De Raad voor Cultuur krijgt ruimte voor uitwerking van de vernieuwing van het cultuurbestel vanaf 2029. Staatssecretaris Uslu van Cultuur en Media heeft de raad verzocht om voor het einde van dit jaar hierover advies uit te brengen.
“Als raad kunnen we niet wachten om deze vraag samen met de sector op te pakken. Daarvoor hebben we inmiddels een innovatief ontwerpproces bedacht. Door nu al van start te gaan is er echt ruimte om het stelsel fundamenteel te doordenken en daar vervolg aan te geven.”, aldus voorzitter Kristel Baele in een reactie.
Speerpunten
De raad pleitte onder meer vorig jaar april al voor vernieuwing van het cultuurbestel. Voor de toekomst ziet de raad een subsidiestelsel dat openstaat voor nieuwe genres en disciplines en zo een breed publiek kan aanspreken. Een bestel met betere toegankelijkheid van cultuur voor iedereen in het hele land. Een vitaal bestel waarin ruimte is voor talent, experiment en aansluiting met jongeren. En een bestel waarin door verlichting van regeldruk een goede balans is tussen vertrouwen en verantwoording. Dit heeft geleid tot vier speerpunten voor het nieuw te ontwerpen bestel: verbreden, verspreiden, vitaliseren en verlichten.
Design thinking
De raad wil de denkkracht en de creativiteit uit het veld benutten voor de stelselherziening. Daarom heeft de raad deze speerpunten verwerkt in een ontwerpaanpak op basis van ‘design thinking’. De raad heeft inmiddels vier zogeheten ‘designteams’ gevormd, die zich verdiepen in een van de vier speerpunten. De volle breedte van het veld is hierin vertegenwoordigd: van beginnend of gevorderd maker tot programmeur van een groot podium of festival, van medewerker van een producerend gezelschap tot opleider en talentontwikkelaar, van medewerker van een privaat of publiek fonds tot die van gemeente en provincie.
De designteams zullen de komende maanden samenwerken aan bouwstenen voor vernieuwing van het cultuurbestel. In mei worden de ideeën van de designteams voorgelegd aan een grote groep vertegenwoordigers uit het veld. Hun reflectie zal worden meegenomen in het uiteindelijke advies. Naast de designteams zullen drie specifieke expertisegroepen zich buigen over de positie van Caribisch Nederland in het bestel, over de financiering en over de voor- en nadelen van verschillende modellen voor de hoofdinrichting ervan. De raad neemt tijdens het proces op gezette tijden ook betrokken stakeholders mee in relevante ontwikkelingen.
Vraagstelling
De staatssecretaris schrijft in de adviesaanvraag dat ze specifiek wil weten hoe cultuurbeoefening onder de bevolking versterkt kan worden. Ook wil zij weten hoe beter kan worden geanticipeerd op wisselende voorkeuren van het publiek en waar de kansen liggen voor een betere spreiding van het aanbod. Tegelijkertijd vraagt zij hoe het bestel meer opengesteld kan worden voor nieuwe ontwikkelingen op het gebied van kunstdisciplines en genres. Zij vraagt ook om in te gaan op de taakverdeling tussen provincie, gemeente en rijksoverheid en in te gaan op de ontwikkelingen in de Caribische delen van het Koninkrijk. Ten slotte vraagt de staatssecretaris om internationaal te kijken naar best practises, die ook in Nederland toepasbaar kunnen zijn.
Huidige subsidiesystematiek
De huidige subsidiesystematiek blijft tot 2029 bestaan. Dat betekent dat culturele instellingen begin volgend jaar een subsidieaanvraag kunnen indienen voor de Culturele basisinfrastructuur in de periode 2025-2028 (BIS ’25-’28). Begin april komt de raad op verzoek van de staatssecretaris met een separaat advies over de aanvraag- en beoordelingsprocedure voor deze ronde.