‘Nederlandstalige muziek is al jaren onverminderd populair in uiteenlopende genres; van pop tot hiphop en concurreert met Engelstalige muziek. Daar zie je terug wat je kunt bereiken met aandacht. Dat kan met boeken ook gebeuren.’ Dit citaat van auteur Gustaaf Peek, opgetekend in een persbericht van de Auteursbond, is best inspirerend.
Het persbericht, waarin de belangenbehartiger van 1750 Nederlandse schrijvers en vertalers stelt dat de sterke afname (-10%) in de verkoop van Nederlandstalige boeken vooral te wijten is aan een gebrek aan aandacht, verscheen als reactie op de jaarcijfers van de boekverkopers. Die niet mogen klagen over een lichte groei in de omzet na coronatijd, en jaren van krimp. Maar die groei zat dus niet in Nederlandstalige boeken.
Onverwacht overvallen
Op de nieuwjaarsborrel van de CPNB, de club die de boekverkopers financieren uit de verkoop van de Boekenbon, ging het er ook over. In de Rode Hoed (Red Hoodie?), de plek die volgens dagvoorzitter Johan Fretz nogal beladen was omdat Wim Kok daar ooit de ideologische veren van de PvdA afschudde, ging het dan ook vooral over marketing. En hoe die nog steeds de ontlezing onder jong Nederland niet heeft weten te kenteren.
Het leek er op deze donderdagmiddag een beetje op dat de verzamelde boekenbranche volkomen onverwacht is overvallen door de mediarevolutie, die zo’n 15 jaar geleden begon met de introductie van de smartphone. Nu staat de branche al niet bekend als de meest innovatieve. De keten bestaat nog steeds uit uitgevers die met bepaalde fysieke boekhandels zakendoen en vanwege de kosten die online verkoop met zich meebrengt slechts sporadisch op sociale media te vinden zijn. De markt wordt nog steeds geregeerd door een focus op bestsellers, waar dan, zoals panellid Christiaan Weijts schrander wist op te merken, ook alle grote prijzen naartoe gaan.
Ontgoochelende focusgroepen
Wat wil de klant eigenlijk? Een kleine boekhandelaar weet dat nog wel, maar grote ketens moeten het hebben van grote cijfers. CPNB doet daarom nu ook kwalitatief onderzoek. De gesprekken met zogenaamde focusgroepen (geselecteerde delen van het (potentiële) publiek) leveren nu veel informatie, maar ook veel ontgoocheling op. Dat klopt wel: wanneer je echt naar mensen gaat luisteren, hoor je dingen over je product die je liever niet had willen horen. Zo dus ook met jongeren en lezen.
Opvallendste citaat: Nederlandse boeken voelen in het beste geval als slecht vertaalde Engelse boeken. En vertaalde Engelse boeken zijn sowieso ‘cringe’, waarmee weer een aardige steek werd uitgedeeld aan de Nederlandse vertalers en de uitgevers die idioot lage bedragen overhebben voor een beetje goede vertaling.
Boeken lees je in het Engels, je praat er met je (inter)nationale netwerk over in het Engels en je tips krijg je ook van influencers die streven naar het grootst mogelijke publiek, en dat zijn niet de 30 miljoen Nederlandstaligen in de wereld, maar de paar miljard die enige vorm van Engels bezigen.
Op zoek naar de beste rhymez
Is er hoop? Misschien zit dat wel in dat citaat van Gustaaf Peek in het begin van dit artikel. Spoken Word en HipHop leveren soms juweeltjes op, en op deze dag waren minstens 2 vertegenwoordigers van die cultuur aanwezig: rapper Lev Avitan en cabaretier, woordkunstenaar en sneldichter Andries Tunru. Het leverde lekker vette teksten op, mooie verhalen, en de vlijmscherpe improvisatiekunst van Tunru maakte de zaal wild enthousiast.
Dit zijn kunstenaars die moeiteloos kloven overbruggen, en die met hun virtuositeit meewerken aan de ontwikkeling van het Nederlands in de jongerencultuur. Want, net als de Rederijkers 700 jaar geleden, is het op een gegeven moment een noodzaak om met de beste rhymes te komen als je nog een beetje wil meekomen.
Poortwachters, let op uwen saeck
Terug naar Peek: dat Nederlandstalige muziek al jaren populair is, is niet dankzij de critici, fondsen, en andere poortwachters van de cultuur, die in de letteren nog wel de dienst uitmaken. Nederlandstalige muziek kan bogen op een lange traditie van volkscultuur, aangevuld met artiesten die hun grote internationale voorbeelden navolgen, maar dan in hun eigen taal.
Zulk kopieergedrag, en zulk smachten naar aandacht van de massa, wat mensen als Froukje en S10 tot nationale helden maakt, en terecht, zou in de letteren nooit door de selectie komen. Froukje en S10, maar ook Doe Maar en Bløf, zijn navolgers, maar ook origineel en oorspronkelijk. Ze zijn alleen niet de Beatles of Mahler. In de literatuur lijken we steeds te zoeken naar de Bach van de Nederlandse letteren. Misschien moeten de poortwachters dus eens kijken naar hun toelatingsbeleid.
Dan komt het met de aandacht vast ook goed.