Iedereen heeft ze weleens gezien, die ananasplanten van de Ikea. Bij veel mensen staan ze een tijdje in de kamer, tot ze doodgaan en in de kliko eindigen. Maar voor journalist Lex Boon (35) was het moment waarop hij zo’n plantje cadeau kreeg van zijn (ex-)vriendin een keerpunt in zijn leven. Hij raakte verslingerd aan de gekroonde vrucht en vloog de hele wereld over om het verhaal achter de ananas te ontrafelen. Boon schreef er een heerlijk tragikomisch boek over: Ananas. Een geschiedenis in opzienbarende verhalen en onverwachte ontmoetingen.
‘Dus in dit verhaal ben ik de vriendin die jou alleen met de ananas heeft achtergelaten?’ Ze zucht. (…) Ik zag een ananas en wist dat je superblij zou zijn met een ananas. Het is echt zo typisch. Dat je nu… ohhh, ik kan me… agh. Je maakt er weer een mooi verhaal van. Dat is knap, maar wel typisch. En dat het dan vervolgens zo’n loop neemt. Dat het zo gigantisch uit de hand loopt. Met die ananas.’
(uit: Lex Boon, Ananas. Een geschiedenis in opzienbarende verhalen en onverwachte ontmoetingen)
Ananasobsessie
Hoe komt een mens aan een ananasobsessie?
‘Ha ha, ja, een obsessie was het op een gegeven moment inderdaad wel. Jaren geleden woonde ik heel idyllisch met mijn vriendin op een woonboot aan de Amstel. We waren ongeveer zes jaar samen en heel gelukkig. Dacht ik. Op een dag kwam ze thuis met een ananasplant van IKEA, een klein aloë vera-achtige plant met een steeltje met een ananasje erop. Ze had dat voor mij gekocht, een raar maar bijzonder cadeau. Niet veel later maakte ze het uit; ze kreeg al snel een nieuwe vriend en verhuisde met hem naar Berlijn. Na de breuk bleef ik achter op onze woonboot met de ananasplant en zwaar liefdesverdriet, want ik had het niet zien aankomen.
Ik wilde op reis, maar ben niet goed in vakantie vieren en moet altijd iets te doen hebben. Kijkend naar die ananasplant raakte ik ineens gefascineerd door die bijzondere vrucht. Een ananas is echt mooi om te zien, met die patronen, die kleuren, zo’n kroon. Toen ik erover begon te lezen, ontdekte ik dat er een fascinerende geschiedenis achter schuilgaat die teruggaat tot Columbus – hij was degene die de ananas introduceerde in Europa. Dit moest mijn journalistieke project worden: ik kon reizen maken naar tropische plekken met een doel.’
Briljant idee.
‘Dat vond ik ook! Een briljant idee zonder enige concurrentie van andere journalisten. De voedselproductie is sowieso een interessant onderwerp. Hoe kun je hier een ananas kopen voor 2 euro, als je weet dat elke vrucht een jaar moet groeien, van het veld moet worden gehaald, ingepakt, verscheept, naar de supermarkt worden getransporteerd? Ik stelde een google-alert in en zo kreeg ik iedere dag een mailtje met het overzicht van al het ananasnieuws ter wereld. Ik ontdekte hoe groot die industrie was, dat er honderdduizenden mensen in werken. Er zijn tientallen soorten ananassen, 92 landen die ananassen produceren, en er worden per jaar zo’n 17 miljard ananassen geoogst. Daar gaan miljarden in om. Op een dag las ik een berichtje over boze ananasboeren in Thailand. Dat leek me een mooie eerste reis voor ananasnieuws. Halsoverkop vloog ik erheen, totaal niet voorbereid, ik had eigenlijk geen idee wat ik er ging doen. Maar met een hoop geluk stuitte ik op goede verhalen. Het was zo leuk om die wereld te beleven, dat ik elke vakantie besloot te koppelen aan een ananasreis.’
De eerste ananas
Ze is weg en in de lichtbruine plastic plantenpot groeit een kleine, groene ananas. Hij balanceert boven op een stengel van een centimeter breed, die kaarsrecht uit een aloë vera-achtige plant met langwerpige, stevige en donkergroene bladeren steekt.
