‘De regering wil een bloeiende kunst en cultuur stimuleren en alle jongeren vroeg daarmee in aanraking brengen. Kinderen tot 12 jaar krijgen in 2009 vrije toegang tot musea. Jongeren tot 18 jaar kunnen met een cultuurkaart kennismaken met de inspirerende rijkdom van ons land.’
We schrijven 2008 en de wereld zag er anders uit dan in de lange jaren daarna. Koningin Beatrix sprak in de Troonrede van dat jaar van plannen op het gebied van kunst en cultuur. Sindsdien zweeg zij, net als haar opvolger, in alle talen over kunst en cultuur. Zelfs toen er extreem bezuinigd werd, ontbrak het woord in de troonrede. Pas dit jaar, 15 september 2020, ging het op de derde dinsdag van september weer over kunst en cultuur in de belangrijkste toespraak van het jaar:
‘Met een aanvullend pakket van bijna een half miljard euro voor kunst en cultuur onderstreept de regering het grote maatschappelijke belang van deze sector. De steun voor het openbaar vervoer wordt voortgezet, omdat veel mensen voor hun dagelijkse bezigheden afhankelijk zijn van bus, trein, tram en metro. Voor gemeenten komt bijna 800 miljoen euro extra beschikbaar, bijvoorbeeld voor buurthuizen, sociale werkvoorziening, culturele instellingen, en voor het coronaproof organiseren van de verkiezingen. Zo werken medeoverheden en Rijk als één overheid samen in deze crisis.’
Dat zijn vier hele zinnen. Twee keer het woord ‘cultuur’, en 1 keer zelfs ‘kunst’. Hiermee heeft minister Ingrid van Engelshoven in haar vier toch moeizame jaren meer bereikt dan drie van haar voorgangers: kunst is terug in de troonrede. We waren al zo wanhopig geworden dat er ook al geen weddenschappen meer om werden afgesloten. Maar nu toch wel.
U-bocht
Voor Mark Rutte moet dit een nederlaag zijn, of anders een U-bocht van jewelste. Hoewel, er zijn aanwijzingen dat hij er milder over denkt. In 2016 wist zijn speechschrijver het K-woord warempel nog in de troonrede te fietsen: ‘De onlangs overleden oud-premier Piet de Jong, die de verstandige omgang met onrust en verandering bijna tot kunst wist te verheffen, sprak in zijn tijd regelmatig over de noodzaak van ‘bestendige vooruitgang’.’
‘Bijna tot kunst verheffen’. Dat is heel positief over kunst. Nu is het dus zaak om kunst en cultuur in het positieve frame te houden. Laten we dit moment koesteren.