakt zijn huwelijkse plichten, negeert zijn onderdanen en wil als een kind genieten van muziek, poëzie en zijn hartstocht voor Gaveston, die hij soms op duistere en enigszins perverse manieren uit.
De intrigerende Gaveston is een ‘maleficus’, wat niet alleen een man van het kwaad betekent, maar ook een ziener, een tovenaar met magische krachten. Hij houdt op verzoek van de koning zijn hand boven vuur zonder zich te branden en leest in de handpalm van zijn koninklijke geliefde de fatale toekomst.’
Dramatisch instinct
Zijn in Marlowe’s toneelstuk alleen de sleutelfiguren uitgewerkt, terwijl bijvoorbeeld Isabel als persoon niet wordt uitgediept, in Crimps eigentijdse versie van het verhaal komt Isabel wel tot leven. ‘Ik wilde alle karakters uit de opera op een gelijkwaardige manier neerzetten. Opzet was een familie te creëren van een man, zijn vrouw, zijn minnaar en zijn kinderen, die niet volmaakt gelukkig maar ook niet helemaal ongelukkig zijn. Maar door wat er aan het eind van de eerste scène gebeurt, wanneer de koning in een impuls zijn politieke adviseur eruit gooit, valt het wankele evenwicht uit elkaar. Ieder personage krijgt harde lessen te verwerken.’
‘Isabel wil ontsnappen aan de situatie, die ondraaglijk is geworden. Ze voelt zich verantwoordelijk voor haar kinderen en het volk, maar kan haar man niet meer bereiken. De lessen die zij moet leren zijn uitzonderlijk moeilijk, want op het moment dat ze accepteert dat Gaveston vermoord moet worden, omdat ze beseft dat het honger lijdende volk hem als de zondebok ziet, raakt ze ook betrokken bij de samenzwering om haar man te doden. Daarmee vermoord ze haar eigen innerlijk, waarna ze vergeefs een greep naar de macht doet.’
Geen moment heeft Crimp eraan getwijfeld dat Benjamin voor al deze ontwikkelingen de juiste klanken zou weten te vinden. ‘Toen hij mijn teksten ontdekte, raakte ik zelf in de ban van zijn pianomuziek. Ook ik had al meteen dat gevoel dat we op een bepaalde manier elkaars taal spreken. Ik hou van zijn integere muziek en weet dat hij een feilloos dramatisch instinct heeft. Ik vertrouw hem blindelings, daarom kost het me geen moeite om de tekst aan hem te overhandigen. Maar als ik thuis piano speel, speel ik geen Benjamin, maar Bach of Chopin.’
Maleficus
Gaveston, overtuigend gezongen door bariton Gyula Orendt, presenteert zich op de ochtend na de voorstelling in real life als een vrolijke Roemeense zanger, die met zijn sleutelrol in Lessons in Love and Violence voor het eerst is ondergedoken in de gecompliceerde wereld van de hedendaagse muziek.
Benjamins muziek zingen vergt andere kwaliteiten dan Mozart, een van zijn lievelingscomponisten. Orendt: ‘Het is heel nuttig voor een operazanger om eens in de zoveel tijd een modern werk te zingen, dat nieuwe tonaliteiten, afwijkende ritmische patronen en uitzonderlijke structurele uitdagingen met zich meebrengt. Benjamins muziek vraagt om een buitengewone helderheid, sjoemelen of op de automatische piloot zingen is in zijn opera’s ondenkbaar. Dat scherpt je als zanger en ik weet zeker dat mijn ervaring met Lessons in Love and Violence een positieve uitwerking zal hebben op Mozarts Don Giovanni, die ik komend seizoen ga zingen. Mijn stem blijft hetzelfde, maar het gebruik ervan is heel verschillend.’
Thuis
‘Toch is ook het zingen van Benjamins opera minder moeilijk dan ik van tevoren dacht, omdat zijn transparante muziek een overtuigende structuur heeft en je de beats na verloop van tijd gaat herkennen. Bovendien schrijft Benjamin letterlijk op de stemmen van de zangers die zijn opera zullen gaan uitvoeren. Een jaar geleden heeft hij ons een voor een bij hem thuis uitgenodigd. Dan vraagt hij naar de sterke en zwakke kanten van je stem, die hij op psychologische en theatrale wijze verwerkt in zijn opera.’
‘Benjamin is in mijn ogen een groot vakman en een keiharde werker. De expressieve muziek die hij schrijft zit heel degelijk, intelligent en samenhangend in elkaar. Daar heb ik bewondering voor. In het echte leven lijk ik als persoon in geen enkel opzicht op Gaveston, maar ik ben wel vergroeid geraakt met zijn fascinerende persoonlijkheid. Hij heeft hele mooie en hele destructieve kanten. Zijn hang naar het kwaad komt tot uiting in zijn hebzucht, egoïsme en onvoorspelbaarheid. Maar zijn adoratie voor schoonheid is oprecht en zijn liefde voor de Koning is onvoorwaardelijk.’