Cultuur toegankelijker maken, eerlijkere beloning voor culturele en creatieve professionals, en creatieve denkkracht meer inzetten bij grote maatschappelijke vraagstukken. Dat zijn de komende jaren belangrijke uitgangspunten van het cultuurbeleid. De ministerraad heeft ingestemd met de Meerjarenbrief Cultuur van staatssecretaris Uslu (Cultuur en Media). In deze brief, met als titel ‘De kracht van creativiteit’, zet de staatssecretaris uiteen hoe ze de komende jaren 170 miljoen euro uit het coalitieakkoord voor de culturele en creatieve sector in wil zetten.
Bovenop het bestaande cultuurbudget van 1 miljard euro, investeert het kabinet jaarlijks 170 miljoen euro in het versterken van de Nederlandse culturele en creatieve sector. Dat geld wordt ingezet langs vijf lijnen:
Versterken positie culturele en creatieve professional
Een sterke sector kan niet zonder een gezonde arbeidsmarkt en een eerlijke beloning. Om bij te dragen aan een betere beloning is de komende twee jaar 19,1 miljoen euro per jaar beschikbaar, en vanaf 2025 structureel 34,1 miljoen euro. Daarmee stelt de staatssecretaris een voorbeeld voor eerlijke beloning. Van de sector zelf verwacht zij ook dat ze tot eerlijke afspraken komen op plekken waar dat nu nog niet zo is.
Staatssecretaris Uslu investeert ook flink in kansen voor startende makers via de fondsen en via speciale programma’s voor bijvoorbeeld talentontwikkeling.
Inzet creativiteit maatschappelijke vraagstukken
De verbouwing van Nederland vraagt onze maximale denkkracht. Op dit moment wordt de creativiteit van bijvoorbeeld ontwerpers nog te weinig benut bij de grote maatschappelijke opgaven van dit moment, zoals de energietransitie. Op kleine schaal zijn er genoeg voorbeelden van modeontwerpers die gerecycled plastic gebruiken voor kledingstukken, of architecten die volledig duurzaam bouwen. Staatssecretaris Uslu investeert daarom in ‘ontwerpend onderzoek’, zodat ontwerp beter en breder kan worden ingezet. Hiermee wil ze de methodieken van ontwerpend onderzoek verder ontwikkelen en de toepassing ervan stimuleren bij de aanpak van maatschappelijke vraagstukken.
Toegankelijkheid
Cultuur is overal en van iedereen en moet dus ook door zoveel mogelijk mensen te ervaren en te beleven zijn. Dat betekent dat er in het hele land kwalitatief aanbod moet zijn en dat iedereen die het wil, kan deelnemen aan cultuur – zeker ook jongeren. Het kabinet investeert extra in toegankelijkheid, om zowel zichtbare als onzichtbare drempels weg te nemen, en om diversiteit te bevorderen. Onderdeel hiervan is ook de extra investering van uiteindelijk 58,7 miljoen euro in bibliotheken.
Digitalisering
Digitalisering biedt grote kansen voor het maken en presenteren van kunst en voor het bereiken van een groter en nieuw publiek. Het kabinet maakt geld vrij om makers te helpen het meeste te halen uit de mogelijkheden. Bijvoorbeeld door te investeren in infrastructuur en innovatie, en door kennisdeling te stimuleren.
Erfgoed
Het kabinet vindt het belangrijk om het verleden door te geven aan jonge generaties en om oog te hebben voor de vele, verschillende verhalen over onze geschiedenis. Daarom is er bijvoorbeeld extra geld voor subsidieregelingen om monumenten in stand te houden, met bijzondere aandacht voor het Caribisch deel van het koninkrijk. Staatssecretaris Uslu stelt ook opnieuw geld beschikbaar voor de Erfgoeddeal. Daarnaast draagt het kabinet bij aan een Nationaal Historisch Museum en aan een Nationaal Slavernijmuseum.