Vijffendertig euro per uur voor een ruimte waarin je net een piano of een drumstel kwijt kunt. Dat is de huurprijs die gemeente Utrecht vraagt aan muziekdocenten die hun praktijk aan het Utrechtse Domplein willen voortzetten nadat hun coöperatie failliet ging. Voor veel van de leraren die aldus slachtoffer werden van het wanbeleid van hun bestuur betekent dat een kostenverhoging van meer dan 100 procent: tot nu toe betaalden zij rond de 15 euro per uur voor hun lesruimte.
Muziek- en theaterles is niet goedkoop. Wil je het kunsttalent van je kind ontwikkelen, kost dat in een stad als Utrecht al snel een euro of 20 per uur, minimaal, al zullen er altijd uitzonderingen naar beneden zijn. Als volwassene ben je minimaal het dubbele, maar meestal tegen de 60 of 70 euro kwijt. Het zelf bespelen van een instrument, of zingen, of spelen, is dus hoe dan ook een hobby die vooral rijke mensen kunnen beoefenen. Voor minder dan 1700 euro per jaar leer je geen noten spelen, nog los van het instrument dat erbij hoort. Dat een huurprijs voor een lesruimte marktconform op 35 euro zou moeten liggen, is logisch. Marges voor cultuurdocenten zijn smal.
Ravijnjaar
Utrecht moet ook zulke marktconforme huurprijzen vragen, omdat de stad met gigantische tekorten kampt. Behalve een misrekening die eerder dit jaar aan het licht kwam, dreigt in 2026 de korting op de rijksinkomsten uit het zogenaamde gemeentefonds. Dat is het zogenaamde ‘Ravijnjaar’ waar elke gemeente in Nederland mee te maken gaat krijgen.
Hoe de muziekschool-coöperatie DUMS zich met de lage huurprijzen die genoemd worden, kon redden is nu dus wel de vraag. De club weigert tot de dag van vandaag inzage in de boeken. De Koepel DOMUS, waar DUMS uiteindelijk nog het enige actieve lid was, werd eerder dit jaar failliet verklaard. De organisaties hadden ook onbekende inkomsten uit verhuur van zalen aan TivoliVredenburg en andere professionele gebruikers. Het is niet duidelijk wat er met die opbrengsten werd gedaan. Werden gaten met gaten gedempt? Mogelijk waren de huren die aan de docenten werden gerekend, toen al veel te laag.
De docenten protesteren nu dus wel. Vele zoeken hun heil elders, waardoor leegstand dreigt in het gebouw. De andere hoofdgebruiker, de Utrechtse Theaterschool die theateronderwijs biedt aan kinderen, jongeren en volwassenen, krijgt namelijk vanaf komend jaar te maken met een aanzienlijke huurverhoging. Website RTV Utrecht meldt dat de huur omhoog gaat naar een bedrag dat een ton boven de jaarlijkse subsidie van 300.000 euro ligt. Of ze daarmee ‘collateral damage’ zijn van het jarenlange wanbeheer van de medegebruiker, is niet helemaal duidelijk
Breuk met boegbeelden
Vraag is wel of Utrecht zich niet te scherp in de vingers snijdt met de hogere tarieven. De stad, waar het hoofd culturele zaken al een tijdje niet meer op kantoor is verschenen, ontbeert op dit moment een duidelijke richting in het culturele beleid. Dit jaar was er bijvoorbeeld een rigoureuze breuk met een aantal van de culturele boegbeelden in de stad. Kunsthuis BAK, festival IMPAKT, Nederlands Filmfestival en Festival Tweetakt, al jaren vaste waarden in de stad, raakten de gemeentelijke subsidie kwijt, omdat ze een paar punten tekort kwamen in de beoordeling.
Er is natuurlijk veel moois voor in de plaats gekomen, maar met de stevige huurverhoging voor de muziek- en theaterlessen aan het Domplein komt de keten van kunsteducatie wel verder in het geding.