Woensdag 18 juni bood het broekje het dapperste weerstand. Op de tribune van Frascati 1 was de spanning om te snijden. Zou het DD Dorvillier nog lukken om haar voet uit het kledingstuk te bevrijden, zonder haar handen te gebruiken? Ingehouden lachen klinkt hier en daar, maar het is ook stil. Wie probeert dat nooit: zo even een broek uitschoppen? En maken we niet allemaal een keer mee dat dat niet lukt?
De voorstelling No Change, dinsdag en woensdag in Frascati geprogrammeerd vanwege het Holland Festival, bracht ons een nieuw inkijkje in de wereld van Trajal Harrell. Hij brengt ook buiten zijn vrijplaats aan de noordoever van het IJ het soort van experimentele dans dat we hier heel weinig zien.
Eigen code
Het zijn voorstellingen die een eigen code meenemen. Voor een toeschouwer die er niet bekend mee is, kunnen die nogal moeilijk te plaatsen zijn. Ik spreek in dit geval overigens helemaal voor mezelf. Ik wist bijvoorbeeld niet of ik het leuk mocht vinden. Dat kwam ook omdat ik het idee had dat iedereen om me heen dingen wist die ik niet wist. En heel serieus zat te kijken. Of juist verveeld was. Kon ook.
Dat is dus het gevoel van buitensluiting dat kunst soms met zich meebrengt: zelfs een gewone schouwburg kan voor een niet-reguliere bezoeker intimiderend overkomen. Niet omdat het gebouw of het gebodene zelf intimiderend is, maar omdat alle andere, meer reguliere bezoekers iets lijken te weten wat jij niet weet. Daarom voelt een punker zich ongemakkelijk bij Mahler in het Concertgebouw, en zal een balletliefhebber zich afgewezen voelen bij een indringend stuk rouwkunst uit Libanon. Hoe onterecht ook.
Slapstick
Ik kon me dit keer dus geen houding geven bij de schijnbaar los-zand-bewegingen van DD Dorvillier en vroeg me af of we nu naar een letterlijke reconstructie keken van een improvisatie uit 2005, waardoor het weer zou passen in het eerder gevonden festivalthema dat herhaling van vorm niet per se tot herhaling van impact leidt? Zulke lange zinnen, dus. Dat krijg je ervan.
Maar de bewegingen van Dorvillier, haar geworstel met kledingstukken en snoeren, die weerbarstige apparaten waar microfoons in zitten die allemaal geluid registreren: het was heel erg grappig, hier en daar grenzend aan de slapstick. Maar dan denk je dus dat je te oppervlakkig kijkt. Terwijl er geen verkeerde manier is om te kijken. Zoveel weet ik na decennia beroepsmatig theater kijken ook wel weer.
Dead pan
Tot er opeens een mannetje opkomt en een paar noten speelt op een klaarstaande piano om vervolgens door een zijdeur weg te gaan. Alles helemaal ‘dead pan’, ofwel met het stalen gezicht dat hoort bij absurdistische comedy. Er rolt een lach door de zaal.
No Change zet zo je eigen ideeën over hoe je je kunt verhouden tot zulk theater overboord. Alweer een reden waarom de inbreng van Trajal Harrell als associate artist van dit Holland Festival zo verfrissend is. Je zou zoiets buiten deze context niet snel meemaken. Jammer dat de zaal maar half vol zat.