De vrucht is ongeveer zo groot als een aardappel, met schubben vijf lagen hoog. De kroon van de ananas lijkt op de bladeren van de plant, maar dan veel kleiner. Stekeliger ook. Het ljkt wel alsof daar weer een smalle stengel uit zou kunnen komen, met daarbovenop een nog kleinere ananas. Als een matroesjka.
Op het kaartje staat ‘ananas’. Niet iets als annånåsen, zoals je zou verwachten bij een Ikea-product.
(uit: Lex Boon, Ananas. Een geschiedenis in opzienbarende verhalen en onverwachte ontmoetingen)
Een grote verrassing was dat de eerste ananas in Europa geteeld werd door een Nederlandse.
‘Columbus was degene die de vrucht introduceerde in Europa; hij had er geen meegenomen, maar wel over de exotische vrucht geschreven tijdens een expeditie. Later werden er op ontdekkingsreizen ook stekjes van de ananas meegenomen. In Europa kwamen de hortussen op, waar men probeerde allerlei exotische planten te laten groeien. Dat was een hobby van de aristocratie. Het lukte met de ananas pas toen er verwarmde kassen kwamen. Agnes Blok, een rijke Amsterdamse weduwe, bouwde bij Loenen aan de Vecht een buitenverblijf, en wist voor haar verwarmde kas een ananasplant te verkrijgen. Of de vrucht daar is ontstaan of dat die al aan de plant zat en daar groot is geworden, is onduidelijk, maar de eerste volwassen ananas van Europese bodem komt uit de kas van Agnes Blok in Loenen aan de Vecht. Het was in die tijd een race tegen de klok: Engeland was ermee bezig, bij Versailles waren ze ermee bezig. Agnes Blok won de wedstrijd. In het Amsterdams Historisch Museum hangt een portret van haar met op de achtergrond een heel klein ananasje. Dat was haar gouden medaille, het pronkstuk van haar leven.’
Waarom hebben we nu geen kwekers van ananassen meer in Nederland?
‘Omdat ananassen dan 50 euro per stuk zouden kosten vanwege de hoge energiekosten in de kassen. Ze moeten een jaar groeien en de planten hebben veel ruimte nodig. Het is goedkoper om ze van de andere kant van de wereld naar Nederland te verschepen. Er zijn wel veel Nederlandse kwekers in het buitenland. Overal waar ik kwam, van Ghana tot Costa Rica, kwam ik Nederlandse ananaskwekers tegen.’
Het perfecte exemplaar
Zijn speurtocht bracht Lex Boon onder meer naar Veenendaal, waar het bedrijf van fruit- en groenten-importeur Christiaan van Ravenswaaij is gevestigd. Na een broederlijke omhelzing onthoofd Van Ravenswaaij een van zijn goudkleurige ananassen, snijdt hem in mootjes en geeft ons een vorkje. ‘Proef maar.’ Verser dan dit kan bijna niet – twee dagen geleden groeide deze vrucht nog aan de plant in Costa Rica. Omdat Van Ravenswaaij de ananassen heeft ingevlogen, zijn ze rijp – in tegenstelling tot de exemplaren die in Nederland in de supermarkten liggen. De ananas uit de supermarkt heeft nauwelijks geur, deze rijpe ruikt vol en zoet, het vruchtvlees is zacht, sappig en zoet en smelt bijna op je tong. Wauw. Lex Boon knikt – hij wist al hoe een écht goed rijpe ananas smaakt, en hoe anders dat is dan wat we in Nederland eten. Boon lacht. ,,Sinds ik overal ter wereld zulke lekkere, rijpe ananas heb gegeten, koop ik het in Nederland bijna nooit meer.”
Er zijn veel verschillende soorten, maar in Nederland hebben we er slechts één: de MD2.
‘Dat klopt, we eten hier alleen ananas uit Costa Rica en dat is de MD2, vernoemd naar Millie Dillard, de vrouw van de baas van Del Monte in de jaren zeventig. Als er ‘extra sweet’ op het label staat, dan weet je dat het een MD2 is. De smooth cayenne is een heel mooie ananas, wat ronder en voller, en echt ontzettend lekker. De bladeren zijn zachter, minder stekelig. Een sugar loaf is conisch van vorm en wit vanbinnen. Zo zijn er nog heel veel andere soorten. De smooth cayenne vind ik het lekkerst.’
Hoe herken je de perfecte ananas?
