Ruim zeven jaar geleden begon ik als huisdichter bij de Late Night Show van Sven Ratzke in de Blauwe Zaal van Utrecht. Het was een bijzondere tijd. Niet voor Sven, die is waarschijnlijk al zingend en in designerkleding ter wereld gekomen door een gordijn van pauwenveren en imitatiehermelijnenbont. Voor hem was de broeierige, permanent ramvol uitverkochte nachtclub-voorstelling gesneden koek. Voor mij was alles nieuw, want mijn vrouw was net zwanger van onze eerste dochter.
Enkele weken later lag het huis vol roze doekjes, rompertjes, jurkjes en andere babybenodigdheden. Rond die tijd arriveerde per post een grote zilveren schedelring die ik had besteld bij Courts & Hackett – dezelfde ring die Keith Richards draagt, gemaakt door dezelfde edelsmeden die zijn exemplaar hebben ontworpen.
Ik was geen vader die zich achterover liet vallen in wolken van babypoeder. Ik wist me geen raad met het vooruitzicht van een leven dat volkomen anders en in ieder geval minder rock ‘n’ roll zou worden. Die kant van mijn leven was samengebald in 35 gram Sterling zilver aan mijn linkerhand, en in de vijf minuten per maand dat ik in de Blauwe Zaal optrad bij Sven, met mijn gestaag uitdijende vrouw achterin, steeds dichter bij de nooduitgang.
De shows vormden een schril contrast met de verloskundigenpraktijken waar ik een dag of twee later zat na te kateren van de voorstelling: los van de betovering van Ratzke, zijn band en zijn muzikale gasten waren er geregeld paaldanseressen, burleske strip acts, drag queens en een barman in jarretellengordel, om maar een willekeurige greep te noemen. Dat is toch een andere wereld dan een spreekkamer vol houten modellen van foetussen en het soezerige staren naar de duikersklok van de echo waarop mijn dochter vrolijk rondzwom.
Het was me direct opgevallen dat Sven, zijn band en veel van hun gastmuzikanten geweldige schoenen droegen. Na een tijdje zeuren was de bassist bereid om het geheim prijs te geven: het leeuwendeel kwam bij de winkel Mascolori in Rotterdam vandaan. De volgende dag deed ik mijn Keith-ring om, dronk mijn koffie op en reed erheen. Twee jaar later had ik vijf paar. Meer zat er niet in, want tegen die tijd had mijn dochter ook schoenen nodig.
Toen sloeg het noodlot toe: Hugo de Jonge verscheen in 2017 op het bordes met Mascolori’s aan. Weg rock ‘n’ roll. Met mijn tot op de draad versleten laarsjes van imitatie-anaconda is nog altijd niets mis, maar de bloemenmotiefjes blijven voortaan in de kast: opeens zijn ze te Hugo, te hoera, te CDA.
Ik wil maar zeggen: de democratie is ook een diva, en vraagt soms wrede offers.