De Raad voor Cultuur onderschrijft de noodzaak tot ingrijpende aanpassingen van het publieke omroepbestel en is positief over de door het kabinet voorgestelde koers. Wel geeft de raad een aantal aandachtspunten mee voor de verdere uitwerking, zoals hoe het wettelijke takenpakket van de NTR op een zorgvuldige wijze gewaarborgd kan worden. Dat staat in een brief aan minister Eppo Bruins van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. In de brief geeft het adviesorgaan van regering en parlement een reactie op de omroepplannen die het kabinet afgelopen vrijdag bekend maakte.
“Volgens ons ligt er met de omroepbrief van het kabinet een goede basis voor de hervorming van het bestel. Het wordt vereenvoudigd en brengt rust. De raad begrijpt dat er nog nadere uitwerking nodig is en geeft hier graag een aantal punten voor mee.”, zegt voorzitter Kristel Baele in een reactie. “Nederland heeft juist in deze tijd een robuuste en stabiele publieke omroep nodig. Daarvoor is niet alleen structuurverandering nodig, maar ook cultuurverandering. Dat vraagt om een zorgvuldig proces. Wij hopen daar met deze brief een constructieve bijdrage aan te geven. De raad is graag bereid hierover verder mee te denken.”
De raad had al eerder geconstateerd dat het omroepbestel in zijn huidige vorm, waarin steeds nieuwe ledenomroepen kunnen toetreden, niet toekomstbestendig is. Dit deed hij onder meer in zijn advies over omroeperkenningen uit 2021 en zijn reflectie over nieuwe criteria voor erkenning van omroepen. De raad vindt juist in deze tijden een robuuste publieke omroep van belang, waarin objectieve en betrouwbare nieuwsvoorziening hand in hand gaat met het zichtbaar maken van de pluriformiteit van de samenleving.
De raad begrijpt dat de plannen veel losmaken bij de medewerkers van de omroepen, maar is ervan overtuigd dat verregaande aanpassingen wel noodzakelijk zijn om het bestel toekomstbestendig te maken. Dat sommige aanpassingen niet voor alle betrokkenen gunstig uitpakken is helaas onontkoombaar, stelt de raad.
Een belangrijk punt is voor de raad het waarborgen van de wettelijke taken en het hoogwaardige aanbod van de NTR op het gebied van cultuur, educatie en nieuwsvoorziening. De raad wijst er op dat de NTR niet alleen aanbod maakt dat gericht is op minderheden en educatie, maar bijvoorbeeld ook aanbod van culturele aard. Ook het geven van achtergrondinformatie en beschouwing van politiek-maatschappelijke ontwikkelingen hoort bij die taken.
De raad ziet veel voordelen in het plan om bestaande omroepen samen te voegen tot een beperkt aantal omroephuizen, die niet langer een verplicht aantal leden hoeven te hebben. Dat is efficiënter, biedt een sterkere basis voor de sociale veiligheid van de werknemers en kansen om beter aan te sluiten bij de veranderingen in de samenleving. Daarbij vindt de raad het van belang dat er duidelijke inhoudelijke criteria komen, waarmee toegezien wordt op de kwaliteit van de nieuw op te richten omroephuizen en de NPO.
Bij de uitwerking verdient de rolverdeling tussen de omroephuizen en de NPO aandacht. Daarbij is regie en afstemming van het aanbod van belang en hoe deze kan plaatsvinden zonder dat dit tot extra bestuurlijke drukte leidt. Hoe zoveel mogelijk verschillende geluiden uit de samenleving naar voren te laten komen vergt nog nadere uitwerking. Gelet op het veranderde kijk- en luistergedrag vraagt de raad ten slotte aandacht voor de noodzaak van vergaande digitale transitie.