Waar draken in het westen mythische wezens zijn die verslagen moeten worden, zijn ze in het oosten de belichaming van vreugde, onbegrensde mogelijkheden en het lot. Mensen die geboren zijn in het jaar van de draak (elke twaalf jaar met 2000 als meest recente generatie volwassenen) zijn volgens Chinese astrologie trots, onweerstaanbaar, levendig en extravert. Zet er zeven op en podium en de energie vonkt van het podium. Eun-Me Ahn’s Dragons wervelt vanaf het begin, zowel live als met de holografische projecties op het semi-transparante voordoek, waar ook nog eens vijf dansers op verschijnen.
Culturele identiteit
In een ruim uur dansen de Gen-Z dansers op het podium en het scherm in een mengeling van traditionele Aziatische dansen, hedendaagse dans en street dance. De dansers komen uit verschillende Aziatische landen, en nemen hun culturele identiteit mee. Die op het scherm komen uit vijf verschillende landen, met vijf verschillende danstalen, het meest herkenbaar in bewegingen uit tempeldans en mudras, handbewegingen. Ze vertellen waar ze vandaan komen en hoe ze ertoe gekomen zijn te dansen. Dat varieerde van butoh tot een grote broer zien dansen. Bijna allen volgen nu een moderne dansopleiding. Maar in een steeds meer geglobaliseerde wereld, zoeken steeds meer Aziatische jongeren naar hun culturele eigenheid.
De choreografie is echter niet een staalkaart van Aziatische dans. Daar zou Eun-Me Ahn ook veel te recalcitrant voor zijn. In enkele passages is Martha Grahams erfenis te zien: brede armbewegingen en hoekige bewegingen vanuit de heup, in lange strakke zwarte jurken die zo kenmerkend waren voor deze dansvernieuwer. In een andere scène lijken we beland in het universum van Geiger: de zilveren afvoerpijpen, nu een stuk groter, doen dienst als hoofdtooi. Het geeft een vervreemdend effect.
De dansers wisselen duetten en solo’s af met acrobatische sprongen en salto’s. Het doet denken aan – nog meer dansvernieuwers – La La La Human Steps in de hoogtijdagen van de jaren ’80. En zo komt de hele dansgeschiedenis van Oost en West voorbij. Niet als monument, niet plichtmatig of ernstig, maar in speelse verwijzingen, met een enorme energie.
In Ahn solo’s is bewijst ze dat ze zelf nog altijd de sterren van de hemel danst. De zeggingskracht en subtiliteiten van ouder wordende dansers worden meer en meer gewaardeerd.
Uitbundigheid in de vormgeving
Speelsheid en vrolijkheid zijn belangrijk in Dragons. Het decor bestaat uit drie landen met enorme aluminium pijpen, van het soort dat in de keuken voor luchtafvoer zorgt. Ze doen dienst als projectiewand, maar er kan ook mee gedanst worden. De kostuums zijn unisex en veranderen constant: van kleurige cirkelrokken en topjes die aan traditionele Aziatische kostuums refereren tot zwarte cirkeljurken, waar je iemand onder kunt verbergen. Zelfs voor het in ontvangst nemen van het applaus is er een speciaal gouden pakje. Ook het lichtplan is uitbundig en kleurrijk. De projectie op het scherm dat het podium afscheidt van de zaal toont dansers die soms de bewegingen op het toneel dubbelen, soms zelfstandig zijn.
Vreugde als verzet
Het is niet voor het eerst dat Eun-Me Ahn leeftijd als uitgangspunt neemt. Eerder heeft ze een voorstelling gemaakt met Koreaanse oma’s en professionele dansers. De oma’s dansten geen strakke choreografie, en lieten op het projectiescherm inkijkjes toe in hun leven: echtgenoten die het maar niks vinden, een tochtje naar de markt. De combinatie van geschoolde en ongeschoolde dansers, van jong en oud, leverde een voorstelling op van intense vreugde.
Ook nu bracht Eun-Me Ahn een voorstelling waarbij vreugde de leidraad is en een groot deel van het publiek stralend weer naar buiten kwam. En misschien is dat wel de meest radicale daad die we nu kunnen stellen: het delen van vreugde. Andre Lorde schreef al “The sharing of joy, whether physical, emotional, psychic, or intellectual, forms a bridge between the sharers, which can be the basis for understanding much of what is not shared between them, and lessens the threat of their difference.”