Er zijn redenen om niet in België te wonen, maar gisteren verlangde ik intens naar een avondje zuiderburen. Zij hebben het ‘testen voor toegang’ in de cultuursector namelijk net iets beter geregeld dan hier. Toen ik in Antwerpen een ‘testen voor toegang’-voorstelling bezocht stond er voor de ingang van het theater een tent waar ik, met een tijdsafspraak, binnenliep, een wattenstaaf in mijn neus kreeg, een kwartiertje kon wachten op iemand die me persoonlijk vertelde dat ik ok was en dan hop het theater in waar de anderhalvemeterstoelen stonden te wachten. En toen bleek de voorstelling ook nog eens wonderschoon. (Sheep Song van FC Bergman, waarover in een later artikel meer)
Hoe anders was dat gisteren geregeld toen ik mijn eerste voorzichtige stappen zette in de buitenwereld. Voor het Holland Festival.
Digital savvy
Dystopische ervaring. Dat geldt niet eens zozeer voor de voorstelling (waarover later meer), maar voor de toestand ervoor. De loods op een kil Zaans industrieterrein was leeg en verlaten, het liep immers tegen sluitingstijd. De ontvangst was non-existent, de wattenstaaf diep en hard. De e-mail die ik een klein kwartier later met de uitslag ontving buitengewoon ingewikkeld. Er moesten via drukken op knopjes uiteindelijk twee sms-codes worden opgehaald, waarna bij de laatste opgehaalde actie na weer een druk op een knop een app oplichtte met een uitslag. Ik ben redelijk digital savvy, maar denk je de positie van een iets minder goochem, of ouder, type in, en de paniek is voorstelbaar.
Waarom geen Belgische oplossing? Waarom zo onhandig en met een efficiency die niet op de gebruiker, maar op de aanbieder is gericht? Waarom dus op een koopje? Zelden zag ik de onmenselijke kant van ondernemersparadijs Nederland scherper dan bij dit bizarre circus.
Kamillethee
Allereerst: het Holland Festival kan hier niets aan doen. Dat heeft Emily Ansenk, de directeur, al glashelder uitgelegd in onze podcast. Dit is puur te wijten aan de ‘zoek het zelf maar uit, wij handhaven alleen keihard de regels’-benadering die sinds een jaar of 10 de praktijk is. Festivalbezoekers die vermalen worden door dat systeem zijn niet te vergelijken met de slachtoffers van UWV of Belastingdienst, maar het principe is gelijk. Ik wil naar België, naar een tentje voor de deur.
Ik verlangde naar theater en kreeg – na een uurtje op een prachtig terras met uitzicht op olieterminals waar mijn Rotterdamse hart sneller van ging kloppen – een installatie. Niks mis met installaties, maar Fremdkörper van Boogaerdt/VanderSchoot is er een van het lastiger soort. Een soort ziekenzaal uit een aflevering van Dr Who, gevuld met poppen die lijken te ademen, en bevolkt door onpersoonlijk bewegende hulpjes. Dit alles als decor voor een vaag engelstalig verhaal uit luidsprekers over ruimte, lucht, adem en nieuwe tijd. En een kopje kamillethee.
Science fiction
Er waren te veel parallellen met de test-ervaring van een dik uur daarvoor om echt blij te worden van dit uur SF-kunst. Hoe blij ik ook ben dat een nieuwe generatie – vooral vrouwelijke – kunstenaars de vertelvrijheid van de science fiction heeft omarmd. Want daar gaat het om in de grote voorbeelden als Star Trek en Dr Who, of in het Amerikaanse spierballenvertoon van het Marvel-universum. Stuk voor stuk odes aan fantasie en verbeelding.
Het testen hielp er niet bij, maar de ontmenselijking van Fremdkörper kon me niet beroeren. Na een jaar vol streaming en Netflix, waarin ik vooral contact had met de wereld via boodschappenbezorgers op anderhalve meter en zoomcalls met groepen steeds vager wordende bekenden, had ik iets anders nodig.
Meer inlichtingen: https://www.hollandfestival.nl/nl/programma/2021/fremdkoerper/