Struisvogels, even koddig als gracieus, die met valavond verdwijnen in manshoog riet. Ik zag het beeld gisteren in het Tilburgse Spoorpark, waar Circusfestival Circolo dit jaar opnieuw is neergestreken. Zo simpel kan ontroering zijn, zo aangrijpend kun je je eigen verhaal maken van wat goede artiesten je voorschotelen.
De negen handstandspecialisten van Collectif d’équilibristes lieten me in Le Complexe de l’Autruche voelen wat goed circus tegenwoordig vermag. Geen kunstjes, maar kunst, waarbij de lichaamsbeheersing, ongeëvenaarde soepelheid en kracht ten dienste staan van iets anders: sfeer, meditatie, humor. En iets wat je thuis dit keer wel kunt proberen: lopen als een struisvogel. Blijkt moeilijker dan je denkt, maar je hoofd zit wel gelijk in het zand.
Nu al een hoogtepunt
Dat het circus de kunstjesrevue al jaren voorbij is, is geen nieuws meer. We zijn gewend aan doorlopende verhalen, programma’s vol samenhang en avondvullende voorstellingen door hechte ensembles. Wat ik op de dag na de opening van Circolo meemaakte, beschouw ik nu al als een hoogtepunt, en dat terwijl het festival nog maar net begonnen is.
Dat hoogtepunt mag je dit keer ook letterlijk nemen, want dit jaar is voor het eerst de Kempertoren in gebruik als locatie. De open stalen uitkijktoren is hét herkenningspunt van het Tilburgse Spoorpark en al eng en spectaculair genoeg om naar te kijken, laat staan te beklimmen. Twee acrobaten hebben nu een katrol in de top op 37 meter hoogte gehangen, en hangen elk aan een ander uiteinde van de kabel. Wij, de toeschouwers die hun hoogtevrees voor even hebben thuisgelaten, staan op de trappen eromheen en zien toe hoe ze vanuit de hoogte neerdalen, op de ijzeren railings balanceren en uiteindelijk elkaar halverwege vinden. Dit alles begeleid door warme gitaarklanken, die in dit plotseling ouderwets koude en natte oktoberweekend zeer welkom waren.
Kun je nog dansen?
Dat de voorstelling mij mijn hoogtevrees deed vergeten, is misschien wel de grootste prestatie van de makers. En soms is dat vergeten ook even nodig, in een wereld die deze week nog een paar stappen verder afdaalde in de hel van verdeeldheid, paniek en onoplosbare conflicten.
Kun je nog dansen nadat die nieuwe diepte werd bereikt met een moordpartij op een dansfestival? Ik zou nu zeggen: alsjeblieft wel. De warmte van de afgeladen circustent van Cirque Pardi voelde troostrijk, de voorstelling van Le Doux Suppli deed de rest. Het gezelschap brengt met ‘En Attendant Le Grand Soir’ een voorstelling die zo mooi, stijlvol, liefderijk en technisch perfect is, dat ik diep ontroerd raakte. De humor ontwapent, de beheersing is perfect: zo zag ik nog nooit een danseres rechtstandig omhoog vliegen naar de top van een menselijke piramide.
En het eindigt met een dans waar iedereen voor is uitgenodigd. Na volksdans, derwishen, breaks en jive ontstaat er dan opeens een kolkende moshpit in de piste, waar ik nog lang naar was blijven kijken, als ik geen trein had hoeven halen, terug de kille werkelijkheid in.
Don’t stop the dance.