In de tweede helft van de jaren tachtig, toen Wim Deetman nog een kaassoufflé was en veel Utrechters van mijn leeftijd klettervestjes met gebroken geweertjes droegen, was het heel eenvoudig om te weten waar je tegen was. Dat kwam door een paar heldere uitgangspunten: iedereen die rechts was, was slecht. Christenen waren dom, hypocriet en eng. Iedereen die vastgoed verhuurde was een uitzuiger. Bezit was diefstal.
Alles wat je deed, tot de dingen die je naliet aan toe, was een daad van verzet. Een uitkering genieten was geen profiteren, maar het systeem geld afhandig maken. Zelf boeken en platen maken was geen hobbyisme, maar een protest tegen uitgeverijen en platenmaatschappijen. Succes was een voetval voor de commercie. Bij verkiezingen gaan stemmen was conformisme. Zelfs je gitaar stemmen was enigszins verdacht – streven naar harmonie was iets voor hippies, en zelfs ‘fascist’ was een minder erg scheldwoord dan dat.
Kortom, beste millennials – inmiddels moeten de vraagtekens wel uit jullie ogen regenen bij het lezen van dit stukje,– de meeste mensen die actief waren in het culturele leven van Utrecht in de jaren tachtig, hadden veel weg van het karakter Rick uit de comedyserie The young ones. Ik heb dat achteraf een hele tijd erg grappig geworden. Sterker nog, ik was blij toen iedereen ergens begin jaren nul weer bij zinnen kwam.
Inmiddels mis ik het activisme uit die tijd. Want alles wat origineel en kunstzinnig is heeft in deze stad verloren van geld en gentrificatie, met als meest recente voorbeeld de muzikale broedplaats Db’s, die al ruim vijfentwintig jaar bestaat. Je zult goed moeten zoeken om een Utrechtse band te vinden die daar NIET heeft gerepeteerd. Het LP-debuut Zwart glimmend chroom van mijn band Asfaltfeeën, dat in november dit jaar verschijnt bij Excelsior, is er opgenomen. Het is net zo’n essentiële plek als het oude Tivoli aan de Oudegracht was, en als de projectontwikkelaars hun zin krijgen, is het binnenkort verdwenen omdat het niet in de woonbestemming past.
Om de een of andere reden hoor ik tot nu toe weinig of geen protest van de generatie die het vroeger allemaal zo goed wist. En dat is erg. Er is namelijk een heel goede reden waarom gentrificatie bestreden moet worden. Iedereen die hier tegen torenhoge prijzen komt wonen omdat dit zo’n bijzondere stad is, draagt eraan bij dat alles wat er bijzonder aan was, verdwijnt.
Het is al even geleden, maar Utrecht stond er in de jaren vijftig ook al eens zo voor – toen waren er bloedserieuze plannen om de singels te asfalteren en een paar brede wegen dwars door de binnenstad aan te leggen. De stad zoals we die nu kennen, bestaat voornamelijk omdat een klein aantal mensen zich verenigde in het Utrechts Monumentenfonds, en net zo lang strategisch panden aankochten en sloopprocedures traineerden totdat de stad weer bij zinnen was gekomen.
Anno 2020 is alles anders, behalve dit principe: onze stad staat op het spel, en als niemand iets doet maakt de Domstad zijn naam waard als voorbeeld van culturele armoede, met dB’s als zoveelste offer. Doe er wat aan, zou ik zeggen. Of passen jullie klettervestjes inmiddels niet meer?