‘De ananas die in Nederland in de winkel ligt, is nooit perfect. Omdat ze worden verscheept, worden ze geoogst vlak voordat ze rijp zijn; want een rijpe ananas kan geen twee weken op een boot liggen en daarna nog een tijdje in de supermarkt liggen. Maar anders dan bananen of mango’s rijpen ananassen niet na, nadat ze zijn geoogst. In Nederland eten we dus altijd een onrijpe ananas, vaak te hard en te bitter. Veel mensen laten een ananas dan nog een tijdje liggen en uiteindelijk kun je ‘m dan meestal weggooien. Ontzettend zonde. Alleen de ingevlogen ananas is helemaal perfect rijp, zoals de vers gesneden zongerijpte ananassen uit Ghana die sommige supermarkten verkopen. Soms koop ik nog weleens een ananas, omdat het zo mooi staat op de fruitschaal, maar de smaak valt altijd tegen.’
Geel, groen of bruin
Veel mensen denken misschien dat een ananas rijp is als ‘ie geel van kleur is.
‘De kleur zegt niets; er zijn soorten die volledige groen of juist bijna bruin zijn als ze rijp zijn. De MD2 wordt nabehandeld met een stofje dat de bladgroenkorrels wegvreet zodat ze langzaam geel worden. Dat heet de-greenen. Dat doen ze omdat de consument dat mooier vindt. De MD2 is gekweekt om te voldoen aan het plaatje van hoe een ananas eruit zou moeten zien, de ananas die mensen willen kopen. Daarom worden de vruchten ook met kroon verkocht, terwijl die geen enkele functie heeft en er veel meer exemplaren in een doos zouden passen als de kroon er al in het land van herkomst afgesneden zou worden. Verspilling van geld en energie, maar de consument wil nu eenmaal een ananas met kroon.’
Is het eigenlijk niet onverantwoord om hier in Nederland ananas te willen eten?
‘Het is net zo onverantwoord als de blauwe bessen of bananen die we laten aanvoeren uit Peru of Zuid-Amerika. Het is vooral ontzettend zonde dat al die energie die erin wordt gestopt leidt tot een niet volledig goed product.’
Totdat jouw boek verscheen wist misschien wel bijna niemand in Nederland dat de ananas eigenlijk niet zo goed is als hij zou kunnen en moeten zijn.
Boon lacht. ‘Iedere keer als ik er eentje koop, denk ik: wat een ontzettende luxe dat wij dit kunnen eten in Nederland, of bloemen uit Kenia. Mensen aan de andere kant van de wereld hebben voor weinig geld heel hard voor moeten werken om ons maar van die decadentie te voorzien. Voor mijn boekpresentatie probeer ik smooth cayennes uit Tanzania te laten komen, om mensen het verschil te kunnen laten proeven. Het kost me 4 tot 5 euro per ananas aan transportkosten. Als ook de importeur en supermarkt er nog aan willen verdienen, zou zo’n ananas in de winkel 15 tot 20 euro kosten. Nederlanders gaan dat gewoon niet betalen. Zelf heb ik in Parijs een keer 20 euro betaald toen ik een smooth cayenne uit Ivoorkust zag liggen. Ik koop liever één echt goede maar dure ananas per jaar dan tien slechte. Ik hoop dat mensen zich na het lezen van mijn boek beter realiseren hoeveel tijd en energie erin zit om de vrucht te produceren en dat ze weer met verwondering naar de ananas gaan kijken. De verwondering die je leest in de dagboeken van Columbus: kijk nou wat we hier hebben!’
Aan het einde van het boek schrijf je dat je er wel een beetje klaar mee bent. Maar je stráált gewoon als je erover vertelt.
‘Ja, dat blijft. Ik heb in de afgelopen zeven jaar door dit project leuke mensen leren kennen. Met een vreemde jongen belandde ik in een Schots ananaskasteel en dat is nu een goede vriend. In Costa Rica was ik te gast op een ananascongres, in de Verenigde staten trof ik de nu 85-jarige uitvinder van de MD2. En toen ik op een dag met een ananas in de hand een café binnenkwam, leerde ik mijn huidige vriendin kennen. Ik heb ook allerlei grappige dingen meegemaakt, bijvoorbeeld toen ik met een ananas door Volendam liep en een man keihard riep: kijk daar, iemand laat zijn ananas uit! Lullig, maar ook heel geestig.’