De 94-jarige Jan Hoek uit Rotterdam schreef een brief aan de jeugd die iedereen inmiddels wel zal hebben gelezen – sinds dat touwtje uit de brievenbus van Terlouw is er niet meer zoveel aandacht geweest voor een boodschap van een mens op leeftijd.
Die boodschap is sympathiek en duidelijk: jongelui, hou het nou nog even vol, voor ons, dan kun je volgend jaar weer verder feesten. Ter motivatie vertelt hij over zijn eigen jeugd, waarvan hij tien jaar heeft moeten inleveren in de Tweede Wereldoorlog en de nasleep daarvan.
Goeie brief, volgens vriend en vijand. Wie heeft daar van terug? Maar toen kreeg een journalist het lumineuze idee om vier jongeren van een jaar of 17 een antwoord te laten schrijven. Je mag hopen dat die kinderen hun schermpjes een paar dagen met rust laten, want ze worden onder meer uitgemaakt voor ‘verwende zeikblagen’ en ik denk dat daar nog wel wat bij gaat komen.
Dat is onterecht. Sterker nog, die brievenactie zit wat mij betreft niet zo ver af van kinderexploitatie. Dat deze 17-jarigen verwend overkomen, betekent niet automatisch dat ze gebrek aan empathie bezitten of dat ze het veel en veel te goed hebben. Het betekent dat de offers van ontelbaar veel mensen in de meest recente wereldoorlog zin hebben gehad, en nog steeds hebben – de vrijheid waarvoor zij hun offers brachten, bleek zo duurzaam dat mijn generatie al niet meer weet hoe het moet zijn om niet in vrijheid te leven, laat staan deze kinderen.
Als je die brieven leest, kijk je naar een ander denkkader, dat alleen kon ontstaan door die ongebreidelde vrijheid. En tenzij we willen veranderen in het soort mensen dat zegt ‘het zou goed zijn als er weer eens een oorlog kwam, daar zouden ze van opknappen’ zouden we onze handen mogen dichtknijpen met kinderen die de moeite nemen om de dialoog aan te gaan vanuit hún wereldbeeld. Want die dialoog, daar zijn de tussenliggende generaties beduidend minder goed in.
Wereldwijs worden kinderen vanzelf, zeker in deze tijd – daar hoeft niemand bang voor te zijn. Nu hun verwekkers nog.