‘Rest mij niets anders te zeggen dan dat ik het een fantastisch schilderij vindt en dat ik het ronduit crimineel vind dat de familie Heineken niet bereid is om het schilderij op een openbare plek te vertonen. Het geeft aan wat een ongelooflijk geboefte de familie Heineken is.’ Dixit Maarten van Rossem aan het eind van zijn toespraak bij de opening van Moesmania in de Utrechtse Stadsschouwburg.
De Utrechtse beroepsmopperaar heeft het over Het Gerucht, een schilderij van de in 1908 geboren Utrechtse schilder en surrealist Joop Moesman. Volgens Van Rossem overigens ook een enorme mopperaar.
Dat schilderij, van een naakte vrouw op een fiets met achterop een strijkstokloze viool in een volgens Van Rossum typisch Utrechtse straat, kennen we alleen als reproductie. De familie Heineken geeft het niet vrij, maar het zou ook best kunnen, alweer volgens Van Rossem, dat het al volledig ingestort is, omdat Moesman, berucht om zijn gierigheid, ondeugdelijke materialen voor zijn werk gebruikte.
Making of.
Dan dus maar de reproducties door Utrechtse kunstenaars, die nu te zien zijn in de Hekmanfoyer van de Utrechtse Stadsschouwburg. Een hele serie doeken van een fictief ‘making of’-proces laat zien dat het schilderij technisch dan misschien niet perfect is, maar wel goed getroffen is en de juiste mystieke sfeer oproept. Al moet Van Rossem vooral denken aan het typische beeld van een zondag in Utrecht.
Of Moesman een goed schilder was: daarover verschillen de meningen. Ook Van Rossem is geen bewonderaar van het oeuvre van de schilder die zijn hele leven bij de Nederlandse Spoorwegen werkte, en zijn ‘levenshaat’ elke dag liet merken door bij het verlaten van zijn kantoor een riekende wind achter te laten. Is het oeuvre daarom reden voor een Moesmanjaar?
Waarom niet, zou je denken, en het is een mooie reden voor het seniore deel van de Utrechtse beeldende kunst-scene om weer eens een dronk uit de brengen op het roemruchte verleden. Gelukkig is er ook aandacht voor het nieuwe in de Utrechtse kunst. Daarover later vast meer. Al moeten we natuurlijk waken voor al teveel interpretatie. Want daar had Moesman een hekel aan. Net als Maarten van Rossem.