De beste manier om een boek te bewerken is er een vertelvoorstelling van te maken. Zulk theater, waarin de spelers zich losjes op de zaal richten en het verhaal als verhaal brengen, zag ik vaak in mijn jaren als jeugdtheaterrecensent. Vrijwel altijd goed en het jonge publiek genoot. Ik vroeg mij af waarom dit soort gretig theater zo weinig voor een volwassen publiek wordt gemaakt, zelfs vorige week nog in een podcast-interview met Moniek Merkx, die dat genre zo’n beetje uitvond.
Gisteren zag ik dan eindelijk ‘Weg met Eddy Bellegueule’, de theaterhit van het vorige, gebroken en verwoeste theaterseizoen, en zag dat de makers daarvan de kloof tussen jongeren- en grotemensentheater moeiteloos hadden overbrugd. De voorstelling is een nineties grungeconcert met briljante acteurs en een intense beeldregie van rising star Eline Arbo.
Veel lof
Niet heel veel mensen hebben tot gisteren ‘Weg met Eddy Bellegueule’ kunnen zien, want het speelde in kleine zalen en toen kwam Corona. De mensen die het live meemaakten waren laaiend enthousiast, de pers unaniem lovend en ik kan na het bijwonen van de livestream niet anders dan mij voegen in dat koor van loftuiters, al is samen zingen een beetje lastig.
Met 6000 waren we gisteren en dat is veel voor een kleinezaalvoorstelling in Nederland. Was het televisie geweest had de zendermanager al na vijf minuten de uitzending laten stilleggen. Maar toch: 6000 mensen die een kaartje kopen voor een live stream is veel. Zeker als die ook nog eens best ingewikkeld op een comfortabele manier te bekijken is.
[Nerd-modus .aan.]Ik heb een chromecast en die blijkt matig samen te werken met het gehanteerde Vimeo op de mobiel, laat staan met een iPad, daar heb je toch echt Apple-TV voor nodig. Uiteindelijk maakte de laptop via chrome een perfecte wifi verbinding met de tv in de woonkamer. Beeld en geluid waren in orde, hoewel respectievelijk te klein en te zacht voor de echte immersieve ervaring. Je wilt de buren niet ongevraagd trakteren op je avondje theater.[Nerd-modus .uit.]Tram en trein
Al dat technische gedoe om het theater in huis te halen valt dan weer weg tegen het alternatief: door de kou naar het Centraal Station fietsen, naar een trein rennen, naar Amsterdam rijden, daar en tram pakken en vervolgens onhandig koffie drinken in de foyer, langs 30 mensen je stoel schuiven om erachter te komen dat de vrouw voor je haar haar iets te hoog heeft opgestoken om goed zicht op een en ander te hebben. En dat je dan na afloop weer dezelfde riedel omgekeerd moet doen om laat thuis te komen.
Vroeger noemden we dat een uitje, nu is het iets waar we deels naar smachten, maar aan de andere kant doodsbenauwd voor zijn, want Corona.
Geen tv
De kwaliteit van de livestream-ervaring is overigens voldoende maar niet vervangend voor het echte ding. De makers hadden er geen tv van proberen te maken, en dat siert ze, want dat verlies je gegarandeerd. De vraag is ook of mensen zonder al te veel theaterervaring zoiets mooi zouden vinden, want ze weten niet wat ze missen aan adem, lucht, geur en sfeer van het echte live ding. En die zijn nogal belangrijk bij theater. Wij, ervaren theaterkijkers, denken dat er allemaal bij en denken alles wat niet op Neflix lijkt weg.
Nu we toch aan het denken zijn: elk gesubsidieerd theater(gezelschap) van Nederland zou de livestream-optie standaard moeten maken. Je bereik groeit, dat is al iets. Of het het echte ding vervangt? Zeker niet, je zou je zelfs af kunnen vragen of een slechte livestream niet erger is dan helemaal niet spelen. Vorige week zag ik een miislukte poging van een literatuurfestival om de toch al nooit erg flitsende live ervaring te vervangen door een studio waarin iemand met een monitor praat. Had beter niet gedaan kunnen worden. Het luistert nauw.
Wel tv
Half februari brengt ITA een live stream van de hit ‘Romeinse Tragedies’. Toen die jaren geleden, in 2007, in première ging was het een revolutionaire ervaring: live televisie in het theater, en het stuk heeft met de recente ontwikkelingen aan de overkant van de diverse zeeën en oceanen alleen maar aan actualiteit gewonnen. Als ik mij was, zou ik gaan kijken. Het duurt wel een paar uur. Dat is lang, maar je mag ondertussen koffie zetten en eten. Ik durf het wel aan.