De bekendste moord op een vrouw om wat zij is, is waarschijnlijk die op de fictieve Carmen, een vrijgevochten jonge Spaanse met bindingsangst. Operacomponist Georges Bizet vereeuwigde dit personage uit een Frans verhaal van Prosper de Merimée en maakte daarmee de crime passionel tot een gangbaar begrip voor wat niets anders is dan femicide. Die gewoonte van mannen om vrouwen te vermoorden die hen niet gehoorzamen, heeft namelijk niets met passie te maken. Hoe mooi die opera van Bizet ook is.
Maar hoe vertel je dat? Drie Carmens, waarvan één trans, een ander zombie, de derde vol en Zwart en goddelijk zingend, twee Don José’s, waarbij de een een waanzinnig zanger in het donker is, en de ander in het volle licht duidelijk playbackt. En dan nog een verhaallijn over een archeologe anno 2024 die haar onderzoek naar een vrouwelijke held in de Spaanse Burgeroorlog gedwarsboomd ziet door leidinggevenden die liever vooruit willen kijken dan stilstaan bij het verleden: zo doen ze dat in Zwitserland.
Gesplitste personages
Welkom bij de Carmen die zondagavond 23 juni eenmalig in Amsterdam te zien was dankzij het Holland Festival en de Hartwig Art Foundation. Deze in Zürich geproduceerde versie door het internationale gezelschap Moved by Motion van de Amerikaanse maakster Wu Tsang doet alles goed wat bij extreme actualiseringen weleens fout gaat. Ik doel dan op de vaak respectloze omgang met het origineel, dat dan wat stiefmoederlijk behandeld wordt als noodzakelijk kwaad bij de actuele boodschap die de maker er vandaag op wil leggen.
Niets daarvan bij Wu Tsang. De gesplitste personages, waar je in het deel voor de pauze best wel wat vragen over hebt, dienen om de eeuwigheidswaarde van de kwestie van vrouwenmoord duidelijk te maken. De overduidelijk playbackende Don José is een bewuste verdubbeling van de beeldschone heldentenor op de achtergrond, om duidelijk te maken dat die Don José niet één, maar vele mannen is.
Katia Ledoux: fenomeen
En dan heb je de Franse Katia Ledoux nog als zingende Carmen. Wat een fenomenale zangeres, wat een stem, wat een expressie voegt zij toe aan de rol van de Flamencista, zoals ze in deze versie wordt genoemd. Zij laat heel Carré op zijn grondvesten trillen, wanneer ze zingt over de vrijheid die ze zoekt tegenover de benepen bezitsdrang van de mannen om haar heen.
Ze doet dat op Bizets muziek die virtuoos wordt uitgevoerd door een niet al te groot ensemble, achterop het toneel van Carré, dat voor de gelegenheid helemaal over de eerste veertien rijen van het circustheater was gelegd. Qua zichtlijnen zal dat niet voor iedereen die dicht bij de toneelopening zat een onverdeeld genoegen zijn geweest. In de openingsscènes doet de actuele verhaallijn iets met powerpoints en projectieschermen dat voor de mensen vooraan onzichtbaar was. Na de pauze waren daar dan ook wat lege plekken overgebleven.
De rest van de zaal bleef de volle drie uur geboeid, en kreeg tegen elven die grandioze, betekenisvolle finale die alleen internationale toppers, zoals dit ensemble, voor elkaar kunnen krijgen.