Lena Rubashevskaya is een bekend filmjournaliste en documentairemaakster uit Oekraine. Ze was aan het werk aan een nieuwe film in Donetsk, toen Russische troepen hun invasie van Oekraine begonnen. Ze moest halsoverkop vluchten. Nu, 8 dagen later, vertelt ze ons haar verhaal vanuit Warschau. Wanneer je luistert naar haar snap je voorgoed dat vluchten voor oorlog en geweld een van de meest verschrikkelijke en traumatische ervaringen is die je mee kunt maken.
Een paar fragmenten vertaald:
“We waren net aan het bijkomen en wilden nog een paar dagen blijven om alles af te ronden, toen we wakker werden door het geluid van raketten. Op dat moment had niemand door dat de oorlog zo enorm en zo absurd zou worden. De meesten van ons dachten dat Poetin alleen uit was op Lugansk en Donetsk, dus ons eerste doel was om die streek uit te vluchten. Maar toen we Kyiv bereikt hadden was het al volop oorlog in de stad. Ik had bijna niets bij me, alleen wat persoonlijke spullen die ik voor het werkbezoek nodig had. Mijn eerste taak was om zo snel mogelijk naar mijn huis te gaan, dat in een buitenwijk van Kyiv ligt. Helaas ligt dat naast de militaire vliegbasis die als eerste werd aangevallen door de russen.”
Rampenfilm
“Dus ik zat in Kyiv zonder onderdak, en zonder mogelijkheid om mijn familie nog te zien. En zonder paspoort. Die ene nacht in Kyiv was voor mij genoeg om te weten dat het niet goed was om daar te blijven. Er was geen informatie te krijgen. iedereen, ook de regering, was overrompeld. Ik liep naar het station, maar daar waren al duizenden mensen dicht opeengepakt en nauwelijks treinen. Ik besloot me met de massa mee te laten voeren en had het geluk dat ik al binnen tien minuten in een trein naar Lviv terechtkwam. Iedereen was in paniek. Het was als een rampenfilm.”
Slaapzak
“Ik had het redelijk gemakkelijk, maar omdat er in de bus veel mensen zonder papieren zaten, zoals ik ook, stopte de bus een paar kilometer voor de grens omdat de chauffeur geen boete wilde riskeren. We moesten door de sneeuw en temperaturen onder nul naar de grens lopen. Bij de grens moesten we een paar uur wachten. Ik had geen winterjas bij me, en leef nog omdat een jongen mij zijn slaapzak heeft gegeven.”
Wifi
“Eenmaal in Polen waren de mensen ontzettend aardig. Ze hielpen iedereen. Dat was een gelukkig moment, maar toen ik eenmaal in het opvangkamp mijn wifi aanzette, kreeg ik allemaal berichten van thuis. Mijn moeder vertelde dat mijn huis geraakt was.”
Fiets
“Als vrienden mij nu fotos sturen uit Kyiv kan ik niet geloven dat dat Oekraïne is. De straten waar ik fietste, naar mijn werk, naar de winkels, zijn onherkenbaar verwoest.”
Papieren
“Voor de Oekraïners zonder papieren, zoals ik, is het heel lastig om te bepalen wat te doen. Ik ben al naar de vluchtelingendienst geweest, om te kijken of ik een vluchtelingenstatus zouy kunnen aanvragen. Maar dat is voor mij geen optie want als ik vluchtelingenstatus krijg, mag ik niet meer werken, geen bankrekening openen, of vrij bewegen. De enige mogelijkheid is om een verblijfsvergunning aan te vragen maar daarvoor heb je je biometrisch paspoort nodig, en dat moet je krijgen via de ambassade. Daar gingen we vol goede hoop heen, maar de ambassade was dicht. Na lang bellen en kloppen kwam er iemand even naar buiten die ons vertelde dat ze niks voor ons konden doen omdat hjet oorlog was. Als die eenmaal klaar was, konden we weer terugkomen. Ik was niet verbaasd. Zo behandelt de overheid ons al jaren.”
Schade
“Mijn beste vriend wil niet meer met me praten. Hij zegt dat ik hem verraden heb door te vluchten. Als ik vrienden die zijn achtergebleven vraag hoe het daar nu is, zeggen ze dat ik makkelijk praten heb omdat ik veilig in Polen zit. Ik vrees dat de psychische schade voor al die miljoenen vluchtelingen nog eens een enorm probleem gaat worden.”